Wanneer je last hebt van trips op jouw planten, kun je deze het beste snel aanpakken. Tripsen kunnen namelijk aardig wat schade aan jouw planten aanrichten. Om tripsen te kunnen signaleren, moet je eerst weten wat voor beestjes het zijn en welke sporen ze op je planten achterlaten. Lees verder voor tips om tripsen te herkennen en hoe je trips bestrijd.
Tripsen zijn kleine insecten met vleugels, grijs of geelbruin van kleur en komen in verschillende soorten voor. Ze bevinden zich vooral onder de bladeren en in de bloemknoppen van jouw planten, waar ze ook de voeding uit zuigen. Trips hebben een langwerpig lichaampje en zijn niet groter dan een millimeter. De uitwerpselen zien eruit als kleine zwarte puntjes op de bladeren. Zowel de larven als de volwassen trips bewegen erg veel. Op het blad kun je zilverachtige vlekken zien verschijnen. Via luchtstromen verplaatsen de trips zich over grote afstanden. Daarnaast vermenigvuldigen ze zich snel, waardoor je ineens met een plaag opgezadeld kunt zitten.
Trips zuigen voeding uit jouw planten, waardoor de bladeren geel of zilverachtige vlekken kunnen krijgen en vervormen. Om bij de voeding te komen, schrapen ze eerst over het blad en beschadigen ze zo de cellen. In ernstige gevallen kunnen de bladeren zelfs verdrogen en afvallen. Trips kunnen tenslotte ook virussen overbrengen, waardoor jouw planten ziek worden.
Trips schade zie je vaak bij bladeren met dunne bladeren. Zo kun je ze aantreffen op bijvoorbeeld calathea's, monstera's, areca palmen en alocasia's. Een tripsbesmetting op cactussen of vetplanten komt veel minder vaak voor.
Trips kunnen op verschillende manieren in je tuin of huis komen. Ze kunnen worden overgebracht door nieuwe, reeds geïnfecteerde planten die je introduceert, of ze kunnen gewoon naar je planten vliegen of waaien vanuit de omgeving.
Voorkomen is altijd beter dan genezen. Een aantal tips om een tripsplaag te voorkomen:
Weet dat geen enkele preventieve maatregel 100% effectief is, controleer je planten regelmatig op tekenen van een plaag.
Trips bestrijden is lastig. Door de jaren heen zijn ze namelijk immuun geworden voor veel bestrijdingsmiddelen. Ze vermenigvuldigen ze snel en omdat ze kunnen vliegen, is het lastig om de gehele kolonie goed aan te pakken.
Trips bestrijden doe je zo:
Let op: heb je last van een grote plaag? Dan kan het noodzakelijk zijn om meerdere keren te behandelen om de trips plaag te stoppen.
Trips hebben een vrij korte levenscyclus en kunnen van ei tot volwassen insect veranderen in slechts twee tot drie weken, afhankelijk van de temperatuur en vochtigheidsomstandigheden. Volwassen tripsen leven meestal ongeveer een maand, maar in die tijd kunnen ze honderden eieren leggen. Dit betekent dat een besmetting met trips snel uit de hand kan lopen als deze niet wordt aangepakt.
Nee, trips zijn niet gevaarlijk voor mensen of huisdieren. Ze kunnen echter wel schadelijk zijn voor planten. Trips voeden zich door het sap uit de bladeren van de plant te zuigen, wat kan leiden tot verkleuring, verwelking en groeiachterstand. Bovendien kunnen ze ook virussen overbrengen die schadelijk kunnen zijn voor de plant.
Trips leggen hun eieren meestal op de plant waar ze zich voeden. Ze geven de voorkeur aan het leggen van eieren in zachte plantendelen, zoals jonge bladeren, bloemknoppen of stengels. De eieren zijn erg klein en moeilijk te zien met het blote oog. Na ongeveer een week komen de eieren uit en beginnen de larven zich te voeden met de plant, waardoor er schade ontstaat.
Trips houden niet van koude temperaturen en vochtige omstandigheden. Ze gedijen in warme, droge omgevingen, dus het verhogen van de luchtvochtigheid kan helpen om ze af te schrikken. Regelmatig sproeien van je planten kan een effectieve preventieve maatregel zijn. Daarnaast hebben tripsen ook een hekel aan sommige natuurlijke roofdieren, zoals lieveheersbeestjes en roofmijten. Het aantrekken van deze nuttige insecten naar je tuin kan helpen om een tripspopulatie onder controle te houden.
Bekijk dan ook deze insectenpagina's:
Weet je niet van welk beestje je last hebt? Gebruik dan de Probleemherkenner om het beestje te herkennen.