Een groente die je vast en zeker kent is de Cucumis Sativus, beter bekend als de...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Vochtigheid: normaal, vochtig
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Snoeien: Snoei is niet nodig bij deze plant.
Bloem: geel
Bloeitijd: juni, juli, augustus
Hoogte: 100 cm, 150 cm, 200 cm
Groeiwijze: klimmend
Blad/loof: groen
Vrucht: geel, groen, eetbaar, grote vrucht, friszuur
Gebruik: salades, verse consumptie
Zaaitijd: februari, maart, april
Planttijd: april, mei, juni
Oogsttijd: juli, augustus, september
winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
Wanneer je besluit komkommers te gaan kweken kun je kiezen uit ontzettend veel verschillende soorten en maten. Naast de bekende groene variant bestaan er snoepkomkommers, gele bittere komkommers, witte komkommers, ronde komkommers en zelfs komkommers die net als courgette in struikvorm groeien. De komkommers die je zelf kweekt wijken vaak wel wat af van de soorten die je in de winkel terugvindt. De zelf gekweekte vruchten zijn vaak minder glad en recht, maar wel vele malen smaakvoller!
Vanaf half april kun je komkommers op één centimeter diepte en een plantafstand van 0,5 tot 1 meter in de volle grond zaaien. Komkommerzaden hebben echter veel warmte nodig om te ontkiemen. Je kunt de plantjes daarom het beste een al vanaf februari voorzaaien in een warme kas of op een zonnige vensterbank.
Vanaf eind mei kunnen de komkommerzaailingen naar buiten zodra ze minimaal 6 bladeren hebben gevormd. Verplant de komkommerplantjes naar een zonnige en beschutte plaats in de tuin, op minimaal 50 cm afstand van elkaar.
Of ga voor gemak en schaf voorgekweekte komkommerplantjes aan in het tuincentrum. Deze kun je dan vanaf half april direct in de volle grond planten.
Na ongeveer 6 weken kun je vaak al de eerste komkommers oogsten. Zorg ervoor dat je de komkommers altijd met schoon en scherp gereedschap oogst. Daarnaast geldt: hoe kleiner geoogst, des te smaakvoller de vrucht. Wacht daarom niet te lang met het oogsten en laat de komkommers niet te lang en zwaar worden. Bewaar de geoogste komkommers ten slotte op een koele en droge plaats.
Curcurbita pepo, beter bekend onder de naam courgette, is een echte topper voor ...
Planttype: Groente
Standplaats: zonnig
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Breedte: 100 cm, 150 cm
Bloem: geel
Groeiwijze: bodembedekkend, kruipend, breed spreidend
Blad/loof: groen
Vrucht: geel, groen, eetbaar
Zaaitijd: april, mei
Planttijd: mei, juni
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september
Gebruik: verse consumptie, salades
Winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
Courgettes zijn er in heel veel verschillende soorten en maten. Naast de bekende groene langwerpige variant kun je ook ronde soorten (zoals Ronde de Nice), gele soorten (Golden Zucchini), witte soorten (Blanco Medio Largo) en gestreepte soorten (Safari) kweken.
In de maanden mei en juni kun je courgette zaaien op een zonnige plaats in de volle grond op 2 cm diepte. Courgetteplanten worden erg groot, houd daarom een zaaiafstand van minimaal 75 Ã 100 cm per zaadje. Wanneer je al eerder wilt starten kun je courgettes ook voorzaaien in potten vanaf half april. Rond half mei is de kans op vorst geweken en kunnen de courgettes uitgeplant worden in de volle grond.
Courgetteplanten stellen niet veel eisen aan de grond en groeien op vrijwel iedere bodem. Voor het beste resultaat kun je de courgette bij voorkeur zaaien in biologische moestuingrond met een hoog kaliumgehalte. Door de grote bladeren kunnen courgetteplanten bij warm weer erg veel water verdampen. Geef de plant dan iedere avond water aan de voet van de plant.
Rond juli begint de plant vruchten te produceren en kun je starten met het oogsten van de eerste courgettes. Knip of snijd met schoon en scherp gereedschap de vruchten af bij het steeltje. Kijk daarnaast ook goed onder de grote bladeren van de plant of er nog vruchten verstopt liggen. Door elke dag even te kijken en regelmatig te oogsten worden de courgettes niet te groot. Ook blijft de plant zo nieuwe vruchten aanmaken.
Kwee, ook wel kweepeer of kweeappel genoemd, is een boompje die nauw verwant is ...
De Kwee is een struikachtige boomsoort die deel uitmaakt van de rozenfamilie. Van oorsprong komt Kwee uit de omgeving rondom de Kaspische zee. Je vindt hem in onder andere Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. In Europa komt Kwee voor in de zuidelijke landen. Ook vind je dit fruitboompje in Japan.
Er zijn twee soorten kwee, namelijk appelvormig en peervormig. Het grootste verschil tussen de verschillende rassen zit hem in de smaak.
De C. oblonga Agvambari, C. oblonga Bourgeault, C. oblonga Ekmek en de C. oblonga Rea’s Mammoth zijn een greep uit de peervormige Kwee varianten.
De Agvambari staat er om bekend snel te groeien. De Bourgeault daar en tegen kan wat minder snel groeien, maar staat bekend om zijn zeer rijke oogst.
De C. oblonga Leskocacka, C. oblonga Ludovic, C. oblonga Aromatnaya en de C. oblonga Maliformis zijn voorbeelden van de appelvormige Kwee.
Leskocacka is een winterharde variant. De Aromatnaya geeft veel vruchten. Ook zijn de vruchten van deze variant rouw te eten. De Maliformis blijft wat kleiner maar geeft een prima oogst. Ook bij lagere temperaturen rijpen de vruchten goed.
Je kunt de Kwee het beste verplaatsen in de periode van november tot en met maart. In deze periode is het boompje namelijk niet actief. Verplaats de Kwee vooral niet in de zomerperiode.
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Standplaats: zon
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemeste...: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Hoogte: 50 cm
Snoeien:
De plant sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden, dus snoei zo rond maart.
Wind: beschut tegen harde wind
Bloem: roze, paars
Bloeitijd: juli, augustus, september
Blad/loof: grijsgroen
Gebruik: soepen, groenteschotels
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Wortel, Daucus carota, is een leuke en makkelijke beginnersgroente in de moestui...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Gebruik: waardplant voor vlinders
Bloem: wit
Hoogte: 20 cm, 30 cm
Blad/loof: groen, fijnbladig
Vrucht: oranje, eetbaar
Gebruik: sap, koken, salades, verse consumptie
Zaai- en planttijd: maart, april, mei, juni, juli
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september
Wortels kun je binnen en onder glas vrijwel het gehele jaar door kweken in vermiculiet. Maar vanaf eind maart t/m juli mogen de zaden ook direct de volle grond in. Uit hetzelfde zaad kun je vaak zowel zomerwortels als winterpenen kweken. Het verschil in kweken zit ‘m in het oogstperiode, winterpenen vragen uiteraard om meer geduld en hebben een langere groeiperiode nodig. Zaai op 1 cm diepte en houd een rijafstand van 20 tot 30 cm aan. Wortels kun je trouwens ook heel goed in potten kweken.
Een van de belangrijkste taken bij het kweken van wortels is het uitdunnen van de zaailingen. Wanneer je deze stap overslaat zullen de wortels door ruimtegebrek minder goed groeien en kunnen zelfs om elkaar heen gaan groeien. Dit geldt uiteraard vooral voor de winterpenen, hierbij houd je een afstand van 6 tot 10 cm aan. Voor zomerwortels is een afstand van 3 tot 5 cm al voldoende.
Wortels hebben niet veel bemesting nodig. Een teveel aan mest zorgt er vaak vooral voor dat het loof hard groeit maar de groei van de wortels zelf achterblijft. Enkele maanden voor het zaaien kun je de grond nog wel van wat mest voorzien. Verder groeien wortels het liefst op een luchtige en losse bodem. Spit daarom de bodem flink om voor je start met kweken.
Het wieden van onkruid en het geven van voldoende water zijn de meest belangrijke taken bij de verzorging van de wortelteelt. Wieden gaat overigens een stuk makkelijk wanneer je de wortels netjes in rijen hebt gezaaid.
Je kunt de wortels bij elk gewenst formaat oogsten. De grootte kun je vaak al goed inschatten door de dikte die de bovenkant van de wortel laat zien. Voor zomerwortels oogst je de wortels vanaf juli. Wanneer je graag dikke winterpenen wilt kweken moet je wel wat meer geduld hebben en kun je vanaf oktober de eerste peentjes oogsten. Hoe langer je wacht, hoe groter en dikker de wortel. Je oogst door met een spitvork de wortels voorzichtig omhoog uit de grond te halen. Voor het verlengen van de versheid van de wortels verwijder je na het oogsten direct het loof.
Zonnehoed is een kleurrijke, bloeiende plant voor in de border. De eerste bloeme...
Zonnehoed, ook wel Echinacea, komt oorspronkelijk uit de centrale en oostelijke delen van Noord-Amerika. De plant is er in de meest uiteenlopende kleuren. Er zijn ongeveer 10 verschillende soorten Zonnehoed bekend.
Dit zijn een aantal populaire soorten op een rij:
De purpurea is misschien wel de bekendste soort Zonnehoed. Ondanks dat de naam misschien de indruk werkt dat het een variant is met onder andere paarse bloemen, zijn de bloemen lila/roze.
De Echinacea Sundown heeft een wat subtielere kleur dan de purpurea, namelijk rood tot perzikkleurig.
De Echinacea Pallida valt op door de apart gevormde bladeren. In tegenstelling tot de andere soorten heeft de Pallida namelijk smalle, langwerpige bladeren in een lichtpaarse kleur. Deze variant bereikt een hoogte van 45 tot 75 centimeter.
De Art’s Pride heeft dunne, oranje gekleurde blaadjes. De kleur trekt direct te aandacht. Ook geven deze bloemen een heerlijke geur af. Gemiddeld wordt deze variant 60 centimeter hoog.
De Echinacea Sombrero Salsa Red is een compacte variant zonnehoed met bijzonder gevormde bladeren. De bloemen zijn groot en rood van kleur. Het hart van de bloemen is donkerbruin.
Ook in de winter ziet zonnehoed er sierlijk uit. Ondanks dat je dan niet kunt genieten van de kleurrijke bloemen vormen de stekelbolletjes een mooi winters beeld. Wanneer het niet meer vriest kun je de afgestorven delen afknippen tot aan de grond. Zonnehoed is winterhard en groeit dus gewoon weer terug.
Het licht pittige plantje rucola kun je gemakkelijk, snel en bijna jaarrond kwek...
Planttype: Groente
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon, halfzon
Groeiwijze: bodembedekkend
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Blad/loof: half wintergroen, groen, eetbaar
Gebruik: salades, sauzen, visgerechten, groenteschotels
Zaaitijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Planttijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Oogsttijd: april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december
Rucola, ook wel bekend als Zwaardherik of raketsla, is een eenjarige plant uit de kruisbloemenfamilie. De bladeren zijn lang, grof en gekarteld, met een pittige, nootachtige smaak. Rucola wordt al sinds de Middeleeuwen geteeld in het Middellandse Zeegebied en is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de moderne keuken.
Je kunt rucola zaaien van maart tot en met oktober, zowel in de volle grond als in potten of bakken. Voor de beste smaak zaai je bij voorkeur in het voor- of najaar, wanneer de temperaturen koeler zijn.
@pokon_nl Rucola kweken in juni? Zeker! ? Zaai met de hand ? 10 cm tussen de zaadjes ? Meteen water geven ⳠBinnen 4 à 5 weken oogsten ? En ja: de bloemen kun je óók eten! Ook leuk: radijs, pluksla en wortels zaaien ? #Rucola #MoestuinTips #Moestuinieren #Tuinieren #JuniTips #Kweken #Zaaien #Pokon ♬ original sound - Pokon
Rucola is een makkelijke plant, maar vraagt wel om voldoende water. Vooral tijdens warme zomerdagen is het belangrijk dat de grond vochtig blijft. Te weinig water kan leiden tot een te scherpe smaak en slappe bladeren.
Rucola groeit snel: binnen enkele weken kun je al beginnen met oogsten. Pluk de blaadjes jong voor een milde smaak, of wacht iets langer voor een pittigere bite. Laat het hart van de plant intact zodat je meerdere keren kunt oogsten.
Zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig blijft. In droge periodes kan dit betekenen dat je dagelijks water moet geven.
Ja, rucola doet het ook goed op een zonnige vensterbank of in een kas. Zorg wel voor voldoende licht en luchtcirculatie.
Zaai bij voorkeur in het voor- of najaar en houd de grond vochtig. Bij hoge temperaturen schiet rucola sneller door.
Ja! De bladeren zijn pittiger van smaak en ook de bloemen zijn eetbaar en decoratief.
Een biologische lichte bemesting in het groeiseizoen is voldoende. Overbemesting kan de smaak beïnvloeden.
Een vijg is een boom waar je niet per se hele groene vingers voor nodig hebt. He...
Planttype: Heester
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Standplaats: zon
Wind: beschut tegen harde wind
Hoogte: 200 cm, 300 cm
Snoeien: Vijg hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de vijg in model te houden kan men in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de plant te behouden.
Groeiwijze: opgaand
Bloem: wit
Bloeitijd: maart
Vrucht: eetbaar, groen
Blad/loof: bladverliezend
Winterhardheid: matig (-12,2 tot -6,7°C), USDA zone 8
Foeniculum vulgare, beter bekend als Venkel, wordt veel gebruikt in de keuken. D...
Planttype: Kruiden, groente, vaste plant
Grondsoort: normale grond, zandgrond
Bemesten: Moestuin Grond
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: zon, halfzon
Hoogte: 50 cm
Snoeien: Venkel sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen rond maart, kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden.
Blad/loof: groen, bladverliezend
Gebruik: salades, sauzen, soepen, visgerechten, groenteschotels, waardplant voor vlinders
Hoogte: 150 cm
Groeiwijze: luchtig vertakt
Bloem: geel, groen
Bloeitijd: juli, augustus
Bloemvorm: schermvormig
Planttijd: maart, april, mei, juni
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Knolvenkel zaaien kan op verschillende momenten in het jaar, afhankelijk van het moment waarop je graag wilt oogsten. Zo kun je knolvenkel in het voorjaar, maart of april, zaaien binnen of in een kas. Je kunt de plantjes dan uitplanten buiten zodra ze groot genoeg zijn. Vanaf mei kun je ook zaaien in volle grond. Knolvenkel heeft ongeveer 4 maanden nodig van zaadje tot oogst. Je kunt dus oogsten tussen juli en september, afhankelijk vanaf wanneer je hebt gezaaid.
Je kunt knolvenkel ook zaaien in de zomer. Als je tussen 21 juni, de langste dag, en eind juli zaait in de volle grond kun je nog in oktober genieten van een heerlijke oogst uit je moestuin.
Zaai in rijen op een diepte van 1,5 cm. Dun de zaailingen uit na het opkomen tot er ongeveer 30 cm tussen iedere plant zit.
Een knolvenkel is na ongeveer 14 weken klaar om de oogsten. Je oogst knolvenkel door de knol boven de grond af te knippen. De wortels laat je in de grond zitten. Wanneer je in het voorjaar bent begonnen is er nog kans dat de plant een tweede oogst opbrengt. Je kunt de knollen het beste zo snel mogelijk na het oogsten opeten.
Apium graveolens dulce, beter bekend als bleekselderij, is een veelal onmisbare ...
Planttype: Tweejarige, Kruiden - Eenjarig, vaste plant
Standplaats: zon, schaduw
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Snoeien: Snoei is niet nodig bij Bleekselderij.
Bloem: wit
Bloemvorm: schermvormig
Blad/loof: groen, half wintergroen
Gebruik: salades, soepen, vleesgerechten, visgerechten, groenteschotels
Bloeitijd: juli, september, augustus
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Om in de zomer te genieten van heerlijke bleekselderijstengels kun je in de maand maart het beste al beginnen met voorzaaien in vermiculiet. Dit doen je onder glas of op een warme plaats, zoals in de vensterbank boven een radiator. Selderijzaad staat helaas niet bekend om zijn snelle ontkieming. Zaai daarom nooit dieper dan 1,5 cm. Zaai met een diepte van 1,5 cm in goed bemeste en vochtige grond. Bij een temperatuur van 20 graden ontkiemen de zaden na twee tot drie weken.
Vanaf eind april mogen de zaailingen die in de maand maart binnen zijn gezaaid naar een nieuw plekje in de buitenlucht. Plant de bleekselderijplantjes 30 cm uit elkaar in rijen met een rijafstand van 35 cm. Zo krijgt iedere plant voldoende ruimte om uit te groeien tot een mooie volwassen stronk.
Vanaf de maand mei tot half juni mag je de bleekselderij ook direct in de volle grond zaaien. Kies een zonnige plek uit en zaai de selderijzaden in nette rijtjes. Na enkele weken kun je de zaailingen het beste uitdunnen, zodat er voldoende groeiruimte tussen je planten ontstaat.
Voor zowel je zaaigrond als de bodem waar de planten volwassen zullen worden geldt dat een goede bemesting erg belangrijk is. Wanneer je direct in volle grond zaait doe je er goed aan om enkele weken vooraf de grond al goed te bemesten. Om de smaak en kwaliteit van je gewassen te verhogen gebruik je bij voorkeur biologische mest of zaai je in een biologische moestuingrond. Zaai je in een moestuinbak, dan kun je ook een kant en klare mix van voeding en grond gebruiken.
Zorg er ook voor dat de grond nooit uitdroogt, bleekselderij houdt van een vochtige bodem. Je kunt daarom beter in een kleiachtige bodem kweken dan in een meer zanderige grond.
Het kweken van bleekselderij is geen lastig klusje. Na het zaaien of planten in een goed bemestte bodem is de belangrijkste taak het geven van voldoende water.
Zodra de stengels dik genoeg zijn is het tijd voor één van de leukste klusjes: oogsten! Wanneer je de bleekselderij in maart hebt voorgezaaid is dit meestal rond de maanden juni/juli. In de zomer gezaaide bleekselderij kun je oogsten tot en met oktober.
Fragaria, beter bekend als aardbeien, zijn populaire vruchten die in de zomer vo... Kweek zelf verrukkelijke aardbeien in een handomdraai. Het is leuk en het is uiteindelijk goedkoper dan aardbeien kopen in de supermarkt. Je kan aardbeien kweken met zaadjes, maar de makkelijkste manier is om aardbeienplantjes te kopen. Wanneer je die koopt zijn een aantal dingen belangrijk zoals een goede bodem, standplaats (niet in de volle zon en uit de wind), voeden en regelmatig water geven.
Planttype: Fruit(boom)
Standplaats: zon
Hoogte: 15 cm, 20 cm
Snoeien: Snoeien is niet nodig bij deze plant.
Grondsoort: Moestuin grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Bloem: wit
Bloeitijd: mei, juni, juli
Groeiwijze: bodembedekkend
Blad/loof: vroeg uitlopend, groen
Vrucht: rood, saprijk, friszuur, zacht vruchtvlees, aangenaam aroma
Rijptijd: eind juni, juli, augustus, september
Gebruik: handfruit/tafelfruit, compote/moes, jam, gelei, gebak, verse consumptie
Winterhardheid: extreem winterhard (< -45,5°C tot -28,9°C)
Er zijn tegenwoordig vroege, middelvroege en late aardbeienplanten verkrijgbaar. Vanaf half mei tot ver in oktober kun je genieten van de vruchten van de vele verschillende aardbeirassen. Door verschillende soorten te kweken kun je de hele zomer genieten van verse vruchten. Vroege aardbeirassen zijn bijvoorbeeld Honoye en Elvira, in het middenseizoen kun je genieten van de vruchten van Hapil en Sonata en late rassen zijn Florence en Symphony. Het doordragende ras Eves Delight geeft zelfs vanaf eind juli tot ver in oktober heerlijke aardbeien. Daarnaast zijn er ook steeds meer bijzondere rassen zoals Pineberry verkrijgbaar. Deze aardbei is wit van kleur en smaakt naar ananas.
Aardbeien kun je kweken vanaf verschillende stadia. Zo kun je bij een aardbeienkweker uitlopers aanschaffen die je vanaf klein plantje zelf laat uitgroeien. Knip de wortels tot 10 centimeter af en plant de uitlopers daarna op 30 centimeter afstand van elkaar. De makkelijkste manier van kweken is door aardbeiplantjes te kopen in het tuincentrum en deze direct te planten in potten, hangmanden of in de volle grond.
Wanneer je de plantjes graag van zaadje af aan wilt kweken kun je het beste kiezen voor Fragaria Vesca, de bosaardbei. Deze soort geeft van de zomer tot aan de herfst wat kleinere, maar zeer smaakvolle vruchten. Plaats een laag stro rondom de planten wanneer je aardbei in de volle grond kweekt. Zo voorkom je dat de vruchten zullen rotten.
Tip: Als je aardbeien wil kweken van zaadje af, gebruik dan een grond die niet te veel voeding bevat. Zodra de zaadjes twee blaadjes hebben kun je ze verpotten. Na ijsheiligen kun je ze eventueel buiten neerzetten in een pot of in de volle grond met een voedingrijke grond.
Een aardbeiplant is heel gemakkelijk in onderhoud. Na het planten of zaaien in biologische grond vragen de plantjes alleen nog om water en zon. De plant heeft in de lente witte bloemen, dit is een teken dat de aardbeien onderweg zijn. Natuurlijk kun je de planten ook extra verwennen door vanaf juli tot en met augustus zo nu en dan bij te mesten met biologische plantenvoeding. Door op tijd een net over de planten te spannen voorkom je dat je oogst wordt ingepikt door vogels.
Vanaf eind juli tot september kun je als het goed is aardbeien plukken van je plant. Pluk de aardbeien pas als ze helemaal rood zijn en vergeet niet het kroonblaadje mee te nemen. Pluk bij voorkeur op het warmste moment van de dag, dan bezitten de zomerkoninkjes de meeste smaak.
Geef je aardbei regelmatig water, vooral als je aardbei in een pot staat of bij warmere periodes. Geef de plant water op de grond en niet op de bladeren. Aardbeien zijn gevoelig voor schimmelvorming. Controleer dagelijks of je aardbeien plant water nodig heeft.
Veelvoorkomende plagen ziektes wat je tegen kan komen op aardbeienplanten:
Echte meeldauw is een schimmelziekte die verschijnt als een wit poederig laagje op de aardbeibladeren, wat de groei belemmert en ervoor zorgt dat de bladeren verschrompelen. Planten die last hebben van droogte zijn gevoeliger voor deze ziekte.
Late vorst kan aardbeibloemen beschadigen, waardoor de kern zwart wordt. Beschadigde bloemen ontwikkelen zich niet tot vruchten.
Slakken eten rijpe aardbeien en kunnen worden herkend aan de slijmsporen die ze achterlaten, evenals de schade die ze veroorzaken.
Verwelkingsziekte is een bodemschimmel. Het zorgt ervoor dat de bladeren van aardbeiplanten bruin worden en verwelken, en uiteindelijk sterft de hele plant.
Zin in Hollandse pot? Kweek je eigen aardappelen en geniet van je eigen piepers.
Aardappelen kweek je in de volle grond, in een pot of een vierkante moestuin. Eigenlijk kun je dit gewas prima op elke manier kweken. Aardappelen zijn dan ook makkelijk om te laten groeien. Kies de methode die het beste bij jou past of wat het beste past in je tuin of balkon.
Aardappelen worden ingedeeld in ‘vroeg’, ‘halfvroeg’ of ‘halflaat’ en ‘laat’. Het eenvoudigste is om vroege aardappelen te kweken, want deze zijn minder vatbaar voor aardappelziektes die later in het jaar optreden. Al na enkele weken kun je deze vroege aardappelen oogsten, vóór ze volledig rijp zijn. Je kan ze alleen niet zo lang bewaren als late aardappelen. Zoek een soort pootaardappelen uit dat je lekker lijkt en laat ze voorkiemen als je een vroege oogst wil.
Leg ze in januari op een lichte plek, waar ze niet vatbaar zijn voor vorst. Wanneer de aardappelen scheuten hebben van rond de 2 tot 3 centimeter kun je ze gaan poten.
Beste periode
De beste periode om aardappelen te poten is afhankelijk van welke soort je kiest. Tussen maart en mei worden alle aardappels gepoot, ‘vroege’ aardappels in maart en de ‘late aardappels’ uiterlijk in mei.
Werkwijze
Als je aardappelen poot, poot je ze met de scheuten omhoog (op een diepte van ongeveer 10 centimeter). Voor volle grond geldt: het is handig om de aardappelen in een rij te planten, houd daarbij ongeveer 30 centimeter afstand tussen de aardappelen. Vuistregel voor de afstand tussen de rijen is 70 centimeter. Als je aardig wat aardappelen wil kweken, heb je dus flink wat ruimte nodig.
Standplaats
Zorg ervoor dat je aardappelen poot op een zonnige plek.
Vruchtbare grond
Kweek je aardappelen in een speciale Pokon Bio Moestuin Grond. Hier zullen de pootaardappelen goed van groeien. Aardappelen hebben daarnaast vrij veel behoefte aan Kalimest. Meng dit door de Moestuin Grond wanneer je de aardappelen gaat poten. Zorg dat de grond vochtig is als je de aardappelen gaat poten.
Water geven
Wanneer je aardappelen kweekt in een pot of ander soort container, zorg dan dat er een gat in de bodem zit. Overtollig water kan zo weglopen. De grond van de aardappels mag namelijk niet te nat worden. Verplaats bij veel regen je pot naar een droge plek.
Zodra het aardappelplantje ongeveer 10 centimeter hoog is, kun je de aardappels aanaarden. Dit betekent dat je een nieuwe laag grond van ongeveer 5-10 centimeter boven op de aardappels legt. Hierdoor zal de wortelvorming toenemen en worden er meer aardappels aangemaakt. Je beschermt tegelijkertijd de aardappels die boven de grond uitkomen, want die zouden anders groen gaan verkleuren. Gebruik hiervoor de grond tussen de rijen, zodat er verhoogde rijen aardappels ontstaan. Meng deze grond met Moestuin Grond en Kali.
Om te beoordelen of aardappels geoogst kunnen worden, kijk je naar het loof (het aardappelplantje). Zodra het loof afsterft of helemaal is afgestorven, weet je dat er geoogst kan gaan worden. Uitzondering op de regel zijn vroege aardappelen. Deze kunnen al geoogst worden zonder dat het loof is afgestorven. Rooi de aardappelen met een platte vork: steek de vork onder de knollen en licht de grond op.
Je kan de aardappelen het beste bewaren in een half dichte bak. Op deze manier kan er nog voldoende lucht bijkomen. Controleer de aardappelen regelmatig. Als er eentje aan het rotten is, moet je die weghalen want hij kan de rest ook aansteken.
Aardappelen kunnen worden getroffen door verschillende plagen en ziekten. Enkele veelvoorkomende problemen zijn:
Je kunt de plantweerbaarheid van aardappelplanten verhogen met Bio Kuur voor een Gezonde Bodem Concentraat.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.