Planttype: Kruiden, Vaste plant
Standplaats: zon
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemeste...: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Hoogte: 50 cm
Snoeien:
De plant sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden, dus snoei zo rond maart.
Wind: beschut tegen harde wind
Bloem: roze, paars
Bloeitijd: juli, augustus, september
Blad/loof: grijsgroen
Gebruik: soepen, groenteschotels
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Een appelboom is altijd een goed idee. Naast dat appels heel smaakvol zijn als t...
Planttype: Fruit(boom)
Standplaats: zon
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer met Bio Fruitbomen Mest
Vochtigheid: normaal
Hoogte: 200 cm, 300 cm
Bloem: wit, roze
Bloemvorm: redelijk zelfbestuivend
Bloeitijd: laat
Rijptijd: eind september, midden oktober
Vrucht: saprijk, zoet, vast vruchtvlees, aangenaam aroma
Gebruik: handfruit/tafelfruit
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Het eerste jaar, tijdens of direct na het planten, wordt de koptak voor 1/3 teruggesnoeid en meestal ook de drie zijtakken (gesteltakken). Dit gebeurt omdat de boom nog moet groeien en zich moet vormen. Het volgende jaar worden de takken die gegroeid zijn op de insnoeiplaatsen weer voor 1/3 ingesnoeid. Dit blijf je herhalen totdat de boom de gewenste grootte heeft bereikt. Daarna snoei je de koptak en de gesteltakken niet meer en stopt de hoogte- en breedtegroei vanzelf. Door het insnoeien van de koptak en de gesteltakken komen er kleine takjes aan de ingesnoeide takken. Deze kleine takjes zijn belangrijk, dit worden namelijk de takjes waar vruchtknoppen en later de vruchten aan komen. Deze kleine takjes mag je nooit insnoeien! Hoe ouder deze takjes worden, hoe meer vruchtknoppen, hoe meer vruchten.
Bij oudere bomen kunnen op de gesteltakken weleens lange eenjarige loten ontstaan, dit zijn de zogenaamde waterloten. Als de boom van binnen te vol is moet je deze loten in z'n geheel verwijderen (nooit half doorknippen want dan ontstaan er weer zijtakken aan en krijg je een boom in een boom). Als er ruimte genoeg is mag je deze loten laten staan (niet inknippen) en het tweede jaar ook niets aan doen, zo ontstaat er een nieuwe vruchttak. Let op: het eerste jaar groeit een loot, het tweede jaar gaat hij vruchtknoppen zetten en het derde jaar kan hij vruchten geven. Je krijgt een boom nooit 'klein' door zwaar te snoeien, want: snoeien doet groeien.
Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen 'staan' op de tak en bladknoppen 'liggen' op de tak. Bij twijfel wachten met snoeien tot het voorjaar. De eerste knoppen in de boom die groen worden zijn altijd bloemknoppen en bladknoppen worden pas zo'n veertien dagen later 'wakker'. Bij het 'wakker' worden van de bloemknoppen kun je nog rustig snoeien.
Lees hier meer over fruitbomen en struiken snoeien.
Solanum melongena, beter bekend als de aubergine of eierplant, is een vruchtgroe...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 75 cm, 100 cm, 125 cm
Snoeien: Knip alle groene delen in oktober/november terug om de plant in model te brengen (voor je ze naar binnen haalt).
Groeiwijze: opgaand
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Bloem: lila
Blad/loof: groen
Vrucht: paars, eetbaar
Gebruik: verse consumptie, stoven
Zaaitijd: januari, februari
Planttijd: april, mei
Oogsttijd: juli, augustus, september
Er bestaan veel auberginesoorten in verschillende vormen, kleuren en maten. Zo heb je naast de bekendere paarse ovale soorten ook goudgele ronde soorten (bijvoorbeeld Golden Eggs), witte ovale soorten (White Egg), geribbelde ovale soorten (Violetta di Firenze) en gestreepte soorten (zoals Tsakoniki). Early Black Egg en Morden Midget zijn vrij tolerant in onze wat koudere klimaten en vormen daarmee de ideale beginnersoorten.
Doordat aubergineplanten van origine uit veel warmere oorden komen is de plant een wat lastiger te kweken groente. Om het zaaigoed te laten ontkiemen start je eind februari al met het voorzaaien in zaaibedden. Dit doe je in een verwarmde omgeving die, zowel dag als nacht, een temperatuur heeft van 25 graden. Afhankelijk van de warmte zullen de zaden dan in ongeveer 2 tot 3 weken ontkiemen.
In de maanden april of mei verplant je de zaailingen naar aparte grotere potjes. Vanaf de maand juni mag je de aubergineplantjes dan uitplanten in de volle grond. Gebruik hiervoor een plantafstand van 50 cm.
Aubergineplanten stellen niet veel eisen aan de grond, zolang deze maar niet te zuur en goed waterdoorlatend is. Maak de grond wat luchtiger door de bovenlaag te vermengen met wat compost, dit is ook meteen voeding voor de plant. Gebruik als bodem altijd biologische potgrond, zo verzeker je jezelf van een lekkere oogst.
Zodra de prachtige paarse of witte bloemen tevoorschijn komen kun je de aubergineplant door de plant lichtjes te schudden, helpen met de zelfbestuiving. Afhankelijk van de vruchtgrootte van het ras is het vaak verstandig om de plant ook te ondersteunen met stokken.
Zodra de aubergines hun uiteindelijke kleur hebben gekregen en je met je vingers licht in de vrucht kunt duwen is het tijd om te oogsten. Snijd met een scherp en schoon mes door het steeltje en verwijder zo de vrucht van de plant. Door regelmatig te oogsten maakt de plant sneller nieuwe vruchten aan.
Aubergines mag je overigens net als aardappels nooit rauw opeten! Pas als de groente is verhit, is de schadelijke hoeveelheid van de stof solanine verdwenen.
Planttype: Fruit(boom)
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtig...: normaal, vochtig
Standplaats: halfzon/zonnig
Snoeien: Blauwe bessen moeten niet teveel gesnoeid worden, alleen dode of zieke takken verwijderen. Wordt de struik te groot, dan enige takken geheel verwijderen. Laag hangende takken die op de grond komen mogen afgeknipt worden.
Gebruik: handfruit/tafelfruit, jam, gelei, gebak
Hoogte: 200 cm, 250 cm
Bloem: wit, roze
Bloemvorm: zelfbestuivend
Bloeitijd: laat
Vrucht: blauw, saprijk, zacht vruchtvlees, aangenaam aroma, zachtzuur
Rijptijd: begin juli, midden augustus
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
De Anthurium komt uit het regenwoud en groeit daar in een vochtige omgeving op n...
De Anthurium is familie van de Aracea en is bekend vanwege zijn mooie bloemen. In Nederland staat de plant bekend als de Flamingoplant. Hij komt van oorsprong uit Zuid-Amerika, waar hij in het regenwoud groeit. Bijzonder aan de Anthurium is dat hij het hele jaar door bloeit en in veel verschillende kleuren voorkomt.
Leuk feitjes:
De twee meest bekende soorten zijn de flamingoplant (Anthurium scherzerianum) en de lakanthurium (Anthurium andreanum). Deze plant is uniek omdat het een van de weinige bloeiende kamerplanten is die het hele jaar door bloemen produceert.
De flamingoplant is de eerste ontdekte anthuriumsoort en tevens de meest bekende. De bloem bestaat uit een rond of eivormig schutblad met een dunne, gekrulde bloeikolf. De naam verraadt het al een beetje: de flamingoplant is verkrijgbaar in felroze. Daarnaast kun je hem ook vinden in andere levendige kleuren, zoals oranje en paars.
De lakanthurium lijkt sterk op de flamingoplant, maar heeft een plastic-achtige glans. Bovendien verschillen de twee soorten in hun bloeiwijze. De lakanthurium heeft geen dunne, gekrulde bloeikolf, maar juist een dikke, rechte bloeikolf. Ook kun je de lakanthurium herkennen aan het schutblad, dat de vorm van een hart heeft.
Deze soort van de Anthurium lijkt niet op de bovenstaande twee, aangezien de crystallinum geen bloemkelken heeft, maar wel grote, fluweelzachte bladeren. Voor de ultimate urban jungle vibes in huis.
De Anthurium bloeit het best op een lichte plek, op een warme standplaats zonder direct zonlicht. Als je de Anthurium op een te donkere plek zet, zal de plant minder bloemen geven. Als de bloemen en bladeren een bruine of gele gloed krijgen, is dat een teken dat de Anthurium op een plek staat met teveel zonlicht. Verplaats de plant dan naar een donkerdere standplaats. Zie je juist groene bloemen? Dit betekent dat de Anthurium te weinig zonlicht krijgt. Zorg in ieder geval voor een minimale temperatuur in je huiskamer van 15 tot 16 graden.
De Anthurium komt van origine uit een vochtige omgeving en heeft daarom veel water nodig. Zeker in de zomer is het belangrijk om de Anthurium twee keer per week water te geven. Spray ook een beetje water op de bladeren. In de winter is de Anthurium in ruststand en is het voldoende om de kamerplant één keer in de twee weken water te geven. Voel aan de bodem of deze nog vochtig genoeg is om te bepalen of je opnieuw water moet geven. Zorg er in ieder geval voor dat de Anthurium nooit in droge grond staat. In de winter is de luchtvochtigheid binnenshuis vaak laag door de verwarming, dus besproei de bladeren van de Anthurium in deze periode met een plantenspuit om stof te verwijderen en de plant gezond te houden. Oude bladeren en bloemen die verkleuren kun je gemakkelijk met de hand verwijderen.
De Anthurium heeft alleen voeding nodig in de zomer. Gebruik hiervoor Pokon Bio Groene Planten Voeding en geef de plant één keer per week voeding. In het najaar en de winter is de Anthurium in ruststand en hoef je deze niet extra te voeden. Vanaf november geef je 6 weken lang geen voeding om de knopvorming te stimuleren.
De Anthurium heeft veel water nodig, vooral in de zomer: geef twee keer per week water en spray de bladeren. In de winter is het voldoende om één keer in de twee weken water te geven. Voorkom dat de grond uitdroogt, want de Anthurium houdt niet van droge grond.
Gele bladeren bij de Anthurium ontstaan vaak door te veel direct zonlicht of onjuiste verzorging. Dit kan ook komen door een tekort aan voedingsstoffen. Om je Anthurium weer gezond en sterk te maken, kun je het beste zorgen voor een lichte plek zonder direct zonlicht en de juiste voeding geven.
Je kunt de Anthurium bij voorkeur eens in de twee jaar in de lente verpotten als je merkt dat de plant te groot wordt. Door je Anthurium in een nieuwe pot te zetten, geef je de wortels weer alle ruimte om te groeien. Zorg goed voor je Flamingoplant, door te kiezen voor de beste potgrond. Gebruik voor je Anthurium de Pokon Anthurium Grond. Deze speciale potgrond heeft een luchtige basis en houdt water goed vast.
De Aronskelk begint als Callaknol en groeit vervolgens uit tot een prachtige pla...
Planttype: Eenjarige, Perkplant, Bloeiende kamerplant
Grondsoort: luchtige grond met een goede buffering van water en voedingsstoffen, zoals Pokon Anthurium Grond.
Bemesten: 1 keer in de 2 weken
Bloem: zalm, geel, roze, wit, zwart
Bloeitijd: april, mei
Hoogte: 75 cm, 100 cm
Groeiwijze: opgaand
Blad/loof: bladverliezend, groen, witbont
Gebruik: solitair
Vochtigheid: normaal, vochtig, regelmatig water geven
Standplaats: halfzon
De aronskelk Calla komt uit de familie van de Araceae, net als de Anthurium en de Spathiphyllum. Opvallend is het trechtervormige schutblad (spatha) en de eigenlijke bloem, de aar. Van oorsprong is de Calla afkomstig uit zuidelijk Afrika en groeit daar vaak in moerassen en langs oevers. Ze bloeien over het algemeen 2 tot 12 weken. Buitenshuis overleeft de plant het erg goed, hij is alleen wel vorstgevoelig. Binnenshuis is het belangrijk dat de Aronskelk op de goede plek staat en de juiste hoeveelheid water krijgt. Een volgroeide Aronskelk kan buiten tot wel drie meter hoog worden! Geen zorgen, in jouw huiskamer zal deze plant een maximale hoogte van een meter kunnen bereiken.
De Aronskelk wordt blij van voldoende zonlicht, maar heeft af en toe wat schaduw nodig. Zet hem daarom niet direct in de zon, maar op een lichte plek vlakbij het raam.
De Aronskelk mag regelmatig een scheutje water krijgen. Voel of de grond nog vochtig is. Is dit niet meer het geval en is de grond juist erg droog, dan is het tijd om weer water te geven. Probeer te voorkomen dat de Aronskelk een voetenbad krijgt. De wortels van de plant kunnen gaan rotten als hij is teveel water krijgt.
Om er zeker van te zijn dat jouw Aronskelk lang meegaat en een mooi, gezond uiterlijk behoudt, kun je de plant af en toe extra voeding geven. Als je eens in de twee weken Pokon Bio Groene Planten Voeding geeft, blijven de aronskelken mooi van kleur. De bladeren zullen een diepgroene kleur houden, waardoor de prachtige bloemen van de Aronskelk nog beter tot hun recht komen. De bloemen van Aronskelk kunnen verschillende kleuren hebben, waaronder geel, roze, wit of zwart. Je kiest de plant die past bij jouw interieur! De Aronskelk bloeit in de maanden april en mei. Tijdens de bloeiperiode kan de plant vaak wat extra voeding gebruiken. Oude bladeren kunnen gerust worden afgesneden.
Het sierlijke kruid bieslook mag met zijn heerlijke smaak, holle bladeren en pra...gemakkelijk zelf kweken.
Planttype: Kruiden, vaste plant
Standplaats: zon, schaduw
Hoogte: 20-30 cm
Snoeien: Bieslook sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weet uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden.
Grondsoort: Biologische potgrond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Bloem: roze, lila
Bloemvorm: bolvormig
Bloeitijd: juni, juli
Blad/loof: bladverliezend, groen
Gebruik: salades, sauzen, soepen, kruidensauzen, groenteschotels
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Bieslook kun je binnen onder glas of op een zonnige vensterbank al vanaf maart zaaien. Wanneer je liever direct in de volle grond zaait kun je vanaf mei starten met kweken. Zaai de zaden in rijen met een rijafstand van 15 tot 20 cm en op 0,5 cm diepte. Bieslook gedijt zowel op een plek in de volle zon als in de schaduw en leent zich daarnaast ook heel goed om te kweken in bakken en potten op het balkon of terras. Na ongeveer twee weken ontkiemen de zaadjes en verschijnen de eerste sprietjes boven de grond.
Bieslook houdt van goed bemestte en niet te zure bodem. Om zo lang mogelijk van de smaakvolle blaadjes van de plant te oogsten geef je tijdens de groei zo nu en dan ook wat extra biologische mest.
Het verzorgen van bieslook is geen lastig of tijdrovend klusje. Bieslook vraagt wel om een vochtige grond, geef daarom regelmatig water aan de voet van de plant.
6 tot 8 weken na het zaaien kun je de smaakvolle bladeren van bieslook oogsten. Ook de bloemen zijn eetbaar en kun je gelijktijdig meeoogsten. Door de bloemen regelmatig weg te knippen stimuleer je de kruidenplant ook nog eens om meer groen aan te maken. Zo hoeft de bieslookplant minder energie te steken in het aanmaken van zaden.
Je kunt bieslook prima in de vriezer bewaren, maar vers afgeknipte bieslook is natuurlijk het lekkerste. Om ook in de winter te genieten van je zelfgekweekte verse bieslook graaf je de plant in de herfst uit en verpot je de kruidenplant naar een pot voor op de vensterbank. Zo kun ook tijdens de koude dagen genieten van verse bieslook in je soepen en gerechten.
De groene en rode beukenhaag (Fagus Sylvatica) en haagbeuk (Carpinus Betulus) zi...
Planttype: Boom, Heester
Grondsoort: speciale aanplantgrond
Vochtigheid: normaal
Standplaats: schaduw, halfzon, zon
Gebruik: haagplant
Bloem: groen
Bloemvorm: katjes
Bloeitijd: april, mei
Blad/loof: herfstkleur, bladverliezend
Takken/bast: gekleurd
Wind: windbestendig
Hoogte: 12 meter
Groeiwijze: bolvormig, opgaand
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Al bij het aanplanten van je haag kun je het verschil maken met grond. Je voorkomt uitval als je tijdens het aanplanten met een aantal zaken rekening houdt. Om te beginnen mag het niet te warm zijn. De beste periode om aan te planten is dan ook het najaar. Ga je op een zonnige voorjaarsdag aanplanten doe dat dan ’s avonds.
Begin met het graven van een geul. Vóór het graven is het handig om de lengte van je haag aan te duiden met touw van begin tot eind. Op die manier graaf je recht. Graaf ruim 2x zo breed en diep als de wortelkluit. Meng vervolgens aanplantgrond door de afgegraven grond. Houd rekening met een verhouding van 1/3 aanplantgrond en 2/3 afgegraven grond. Plaats de beuken erin, zo’n 5 per meter, gooi de grond terug in de geul en stamp de grond goed aan rond de wortelhals. Geef daarna ruim water en blijf dat, zeker als het weinig regent, de eerste weken regelmatig doen.
De haag kan veel schaduw verdragen, maar ook in de zon staan. Zorg er dan wel voor dat je voldoende water geeft.
Na een aantal maanden is de voeding in de grond voor de hagen uitgewerkt. Voor een sterke en gezonde haag is het belangrijk om regelmatig te bemesten met een speciale beuken en hagen voeding. Naast de basisvoedingsstoffen, kun je je haag namelijk extra verwennen met een voeding die magnesium en ijzer bevat. Hierdoor zal de groene kleur nog intenser zijn. Je kan het beste ’s avonds voeding geven, dan is de zon niet meer zo fel.
Door te snoeien bevorder je het blad van je haag. Hoe meer je snoeit hoe dikker de haag zal worden. Daarnaast kun je de grootte van de plant in toom houden. Hagen groeien gemiddeld zo’n 40-50 cm per jaar. Zorg bij het snoeien van je planten altijd voor een goede scherpe snoeischaar. Net als bij het aanplanten en voeden kun je het beste snoeien als het niet te zonnig is. Snoei je beukenhaag en haagbeuk altijd voor de langste dag (medio juni) van het jaar.
Hagen hebben vooral direct ná het planten veel water nodig. Daarna, afhankelijk van de regenval, eens per week. Let op dat je goed op de bodem water geeft.
Ocimum basilicum, beter bekend onder de naam basilicum, wordt ook wel de koning ...gemakkelijk zelf kweken.
Snoeien: Snoei is niet nodig bij deze plant.
Licht: zon
Gebruik: salades, sauzen, soepen, vleesgerechten, groenteschotels
Planttype: Kruiden
Zaai- en planttijd: april, mei, juni, juli
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Winterhardheid: slecht (-6,6 tot -1,2°C), USDA zone 9
De meest bekende basilicumsoorten zijn Genovese en Sweet basil, deze soorten vind je veel bij tuincentra en supermarkten. De vaak groene basilicum kun je echter ook vinden in heel andere kleuren en smaken. Zo hebben de soorten Dark Opal en Red Rubin een vergelijkbare smaak, maar zijn donkerpaars gekleurd. Wie voor een soort met bijzondere smaak zoekt kan kiezen voor Anis Blanc basil met een anijsachtige smaak, Cinnamon basil met een kaneelachtige smaak of voor Mrs. Burns lemon basil met een citroenaroma.
Vanaf half april kun je basilicum buiten in de volle grond of in potten zaaien. Kies voor een plek in de volle zon. Hoe warmer de buitentemperatuur, hoe sneller de zaden zullen kiemen en hoe lekkerder het eindresultaat na het oogsten. Zaai zaden in de volle grond met een afstand van zo’n 30 centimeter en bedek ze daarna met een laagje grond van ongeveer een halve centimeter. Gemiddeld kiemen de zaden van basilicum binnen 7 tot 12 dagen. In pot mag je basilicum dicht op elkaar zaaien, zodat de planten vooral in de hoogte zullen groeien.
De lekkerste basilicum begint met de juiste grond. Gebruik voor het kweken van kruiden en groenten altijd biologische potgrond. Geef de planten na het zaaien regelmatig water maar voorkom dat de planten volledig onder water staan om verrotting te voorkomen. In de periode juli tot en met augustus kun je de planten voeden met biologische plantenvoeding. Basilicum in pot vraagt vaker om bemesting dan planten in de volle grond.
Basilicum in de volle grond kun je van mei tot en met oktober oogsten. Pluk de blaadjes vanuit de top van de plant of knip de gehele stengel af met een schone schaar. Omdat basilicum na het plukken snel slap wordt, kun je deze het beste vlak voor gebruik oogsten. Knip altijd boven de eerste twee blaadjes vanaf de grond, zodat de basilicum daarna weer verder kan groeien.
Bamboe, Bambuseae, is een prachtige groene plant die vooral in borders wordt gep...
Planttype: Bamboe, Heester
Grondsoort: Bio Tuinplanten Grond
Vochtigheid: normaal
Standplaats: halfzon, zon
Gebruik: solitair
Hoogte: 5 meter
Groeiwijze: opgaand
Blad/loof: groenblijvend
Winterhardheid: redelijk (-17,7 tot -12,3°C), USDA zone 7
Bamboe heeft behoefte aan een goede basisgrond voor tuinplanten. Bij aanplanten dient de wortelkluit geplant te worden met 2 tot 5cm grond erboven. Druk de grond niet te vast en houdt rekening met een dubbel zo diep en breed plantgat.
Bamboe staat het liefst op een zonnige plek, in halfzon of volle zon, en kan het beste geplant worden van maart t/m september. De plant groeit het beste in een goed doorlatende, voedzame grond. Bamboe kan redelijk winterhard zijn (tot ongeveer -12 tot -17 graden Celsius), maar jonge planten zijn gevoelig voor schraal winterweer. Het is daarom belangrijk om jonge Bamboe goed te beschermen in de winter. Goed gewortelde Bamboe gaat beter de winter in.
Bamboe is een snelle groeier en heeft in de zomer extra water nodig. Geef voldoende water, vooral bij aanhoudende droogte. Ook in de winter, tussen vorstperiodes door, kan het geen kwaad om water te geven. Snoei niet te vaak; het is aan te raden om oude halmen bij de grond af te snijden of eruit te trekken. Zo blijft de plant gezond en sterk.
Bamboe heeft veel behoefte aan stikstof (N), ongeveer 17N is ideaal voor deze tuinplant. Een goede keuze is de Pokon Groene Planten Voedingskorrels, die 15N bevatten en bovendien tot wel zes maanden lang voeding afgeven. Deze korrels zorgen voor een langdurige en geleidelijke voeding, waardoor je Bamboe gezond en krachtig blijft groeien.
Bamboeplanten hebben erg veel dunne bladeren waardoor ze vrij veel vocht verliezen. Geef daarom voldoende water, vooral bij aanhoudende droogte, maar ook in de winter tussen de vorstperiodes kan het geen kwaad.
Gele bladeren bij Bamboe kunnen ontstaan door verschillende oorzaken, zoals te weinig water, te droge lucht of een tekort aan voeding. Bamboeplanten verliezen veel vocht via hun dunne bladeren, dus bij een te droge omgeving of onvoldoende water kunnen de bladeren geel worden en soms ook oprollen. Ook een te felle zon kan de bladeren beschadigen en geel doen kleuren.
Snoei niet te vaak, dit heeft een negatieve invloed op je Bamboe. Het is raadzaam om de oude halmen bij de grond af te snijden of eruit te trekken. Bamboe Fargesia is trouwens een niet woekerende soort Bamboe.
De (Japanse) Azalea is net als de rododendron en de hortensia een zuur minnende ...
De Azalea is een tuinplant met vele gezichten die in haast elke tuin tot zijn recht komt: van een superstrakke tot een natuurlijke tuin. In mei en juni bloeit de azalea gul en sierlijk met romantische bloemen in wit, roze, rood of paarsrood maar er zijn ook soorten met tweekleurige bloemen. Zo verschillend als het kleurenpalet, zo verschillend is de groeivorm van de tuinplant. Van struikvorm tot ‘op stam’ en van mini tot piramidevormige planten. En zelfs de bloemvorm kan verschillen, van groot en klein tot dubbel- en enkelbloemig. Maar laat je ook gerust verrassen door azalea’s met helder groene of ‘zwarte’ bladeren.
De oerversies van de Azalea bestaan al 70 miljoen jaar. De plant is inheems in Japan en China, en komt uit de Rhododendronfamilie met meer dan 150 leden. De tuinplant die in Europa zo bekend is, is oorspronkelijk gecultiveerd door Boeddhistische monniken en in de VOC-tijd deze kant op gekomen.
Azalea's zijn een lust voor het oog, maar zonder een goede basis kan de bloei nog wel eens tegenvallen. Azalea's hebben behoefte aan een humusrijke, zure grond. Gebruik voor jouw plant Bio Hortensia Potgrond. De grond bestaat uit hoogwaardige grondstoffen, zoals turstrooisel, tuinturf en rijstkaf. Jouw Azalea zal meer weerstand krijgen tegen ziektes en plagen. Deze zure grond wordt ook gebruikt voor andere zuurminnende planten, zoals hortensia's en rhododendrons.
Zet jouw Azalea op een lichte standplaats, want hier groeit de plant het best. Probeer rechtstreeks zonlicht wel te vermijden, om uitdroging te voorkomen.
De Azelea is een plant die houdt van een vochtige ondergrond. Als het een periode veel heeft geregend, heb je geluk, want dat is vaak al voldoende voor de tuinplant. Regenwater is ook beter voor de Azalea dan kraanwater, omdat kraanwater teveel kalk bevat.
Bij langdurige droogte, kun je één keer per week de potkluit in een emmer dompelen en uit laten lekken. Zo heeft je Azalea weer wat extra vochtreserve voor de komende dagen.
Over het algemeen vragen Azalea's weinig onderhoud. In het voorjaar bemesten met een meststof met veel kalium en magnesium geeft de plant een goede basis voor de rest van het voorjaar en de zomer. Hiervoor kun je het beste Rodo, Hortensia & Azalea Mest gebruiken. Nadat je de Azalea gevoed hebt, is het belangrijk om de plant daarna veel water te geven. Met de juiste voeding zal jouw Azalea nog mooier bloeien en meer weerstand krijgen. Door de extra toevoeging van Magnesium en Ijzer krijgen je bloemen daarnaast een intensere kleur.
Snoeien doe je bij voorkeur direct na de bloei in juli en indien nodig kun je na de winter de dode takken afknippen. Je kunt rustig duimdikke takken verwijderen: er verschijnen op het hout altijd weer genoeg ogen.
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zom...
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.