Oregano is een zeer gemakkelijke plant om zelf te kweken, wat het een perfect kr...
Planttype: Kruiden, vaste plant
Grondsoort: Bio Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer met Bio Kruiden Mest
Vochtigheid: normaal
Standplaats: halfzon, zon
Snoeien: De plant sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen rond maart kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden.
Hoogte: 50 cm
Bloem: roze, lila
Bloeitijd: juni, juli, augustus
Blad/loof: groen
Gebruik: sauzen, vleesgerechten, kruidensauzen, groenteschotels, medicinaal/waardplant voor vlinder
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Oregano, ook bekend als wilde marjolein, is een kruid dat oorspronkelijk komt uit het mediterrane gebieden. Het wordt al duizenden jaren gekweekt en gebruikt, zowel voor zijn culinaire als medicinale eigenschappen. Want wist je dat oregano de spijsvertering bevordert en kan helpen bij het bestrijden van verkoudheid?
Hoe zaai je oregano?
Oregano is een vrij onderhoudsarme plant, maar hier zijn enkele tips om ervoor te zorgen dat het goed groeit:
Onthoud dat regelmatig oogsten helpt om de plant gezond en productief te houden!
De Passiflora bestaat uit een groot aantal groenblijvende, bloeiende klimplanten...
Planttype: Kuipplant/Orangerieplant, Klimplant
Grondsoort: basis tuinplantengrond
Bemesten: twee keer per jaar
Standplaats: zon
Wind: beschut tegen harde wind
Gebruik: solitair
Hoogte: 3 tot 5 meter
Bloem: rood, wit, blauw, lila
Bloeitijd: juni, juli, augustus, september
Blad/loof: half wintergroen, bladverliezend
Winterhardheid: slecht (-6,6 tot -1,2°C), USDA zone 9
Gebruik bij het planten van een Passiflora een goede vocht doorlatende aanplantgrond.
Passiflora staat het liefst op een beschutte plaats met voldoende licht.
Om zoveel mogelijk bloemen en knoppen in je Passiflora te krijgen, stimuleer je de tuinplant met tuinmest. De stam krijgt hierdoor ook extra vitaliteit en kracht.
De Passiflora kun je het beste snoeien in april.
Geef regelmatig water, vooral net na het bemesten en in de zomermaanden bij warm weer.
Geraniums, ook wel ooievaarsbek genoemd, zijn sterke, makkelijke planten. Er zij...
Geranium, ook wel ooievaarsbek, vindt zijn oorsprong in Zuid-Afrika. De plant maakt deel uit van de ooievaarsbekfamilie, waar naast de ooievaarsbek zelf ook de pelargonium en de reigersbek toe behoren.
Er zijn meer dan 400 soorten ooievaarsbek.
Ooievaarsbek Tanya Rendall bloeit van mei tot en met oktober. Deze variant krijgt intens roze bloemen. Hij is vorstbestendig, maar niet wintergroen.
De Ooievaarsbek Phaeum wordt maximaal 60 centimeter hoog. Deze variant bloeit van mei tot en met juli. In deze periode krijgt de plant donkerpaarse/bordeaux rode bloemen.
In tegenstelling tot de vorige twee versies krijgt de Brookside helderblauwe bloemen. Hij bloeit van juni tot en met juli en bereikt een hoogte van 40 tot 60 centimeter.
De Geranium Johnsons Blue bereikt een hoogte van 40-50 centimeter. Hij bloeit in de periode van juni tot en met juli. In de bloeiperiode krijgt deze plant blauwe bloemetjes.
Met zijn licht roze bloemetjes valt de Ooievaarsbek Endressii direct op. Deze variant bereikt een hoogte van ongeveer 40 centimeter. Bij een matige winter blijft hij groen.
Geraniums kunnen ook heel gezellig staan in pot. Je kunt ze zelfs in huis zetten, maar staan ook gezellig op je terras of balkon. Wanneer je geraniums in potten zet kun je het beste een goed water vasthoudende potgrond gebruiken. Dit zorgt dat de plant minder snel uitdroogt en je dus ook minder vaak water hoeft te geven. In de potgrond zit altijd voeding. Als deze voeding is uitgewerkt is het belangrijk om je plant te blijven voeden. Dit kan met een vloeibare voeding zoals Bio Terras & Balkon Voeding of je kunt kiezen voor Terras- & Balkon Voedingskegels. De kegels bevatten voeding voor 6 maanden. Het is alleen belangrijk om te voeden in het groeiseizoen, dus je bent dan in één keer klaar voor het hele jaar.
Je kunt geranium makkelijk verplaatsen door de wortels uit te graven. Doe dit wel voorzichtig, want de wortels breken snel af. Je kunt de geranium het beste in het voorjaar of najaar verplanten. Geef ze na het verplanten ruim water en snoei ze terug.
Petroselinum Crispum, beter bekend als peterselie, is een tweejarige plant die v...
Planttype: Kruiden
Grondsoort: Biologische Moestuingrond
Bemesten: voorjaar, zomer met Kruiden Mest
Standplaats: zon, halfzon
Snoeien:De plant is groenblijvend, snoei is niet nodig. Hooguit kan af en toe het oude, lelijk geworden blad weggeknipt worden rond maart.
Gebruik: salades, soepen, sauzen, visgerechten, groenteschotels
Hoogte: 30 cm
Blad/loof: half wintergroen, groen, eetbaar
Zaaitijd: februari, maart
Planttijd: maart, april, mei, juni
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september, oktober, november, december
Er bestaan veel verschillende variëteiten peterselie die je kunt opdelen in twee soorten: platte peterselie (ook wel bladpeterselie genoemd) en krulpeterselie. Door de sierlijke vorm van de bladeren wordt krulpeterselie vooral gebruikt als garnering bij gerechten. Platte peterselie heeft meer geur en smaak en wordt daarom graag aan gerechten zoals soepen en sauzen toegevoegd.
Vanaf maart kun je peterselie in de volle grond zaaien. Doordat peterseliezaden soms veel moeite hebben met ontkiemen kun je ook al in februari starten met voorzaaien in potten op de vensterbank. Je kunt daarbij in iedere pot met een doorsnede van 20 cm ongeveer 15 zaden gebruiken. In de volle grond zaai je de zaadjes op een plaats in de halfschaduw met een afstand van ongeveer 20 cm tussen iedere rij. Om de kans op ontkiemen te vergroten bedek je de zaden met niet meer dan 3 mm grond. Rond half mei mogen ook de zaailingen dan verplant worden naar een plekje in de volle grond.
Om later smaakvolle en geurrijke peterselie te oogsten kweek je de kruiden in vruchtbare en watervasthoudende bodem. Gebruik zowel in de kruidentuin als in de moestuin altijd biologische grond. Door tussen het oogsten door dit kruid te verwennen met biologische mest worden er nog sneller nieuwe bladeren en stengels aangemaakt. Zorg er verder voor dat de grond altijd vochtig is door regelmatig water te geven.
Na ongeveer 8 weken zijn de peterselieplanten klaar om geoogst te worden. Pluk de bladeren en stengels , maar zorg ervoor dat je niet te dicht in het hart van de plant plukt. Na het oogsten blijft de peterselieplant nieuwe bladeren aanmaken. Hierdoor kun je vele keren oogsten van dezelfde plant. Vanaf de herfstperiode stopt de plant met het aanmaken van nieuwe stengels en bladeren. Bescherm in de winter de peterselie door wat stro rondom de voet van de plant aan te brengen. Zo zal de plant in het voorjaar weer verder groeien en kun je het volgende seizoen opnieuw verse peterselie oogsten.
De sperzieboon is toch wel een typisch Hollandse groente en mag eigenlijk niet o...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: februari tot en met augustus
Standplaats: zonnig
Bloem: wit
Bloeitijd: juni, juli
Hoogte: 75 cm, 180 cm
Groeiwijze: klimmend, opgaand
Blad/loof: groen
Vrucht: groen, eetbaar
Gebruik: koken, verse consumptie
Zaaitijd: april, mei
Planttijd: mei, juni, juli
Oogsttijd: juli, augustus, september
Er bestaan enorm veel rassen en variëteiten wanneer het gaat om het kweken van sperziebonen. De soorten kun je in twee categorieën indelen: stokbonen en stambonen. Stambonen groeien laag bij de grond en worden ook wel struikbonen genoemd. Stokbonen groeien juist de hoogte in en hebben een constructie nodig om goed te groeien. Het hoogteverschil kan erg groot zijn. Zo worden de meeste struikbonen ongeveer 40 tot 50 centimeter hoog, waar stokbonen soms wel een hoogte van 3 tot 4 meter kunnen bereiken.
Sperziebonen dulden absoluut geen vorst en mogen daarom pas in de periode vanaf half mei tot juli worden gezaaid. Zaai de zaden op een zonnige plaats op 2 cm diepte in vochtig gemaakte grond. Voor struikbonen zaai je per 20 cm 3 zaden in een geultje. Voor de stokbonen houd je een hoeveelheid van 3 tot 4 bonen per stok aan.
Geef pas weer water zodra de zaailingen boven de grond verschijnen.
Wanneer er meer dan 3 tot 4 zaailingen op één plek zijn opgekomen is het belangrijk om de planten uit te dunnen. Zo krijgt iedere zaailing voldoende ruimte om uit te groeien tot een sterke volwassen bonenplant.
Sperziebonen zijn niet dol op bemesting. Daarentegen worden de planten wel graag verwend met wat compost. Aan de bodem stellen de sperziebonenplanten verder niet heel veel eisen, zolang deze maar niet te zuur is. Een zure bodem kun je meer basisch maken door wat kalk toe te voegen. Verder houden sperziebonen van een vochtige grond. Pas wel op dat de bodem nooit te nat is, hierdoor ontstaat snel rotting.
Een goede ondersteuning is erg van belang bij de groei van stokbonen. Gebruik hiervoor een hekwerk met gaas of aan elkaar gebonden klimstokken. Zo kun je stevige bamboestokken gebruiken die je in de vorm van een wigwam aan elkaar vastbindt.
Verder moet je de eerste weken goed oppassen voor vogels. Een net van gaas of vliesdoek beschermt je jonge zaaigoed tegen deze dieven. Zodra de zaailingen 2 tot 4 blaadjes hebben gevormd mag het net er weer af.
50 tot 60 dagen na het zaaien kun je de sperziebonen oogsten. Door regelmatig te oogsten stimuleer je de plant tegelijkertijd om nieuwe bonen aan te maken.
Bamboe, Bambuseae, is een prachtige groene plant die vooral in borders wordt gep...
Planttype: Bamboe, Heester
Grondsoort: Bio Tuinplanten Grond
Vochtigheid: normaal
Standplaats: halfzon, zon
Gebruik: solitair
Hoogte: 5 meter
Groeiwijze: opgaand
Blad/loof: groenblijvend
Winterhardheid: redelijk (-17,7 tot -12,3°C), USDA zone 7
Bamboe heeft behoefte aan een goede basisgrond voor tuinplanten. Bij aanplanten dient de wortelkluit geplant te worden met 2 tot 5cm grond erboven. Druk de grond niet te vast en houdt rekening met een dubbel zo diep en breed plantgat.
Bamboe staat het liefst op een zonnige plek, in halfzon of volle zon, en kan het beste geplant worden van maart t/m september. De plant groeit het beste in een goed doorlatende, voedzame grond. Bamboe kan redelijk winterhard zijn (tot ongeveer -12 tot -17 graden Celsius), maar jonge planten zijn gevoelig voor schraal winterweer. Het is daarom belangrijk om jonge Bamboe goed te beschermen in de winter. Goed gewortelde Bamboe gaat beter de winter in.
Bamboe is een snelle groeier en heeft in de zomer extra water nodig. Geef voldoende water, vooral bij aanhoudende droogte. Ook in de winter, tussen vorstperiodes door, kan het geen kwaad om water te geven. Snoei niet te vaak; het is aan te raden om oude halmen bij de grond af te snijden of eruit te trekken. Zo blijft de plant gezond en sterk.
Bamboe heeft veel behoefte aan stikstof (N), ongeveer 17N is ideaal voor deze tuinplant. Een goede keuze is de Pokon Groene Planten Voedingskorrels, die 15N bevatten en bovendien tot wel zes maanden lang voeding afgeven. Deze korrels zorgen voor een langdurige en geleidelijke voeding, waardoor je Bamboe gezond en krachtig blijft groeien.
Bamboeplanten hebben erg veel dunne bladeren waardoor ze vrij veel vocht verliezen. Geef daarom voldoende water, vooral bij aanhoudende droogte, maar ook in de winter tussen de vorstperiodes kan het geen kwaad.
Gele bladeren bij Bamboe kunnen ontstaan door verschillende oorzaken, zoals te weinig water, te droge lucht of een tekort aan voeding. Bamboeplanten verliezen veel vocht via hun dunne bladeren, dus bij een te droge omgeving of onvoldoende water kunnen de bladeren geel worden en soms ook oprollen. Ook een te felle zon kan de bladeren beschadigen en geel doen kleuren.
Snoei niet te vaak, dit heeft een negatieve invloed op je Bamboe. Het is raadzaam om de oude halmen bij de grond af te snijden of eruit te trekken. Bamboe Fargesia is trouwens een niet woekerende soort Bamboe.
Pisum sativum, beter bekend als de doperwt, is een populair gewas welke eigenlij...
Planttype: Groente
Grondsoort: kleigrond (kalkhoudend), kalkrijke grond, veengrond (zuur), normale grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Bloem: wit
Hoogte: 100 cm, 180 cm
Groeiwijze: klimmend
Blad/loof: groen
Vrucht: groen, eetbaar
Gebruik: koken
Zaaitijd: februari, maart, april
Planttijd: maart, april
Oogsttijd: juni, juli, augustus
Doperwten kun je vanaf januari voorzaaien onder glas. Eind februari kun je de zaailingen dan al buiten uitplanten in de moestuin. In de maanden maart en april kun je ook direct zaaien in de volle grond. De zaden plant je daarbij ongeveer 2 cm diep en met een plantafstand van 10 cm. Het kiemproces kun je versnellen door de zaden 24 uur van te voren in water te laten weken. Zaai de zaden op een plaats waar de afgelopen 5 jaar geen peulgewassen hebben gestaan.
Er bestaan overigens heel veel verschillende doperwtsoorten. Zo kun je kiezen voor het zaaien van laag groeiende soorten en hoog groeiende soorten.
Je kunt de niet al te hoge rassen ook in bakken of een emmer kweken. Het is dan handig om stokken in de bakken te plaatsen. Deze stokken bevestig je aan de bovenkant aan elkaar met een stuk touw. Hierdoor creëer je een wigwam waar de doperwtplanten naar hartenlust aan omhoog kunnen kruipen.
Doperwten stellen niet ontzettend veel eisen aan de grond. Zo wordt er juist afgeraden om in net verse bemeste of met compost bewerkte grond te zaaien. Doe een tijd van te voren al wat kant en klare mix van voeding en grond in je moestuinbak. Een dag voor het zaaien kun je de grond wel nog even losspitten en licht bemesten met kali. Zo verzeker je jezelf straks van een rijke en smakelijke oogst!
Erwtenplanten groeien in de hoogte. Een goed hekwerk met gaas of een verticale groeiconstructie zoals de wigwam is dan ook een vereiste om hoog groeiende doperwtsoorten goed te laten groeien. Tijdens het groeiproces is het belangrijk om de planten goed in de gaten te houden of er nog steeds voldoende ruimte is om tegenaan te klimmen.
Juni en juni zijn dé oogstmaanden voor doperwten. Doperwtjes die eerst onder glas zijn voorgezaaid kunnen vaak al enkele weken eerder worden geoogst. Het oogsten zelf doe je door de peulen voorzichtig met beide handen van de plant te verwijderen. De ideale grootte van de doperwten bij het oogsten is afhankelijk van je eigen voorkeur. Kleinere doperwten zijn vaak zoeter en sterker van smaak dan grote erwten. Vers zijn doperwten het lekkerst, maar met gemak bewaar je de groente ook nog enkele dagen in de koelkast.
De primula, welke ook wel de sleutelbloem wordt genoemd, staat bekend als een ge...
Wilde Primula’s komen vaak voor in de bergen van het noordelijk halfrond, waarvan al zo’n vijftien soorten in de Europese Alpen. Gele primula’s komen veel voor in het laagland, omdat bijen de bloemen hier bestuiven. In hooggelegen gebieden zie je juist vlinders die de plant bestuiven en daarmee zorgen voor witte, roze, blauwe of violette bloemen.
Leuke weetjes:
De primula komt voor in verschillende kleuren, zoals roze, rood, wit, paars, lila, geel en blauw. Naarmate de bloemen van de primula ouder worden, kunnen de kleuren van de donkerder en intenser worden, wat samen met de nieuwe lichte bloemen voor een prachtig effect kan zorgen. De meeste bekende Primula Sleutelbloem soorten zijn de Acualis, Vulgaris en de Veris.
De pruim is een fruitsoort die je gemakkelijk zelf kunt kweken. Een pruimenboom ...
Planttype: Fruit(boom)
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Standplaats: zon
Bloem: wit, in knop roze
Bloeitijd: april, laat
Bloemvorm: niet zelfbestuivend
Hoogte: 300 cm, 400 cm
Groeiwijze: opgaand
Vrucht: blauw, eetbaar, saprijk, friszuur, aangenaam aroma
Rijptijd: eind juli, begin augustus
Gebruik: handfruit/tafelfruit, gelei
Wind: beschut tegen harde wind
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Steenvruchten worden nooit sterk gesnoeid. In de zomer mag je dood hout verwijderen. Na de oogst kunnen steenvruchten worden gesnoeid. Takken die elkaar kruisen kun je verwijderen. Lange eenjarige takken moet je nooit half doormidden knippen, want dan krijg je veel groei in de boom en dat moet voorkomen worden. Laat daarom lange scheuten staan die het vruchthout kunnen worden of verwijderen ze helemaal, als de boom te groot wordt. Wees altijd voorzichtig met het snoeien van steenvruchten, ons advies: snoei je pruim de eerste vijf jaar niet.
Lees hier meer over fruitbomen en struiken snoeien.
Er is niets bitters aan Bitterblad (Exacum affine)! De kamerplant ruikt hartstik...
Planttype: Bloeiende kamerplant
Grondsoort: Kamerplanten Potgrond
Bemesten: 1 keer in de week
Bloem: wit, blauw
Bloeitijd: mei, juni, juli, augustus
Hoogte: 20 cm
Groeiwijze: bossig
Blad/loof: groen
Vochtigheid: wekelijks water geven
Standplaats: lichte standplaats
De kamerplant Bitterblad is het meest gelukkig op een plekje met indirect zonlicht bij een temperatuur rond 18°C. Zet Exacum affine dus niet boven de verwarming.
Bitterblad (Exacum affine) staat het liefst op een lichte standplaats met indirect zonlicht en een temperatuur rond 18°C. Zet Bitterblad niet boven de verwarming, omdat dit de plant kan uitdrogen en beschadigen.
Bitterblad is een bloeiende kamerplant die bloeit van mei tot augustus. De plant heeft een bossige groeiwijze en vraagt om regelmatige verzorging. Zorg dat de grond niet uitdroogt en geef wekelijks water. Verwijder uitgebloeide bloemen om de bloei te stimuleren.
Om Bitterblad gezond en bloeiend te houden, kun je de plant één keer per week bemesten met een geschikte kamerplantenvoeding, zoals Pokon Kamerplanten Voeding. Dit helpt de plant om veel bloemetjes te ontwikkelen.
Bitterblad heeft wekelijks water nodig, vooral tijdens de bloeiperiode van mei tot augustus. Zorg dat de grond vochtig blijft, maar voorkom dat de wortels in stilstaand water staan.
Gele bladeren bij Bitterblad kunnen ontstaan door te weinig water of een te droge lucht. Zorg voor een constante vochtigheid van de grond en een lichte, tochtvrije standplaats om dit te voorkomen.
Heb je toevallig een Moerbei in je tuin staan? De Ficus is hier familie van! Voo...
Ficus behoort tot de moerbeifamilie en groeit in het wild in Zuidoost-Azië en Australië. Daar kunnen ze tot wel 30 meter groot worden, binnen blijven ze een stuk handzamer. Het is één van de meest beschreven planten ter wereld. De naam Ficus betekent in het Latijns vijg en er zijn een aantal bekende gewassen binnen dezelfde familie: Moerbei, hennep, hop en de rubberplant, Ficus Elastica. Omdat het zo'n mooie en makkelijke huisgenoot is, is het ook een van de populairste woonplanten ter wereld.
Leuke feitjes:
Er zijn ruim 800 verschillende soorten Ficus bekend en er wordt geschat dat er meer dan 3000 variëteiten bestaan.
Deze mooie, groene Ficus heeft vele gezichten en is zowel verkrijgbaar met een volle kruin vol kleine blaadjes als een wat meer gestileerde plant met groter blad.
De Ficus Elastica, ook bekend als de 'Rubberplant', is een sterke plant afkomstig uit tropische gebieden, die vroeger werd gebruikt voor de winning van natuurrubber. Het produceert een witte latex wanneer gestekt of het blad beschadigd wordt, en heeft verschillende kweeksoorten door zijn vroegere populariteit.
De Ficus Lyrata, ook bekend als de 'Vioolplant' vanwege de vorm van zijn grote bladeren, groeit in de natuur tot wel 20 meter hoog in West-Afrika. Met zijn beperkte soorten en specifieke groei-eisen is deze plant minder divers dan andere Ficus-soorten.
De Ficus groeit het beste op een lichte standplaats met halfzon. Zet de plant niet in direct fel zonlicht, want dat kan de bladeren beschadigen. Vermijd ook tocht en plaatsen boven een verwarming. Een plek bij een raam op het oosten of westen is ideaal voor de meeste Ficus soorten.
De Ficus, waaronder Ficus Benjamina (Treurvijg), Ficus elastica (Rubberboom) en Ficus lyrata (Vioolbladplant), is een sterke kamerplant die relatief makkelijk te verzorgen is. Voor de Ficus Ginseng geldt een ander verzorgingsadvies. Zorg voor een lichte plek zonder direct zonlicht en geef regelmatig water, maar voorkom dat de grond te nat wordt. Voed de plant 1 Ã 2 keer per maand met Pokon Bio Groene Planten Voeding tijdens het groeiseizoen. Controleer de plant regelmatig op gele bladeren en pas watergift en standplaats aan indien nodig.
Voeden van de Ficus doe je 1 Ã 2 keer per maand met Pokon Bio Groene Planten Voeding in het groeiseizoen. Dit helpt de plant gezond en sterk te blijven. In de winter heeft de Ficus geen voeding nodig omdat hij dan in rust is.
De Ficus heeft zo nu en dan water nodig. Geef water zodra de bovenste laag van de potgrond droog aanvoelt. In de zomer zal de kamerplant iets meer water nodig hebben dan in de winter. Pas op met te veel water geven, want dat kan leiden tot gele bladeren. Het gietwater mag het liefst lauw zijn.
Gele bladeren bij de Ficus kunnen ontstaan door te veel water, te weinig licht of een plotselinge verandering in de omgeving. Controleer de standplaats en pas de watergift aan. Verwijder gele bladeren om de plant gezond te houden.
Heb je een nieuwe Ficus gekocht? Of wil je hem verpotten naar een grotere pot? Kies dan een goede potgrond uit, zodat je de Ficus een goede start geeft. Kamerplanten Grond is speciaal voor alle binnenplanten en kun je goed gebruiken voor je Ficus.
De Ficus heeft zo nu en dan een beetje water nodig. Geef water zodra je merkt dat de potgrond droog wordt. In de zomer zal de kamerplant een beetje meer water nodig hebben dan in de winter. Pas op met te veel water geven, de bladeren kunnen dan geel worden. Overigens krijgt de Ficus zijn gietwater het liefst lauw opgediend.
De Ficus is een ideale kandidaat voor snoei. Je kunt hem flink terugsnoeien tot kale takken, waarna hij weer mooi uitloopt. Dit helpt bij het vormen van een compacte en volle plant. Lees meer over kamerplanten snoeien.
De Ficus bestaat in vele soorten en maten, maar de Ficus Microcarpa Ginseng is e...Bonsai.
Planttype: Groene Kamerplant
Grondsoort: Bonsai Grond
Bemesten: 1 keer in de week, behalve tijdens de winter
Hoogte: 75 cm, 150 cm
Groeiwijze: Opgaand, breed opgaand
Blad/loof: Groenblijvend, groen
Vochtigheid: Matig water geven
Standplaats: Lichte standplaats, halfzon
De Ficus Ginseng is ook wel bekend als de Chinese Banyan, Gordijnvijg of Indiase Laurier. De Ginseng is een boom uit de vijgenfamilie Moraceae. Met name in de zomer leeft dit boompje helemaal op. De Ficus Ginseng is erg leuk om aan je interieur toe te voegen, dankzij zijn aparte vormen. Deze Bonsai ziet er vanuit elke hoek weer anders uit. Daarnaast staan Bonsaibomen in Japan symbool voor hun cultuur en wordt daar geloofd dat ze geneeskrachtige werkingen hebben.
Om je zo dierbare Ficus Ginseng goed te laten groeien is een juiste verzorging belangrijk. Daarbij hoort ook de juiste potgrond. De Ficus microcarpa Ginseng verzorg je volgens de bonsairegels. Speciaal voor dit soort miniboompjes is er Pokon Bonsai Grond. Je maakt de kamerplant zo sterker en minder gevoelig voor uitval of ziektes.
Om een goede verzorging compleet te maken, gebruik je Pokon Bio Bonsai Voeding voor jouw Ficus Ginseng. Met deze voeding zal jouw Bonsai groener en vitaler zijn. De voeding bevat essentiële voedingselementen en maakt van jouw Ficus een sterke kamerplant. Je geeft de Ficus Ginseng makkelijk extra voeding door een klein dopje aan het water toe te voegen dat je vervolgens aan de Ginseng geeft.
De Ficus Ginseng maak je blij met een lichte standplaats, maar vermijd hierbij een plek in de felle zon. Kijk ook uit met een plek boven de verwarming of een tochtige plek. In de winter kun je de plant naar een iets koelere plek verplaatsen.
De Ficus Ginseng vraagt om regelmatige verzorging volgens bonsairegels. Controleer regelmatig de vochtigheid van de potgrond en geef water wanneer de bovenste laag licht droog aanvoelt. Besproei de plant bij droge lucht om de luchtvochtigheid te verhogen. Snoei de plant af en toe om hem in vorm te houden, waarbij je ongeveer twee bladeren per zes tot acht nieuwe bladeren wegsnoeit.
Controleer voordat je de Ficus Ginseng water gaat geven of de potgrond nog vochtig of nat is. Zorg ervoor dat je de kluit nooit helemaal laat uitdrogen. Doorgaans is eenmaal water geven per week voldoende. Het is een beetje afhankelijk van de hoeveelheid licht die de Ficus Ginseng tot zich kan nemen en de temperatuur in huis. Is de lucht redelijk droog? Besproei jouw Bonsai dan regelmatig met water.
Gele bladeren bij de Ficus Ginseng kunnen ontstaan door te veel of te weinig water, of door een ongeschikte standplaats. Controleer daarom de vochtigheid van de potgrond en pas de watergift aan. Verwijder gele bladeren om de plant gezond te houden.
Je kunt de Ficus Ginseng in vorm houden door deze af en toe te snoeien. Knip ongeveer twee bladeren weg per zes tot acht bladeren die er bij zijn gegroeid. Wil je dat jouw Ficus een dikkere stam krijgt? Snoei hem dan in ieder geval een jaar niet. Dit bevordert de groei van de Ficus.
Er zijn veel verschillende soorten Bonsai boompjes (waaronder de Ficus Ginseng) en ze zijn allemaal leuk. De Bonsai komt oorspronkelijk uit Japan en betekent in het Nederlands letterlijk 'boom in pot'. Deze kamerplanten zijn tijdloos en blijven dan ook altijd populair. Ze zijn ook enorm leuk om als cadeau te geven aan iemand anders! Met de juiste verzorging is de Bonsai een mooie verrijking van jouw interieur.
Heb je een andere soort Bonsai dan de Ficus Ginseng? Bekijk dan hier de algemene verzorgingstips voor de Bonsai.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.