Boerenkool, ook wel Brassica oleracea var. Sabellica, is een populaire wintergro...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 50 cm, 75 cm
Blad/loof: groen, eetbaar
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, najaar
Gebruik: stoven, koken
Zaai- en planttijd: mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: augustus, september, oktober, november, december
Boerenkool doet je misschien snel denken aan oer-Hollandse gerechten; de groente komt waarschijnlijk oorspronkelijk uit Klein Azië. Toen was de boerenkool alleen nog niet helemaal wat het nu is. De boerenkool stamt namelijk af van de wilde kool. De wilde kool is ooit naar Europa gekomen en een tijd later kende de Grieken de bladkool. Nog een periode later aten de Romeinen boerenkool als een delicatesse. Vanaf de 17e eeuw vinden we boerenkool terug in de Nederlandse kookboeken. Deze groente heeft dus een aardige reis gemaakt voordat wij hier echte Hollandse recepten van maakten.
Wanneer je het beste kunt zaaien, hangt af van het moment dat je boerenkool wilt gaan eten. Wil je in de herfst al van een stamppot genieten? Zaai dan een herfstras in mei, zoals Westlandse herfst. Wil je wat later boerenkool oogsten, dan kun je rond juni of juli beginnen met zaaien. Kies dan uit Winterbor F1 Hypbride of Redbor F1 Hybride, dit zijn echte winterboerenkolen. Omdat je na mei pas begint met zaaien, kun je dit direct buiten doen in een zaaibed en hoef je niet binnen voor te kweken. Zodra er 3 tot 4 blaadjes aan de plantjes zitten, kunnen ze naar de volle grond of moestuinbak verplaatst worden.
Boerenkool heeft behoefte aan een goede bemesting. Zorg ervoor dat je grond goed bemest is wanneer je de boerenkoolplantjes plant. Dit kun je doen door biologische voeding door de grond te mengen of direct in biologische grond te planten. Bemest na een aantal maanden opnieuw.
Kweek je boerenkoolplantjes met een tussenruimte van ongeveer 50 centimeter en houd er rekening mee dat ze graag in de zon of halfschaduw staan.
Tip: de jonge zaailingen (de kleine boerenkoolplantjes) zijn geliefd door vogels. Dek je moestuin daarom af, totdat de planten ongeveer 50 centimeter hoog zijn.
Zodra er vorst over je boerenkool is gegaan, smaakt hij lekkerder. Zetmeel wordt door vorst omgezet in suikers, waardoor de plant zoeter wordt. Over het algemeen kun je tot eind februari oogsten, daarna wordt het blad bitter door de vaak zachtere temperaturen buiten.
Een bekend probleem bij het kweken van boerenkool is ‘witte vlieg’. Een klein vliegje dat nogal verzot is op de boerenkool. Als de witte laag enigszins meevalt wanneer je wil gaan oogsten, kun je het er redelijk afboenen. Om witte vlieg te voorkomen zou je een heel fijn net kunnen gebruiken, een biologisch insectenspray toepassen of heel laat een rode boerenkool (zoals Redbor) zaaien.
Met boerenkool kun je allerlei lekkere gerechten maken. Wij hebben een paar tips op een rijtje gezet:
Bloemkool, (latijns: Brassica oleracea convar. var. Botrytis) is een zeer popula...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 40 cm, 50 cm
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Blad/loof: groen, blauw
Gebruik: stoven, koken
Zaai- en planttijd: februari tot en met augustus
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september, oktober
Vanaf de maand februari kun je binnen al starten met het voorzaaien van zomerbloemkool. In mei kun je starten met het zaaien van herfstbloemkool in de volle grond. Winterbloemkool mag vanaf de maand juni buiten gezaaid worden. Zaai de bloemkoolzaden op 1 cm diepte en afhankelijk van het ras 50 tot 70 cm uit elkaar.
Bloemkoolplantjes die je in het voorjaar onder glas hebt gezaaid mag je vanaf half april buiten planten. Houd net als bij direct buiten zaaien voldoende ruimte tussen de planten. Zo zitten de bloemkolen elkaar later niet in de weg. Ook wanneer er buiten meerdere zaden op dezelfde plaats zijn ontkiemd is het belangrijk om iedere zaailing voldoende groeiruimte te geven. Laat de grootste en sterkste zaailingen staan en plant de overige plantjes op een nieuwe plaats. Dit noem je ook wel verspenen.
Bloemkool is geen heel gemakkelijk te kweken gewas en groeit alleen op zeer voedingsrijke bodems. Je kunt daarom het beste enkele maanden voor het zaaien al aan de slag gaan met het bemesten van het toekomstige zaaibed. Een bloemkool heeft namelijk net als vele andere kolen vrij veel mest met stikstof nodig om zowel de grote bladeren als de kool zelf te vormen. Ook tijdens het verplanten kun je de bloemkoolplanten het beste bijmesten met biologische mest of compost.
Zodra je het begin van een kool spot is het belangrijk om deze af te dekken met één of meerdere schutbladeren. Dit is een manier om de witte kool niet te laten verkleuren en daarnaast schiet de plant zo ook niet door. Zorg er verder voor dat de bloemkool goed kan blijven groeien op vochtige grond. Ook het verjagen van ongedierte zoals rupsen en slakken behoort tot de verzorging. Slakken kun je weren door cacaodoppen rondom de planten te strooien. Door bieslook en salie rondom je kolen te planten jaag je ook de rupsen weg.
Afhankelijk van het ras en de zaaiperiode kun je vanaf juni tot april de bloemkolen oogsten. Zodra de bloemkolen groot genoeg zijn kun je de kool oogsten door de steel los te snijden. Bloemkool is het lekkerste wanneer je deze dezelfde dag nog opeet. Mocht je teveel bloemkolen tegelijkertijd moeten oogsten dan kun je de groente wassen en invriezen.
De vlinderstruik, ook wel Buddleja genoemd, is geliefd vanwege zijn overvloedige...
Planttype: Heester
Bloem: blauw, geurend
Bloeitijd: augustus, september, oktober
Bloemvorm: trosvormig
Hoogte: 75 cm
Groeiwijze: bossig
Blad/loof: bladverliezend, groen, blauw
Vrucht: onopvallend
Gebruik: bijenplant, solitair, parken
Grondsoort: kalkrijke grond, alle grondsoorten
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: zon, halfzon
Wind: beschut tegen harde wind
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Ook de prachtige vlinderstuik moet gesnoeid worden. In deze video geven wij 4 tips hoe je dit het beste doet:
De vlinderstruik houdt van een voedingsrijke, humusrijke, goed doorlatende grond. Daarnaast is het belangrijk dat de grond niet te zuur is, dus kalk strooien is belangrijk. Een geschikte grond is Bio Aanplantgrond Tuinplanten, deze houdt goed water vast en bevat bovendien plant-eigen schimmels. Je kunt de Buddleja het beste in het voorjaar of najaar planten.
Deze heestersoort zal het rijkst bloeien op een zonnige plek of half schaduw, afhankelijk van het type vlinderstruik.
Geef jaarlijks een hoogwaardige meststof, zoals Bio Tuinmest, in de periode april t/m juni. Ook kalk strooien in maart zal de plant goed doen.
De vlinderstruik met zijn mooie pluimen wordt vaak aangeplant omdat hij veel vlinders en bijen lokt. De meest gebruikte soort, Buddleja davidii, bloeit in de zomer op de eenjarige takken van datzelfde seizoen. Daarom mag je hem in het voorjaar sterk terugknippen. Er is één uitzondering: Buddleja alternifolia, die al in juni op het oude hout bloeit en na de bloei eventueel licht teruggesnoeid kan worden. Maar de gewone vlinderstruik is juist gebaat bij een stevige snoeibeurt in de lente, omdat de struik anders erg hoog wordt en alleen bovenin bloeit. Wacht met snoeien tot de nieuwe scheuten beginnen uit te lopen; meestal is dat eind februari of begin maart, maar na een lange winter kan dit ook pas half april zijn. Een vlinderstruik is aan de basis vaak sterk verhout. Snoei hem terug tot op dat houtige gestel, zo’n 30 à 40 cm boven de grond: verwijder eerst beschadigde of kruisende takken en knip de overige takken af boven een jonge scheut aan de buitenkant van de struik.
Geef vooral in de zomermaanden geregeld water.
Om een volle vlinderstruik te krijgen, is snoeien een belangrijke factor. Snoei je vlinderstruik in het late voorjaar stevig terug tot ongeveer een derde van de hoogte. Dit stimuleert nieuwe groei en zorgt voor een vollere struik. Gebruik daarnaast een goede meststof in het voorjaar en in de zomer om de groei te bevorderen. Dit helpt de plant om sterk en gezond te blijven.
De beste tijd om een vlinderstruik (Buddleja) te planten is in het voorjaar of het najaar. Planten in het voorjaar (maart tot mei) geeft de vlinderstruik de hele groeiperiode om zich te vestigen voordat de winter komt. De grond is meestal warmer en vochtiger, wat gunstig is voor de wortelontwikkeling. Planten in het najaar (september tot november) is ook een goede optie omdat de grond nog warm is van de zomer, maar de temperaturen zijn koeler, wat minder stressvol is voor de plant. Dit geeft de wortels de kans om zich te vestigen voordat de winter begint.
Zorg ervoor dat je de vlinderstruik plant op een zonnige plek met goed doorlatende grond voor de beste groeiresultaten. Gebruik bij de aanplanten een aanplantgrond.
Een vlinderstruik kan niet tegen:
De Buxus.. wie heeft hem niet? De buxus is een zeer populaire plant voor zowel i... als in pot. Hij blijft in de winter lekker groen en dat is natuurlijk mooi om te zien. Hoe beter je de buxus verzorgt, hoe groener en vitaler hij wordt.
Buxusplanten hebben behoefte aan een humusrijke, niet te zure grond. Zet buxus in potten daarom bij voorkeur in een speciaal voor buxus samengestelde potgrond. Als je een buxus plant in je border, verrijk het plantgat dan ook met een speciale buxus potgrond, zodat de wortels van de buxus zich goed kunnen ontwikkelen.
Qua standplaats is de buxus een makkelijke plant. Op iedere plek in de tuin zal jouw buxusplant het namelijk goed doen. Heb je een buxus in de volle zon staan? Dan heeft hij wel meer water nodig dan wanneer hij in de schaduw zou staan.
Naast een goede grond heeft de buxus ook behoefte aan een goede voeding. Bij voorkeur een meststof die naast de basiselementen stikstof, fosfor en kali ook magnesium bevat. Gebruik daarom bij voorkeur een speciale bio voeding voor buxus, omdat deze optimaal afgestemd is op de wensen van deze mooie groenblijvende planten. Naast het bemesten van de buxus is het verder goed om in het voorjaar een handje kalk rond de stam te strooien, hiermee zorg je ervoor dat de grond niet te zuur wordt.
Een buxus is een echte kalkminnende tuinplant. Dat betekent dat hij veel behoefte heeft aan kalk. Zonder kalk kan je buxus niet voldoende voedingsstoffen opnemen. Met kalk bevorder je de groei van de plant en voorkom je ziektes zoals gele bladeren en kale plekken.
Jouw buxussen hebben in de maanden februari t/m maart en oktober t/m november behoefte aan kalk. Als je nu toch zo lekker bezig bent in de tuin, kun je hem indien nodig ook direct bijknippen. Ook als je nieuwe buxussen wilt planten, is november ook een goede maand.
Je buxus snoeien doe je minimaal twee keer per jaar. Te beginnen in mei en na de zomer in september. Tussendoor kun je hem bijsnoeien indien nodig. Let wel op dat je niet te ver teruggesnoeid bij felle zon, dan voorkom je verbranding van het blad. Wil je toch lekker in het zonnetje gaan snoeien? Zorg dan dat je de buxus goed nat spuit en leg na afloop een fleecedeken over de plant. Zorg daarnaast dat je gereedschap scherp is en dat je tussendoor de sappen van de buxus van je gereedschap afspoelt.
Het leuke van de buxus is dat je hem in verschillende vormen kunt snoeien. De bolvormige, ronde buxus is de meest voor de hand liggende vorm, maar je kunt je buxus bijvoorbeeld ook in een piramidevorm snoeien.
Vooral in de zomer is het raadzaam om 1x per dag water te geven aan de buxus. Let wel op dat je water geeft op de bodem/grond en niet op het blad.
Last van de buxusmot of buxusrups in je buxus? Lees hier handige tips om de buxusmot en buxusrups te bestrijden.
Snoei is niet nodig bij deze plant.
Grondsoort: alle grondsoorten, kalkrijke gron...
Capsicum annuum, beter bekend als paprika, is een heerlijke vruchtgroente die je...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Bloeitijd: augustus, juli, september
Hoogte: 50 cm, 75 cm, 100 cm
Vruchtkleur: geel, groen, oranje, paars, rood, eetbaar
Zaaitijd: februari, maart
Planttijd: april, mei, juni
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Gebruik: verse consumptie
Winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
De blok- en puntparika vind je in allerlei kleuren en maten en is net als de Spaanse peper één van de meest bekende soorten van de Capsicumfamilie. De zaden zijn te koop in tuincentra, maar je kunt ook de zaden gebruiken van paprika's die op het avondmenu stonden. Even goed afspoelen en laten drogen is voldoende.
Aangezien groenten als pepers en paprika’s een langere opkweekperiode nodig hebben, kun je het beste in februari al starten met voorzaaien in kweekbakken of plastic bekers met vermiculiet. Vul de potjes en zaai de zaden op 1 cm diepte. Besproei daarna de potjes met lauwwarm water.
Dek de potjes af met een plastic zakje of een glasplaat en zet de potjes op een warme plek in de vensterbank of op een radiator. Geef de potjes verder dagelijks wat verse lucht door het plastic of glas even te verwijderen.
Bij de juiste kamertemperatuur komen de eerste sprietjes van de kiemende zaden omhoog. Dit is gelijk het moment dat het plastic of de glasplaat verwijderd mag worden. Vanaf het moment dat de plantjes twee bladeren tot vier bladeren hebben gekregen kun je iedere zaailing verspenen naar eigen potjes. Stop de plantjes tot aan het eerste blaadje diep in de grond en spuit de plantjes elke dag een beetje nat met de plantensproeier.
Draai de bakjes of de kleine kweekkas ook regelmatig een kwart- of halve slag om. Zo kunnen alle jonge planten van voldoende zonlicht om te groeien worden voorzien. Wanneer de potjes vol met wortels zitten, is het tijd om de jonge pepers en paprika’s in een grotere potten te verpotten.
Vanaf half/eind mei, wanneer het lekker warm is, mogen de planten dan eindelijk naar buiten. Zet ze de planten op een zonnige plek in de volle grond of verpot de planten naar een grotere pot. Plant je meerdere planten in één grote pot? Houd dan voldoende afstand tussen de planten en plaats deze zo dicht mogelijk tegen de rand van de pot. Paprika’s zijn rijp zodra deze volledig uit één kleur bestaan en je het vruchtvlees niet meer kunt induwen.
De groene en rode beukenhaag (Fagus Sylvatica) en haagbeuk (Carpinus Betulus) zi...
Planttype: Boom, Heester
Grondsoort: speciale aanplantgrond
Vochtigheid: normaal
Standplaats: schaduw, halfzon, zon
Gebruik: haagplant
Bloem: groen
Bloemvorm: katjes
Bloeitijd: april, mei
Blad/loof: herfstkleur, bladverliezend
Takken/bast: gekleurd
Wind: windbestendig
Hoogte: 12 meter
Groeiwijze: bolvormig, opgaand
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Al bij het aanplanten van je haag kun je het verschil maken met grond. Je voorkomt uitval als je tijdens het aanplanten met een aantal zaken rekening houdt. Om te beginnen mag het niet te warm zijn. De beste periode om aan te planten is dan ook het najaar. Ga je op een zonnige voorjaarsdag aanplanten doe dat dan ’s avonds.
Begin met het graven van een geul. Vóór het graven is het handig om de lengte van je haag aan te duiden met touw van begin tot eind. Op die manier graaf je recht. Graaf ruim 2x zo breed en diep als de wortelkluit. Meng vervolgens aanplantgrond door de afgegraven grond. Houd rekening met een verhouding van 1/3 aanplantgrond en 2/3 afgegraven grond. Plaats de beuken erin, zo’n 5 per meter, gooi de grond terug in de geul en stamp de grond goed aan rond de wortelhals. Geef daarna ruim water en blijf dat, zeker als het weinig regent, de eerste weken regelmatig doen.
De haag kan veel schaduw verdragen, maar ook in de zon staan. Zorg er dan wel voor dat je voldoende water geeft.
Na een aantal maanden is de voeding in de grond voor de hagen uitgewerkt. Voor een sterke en gezonde haag is het belangrijk om regelmatig te bemesten met een speciale beuken en hagen voeding. Naast de basisvoedingsstoffen, kun je je haag namelijk extra verwennen met een voeding die magnesium en ijzer bevat. Hierdoor zal de groene kleur nog intenser zijn. Je kan het beste ’s avonds voeding geven, dan is de zon niet meer zo fel.
Door te snoeien bevorder je het blad van je haag. Hoe meer je snoeit hoe dikker de haag zal worden. Daarnaast kun je de grootte van de plant in toom houden. Hagen groeien gemiddeld zo’n 40-50 cm per jaar. Zorg bij het snoeien van je planten altijd voor een goede scherpe snoeischaar. Net als bij het aanplanten en voeden kun je het beste snoeien als het niet te zonnig is. Snoei je beukenhaag en haagbeuk altijd voor de langste dag (medio juni) van het jaar.
Hagen hebben vooral direct ná het planten veel water nodig. Daarna, afhankelijk van de regenval, eens per week. Let op dat je goed op de bodem water geeft.
Wanneer je zoekt naar een kleine heester met een opvallende kleur, dan zit je me...
Blauwbaard vindt zijn oorsprong in Oost-Azië (China, Korea, Japan en Mongolië). De bloemen van de Blauwbaard vallen in de smaak bij bijen en vlinders. Blauwbaard is ook bekend onder de naam Caryopteris.
In totaal zijn er ongeveer 16 verschillende soorten Blauwbaard. Hieronder vind je een aantal populaire soorten op een rij:
De ‘Blue Mist’ houdt van een plekje in de zon. Deze variant wordt ongeveer 60 tot 90 centimeter hoog. In de maanden juli tot en met september geeft de ‘Blue Mist’ blauwe bloemen.
Blauwbaard ‘Heavenly Blue’ is een lage heester die in de maanden augustus tot oktober volop bloeit. Ook buiten de bloeiperiode is de ‘Heavenly Blue’ een mooie verschijning in de tuin. De bladeren hebben namelijk een grijsgroene kleur. Zowel hommels als vlinders vinden de nectar van de bloemen heerlijk. Raak je de blauwe bloemen zelf aan, dan geven deze een mint geur af.
Caryopteris ‘Longwood Blue’ krijgt in de maanden juli tot en met september opvallende blauwe bloemen. Deze variant groeit uit tot een hoogte van 60 tot 120 centimeter.
De ‘Dark Knight’ bereikt een hoogte van ongeveer 1 meter. Deze variant Blauwbaard staat bij voorkeur in de volle zon. In de maanden juli tot en met september krijgt de ‘Dark Knight’ donker blauw/paarse bloemen.
De Blauwbaard ‘Summer Sorbet’ bereikt een hoogte van 80 tot 100 centimeter. Hij is winterhard en staat bij voorkeur op een zonnige plek. In de maanden augustus en september geeft deze violetblauwe bloemen. De groene bladeren hebben een opvallende gele rand.
Coniferen zijn er in vele soorten en maten. De meest bekende is de haagconifeer....
Planttype: Conifeer
Grondsoort: speciale coniferengrond
Bemesten: twee keer per jaar
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: halfzon, zon
Gebruik: heidetuin, haagplant
Hoogte: 300 cm, 400 cm
Groeiwijze: kegelvormig, zuilvormig
Blad/loof: grijsgroen, blauw
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Coniferen kunnen goed groeien op zandgronden, het is echter wel zaak om bij de aanplant te zorgen voor voldoende humus in de grond. Ze zullen dan minder snel last hebben van droogte, omdat de grond meer water vast kan houden en de wortels beter ontwikkelen. Start met een goede aanplantgrond en mix af en toe Pokon Tuinturf door de grond om de pH-waarde op peil te houden. Coniferen met een kluit kun je planten tussen november en april, wanneer het niet vriest.
Een conifeer houdt van een plek met halfzon. Je kunt coniferen wel in de volle zon planten, maar let er dan wel op dat ze niet uitdrogen.
Coniferen kun je met speciale coniferenmest voeden, vanaf maart tot en met augustus. Gebruik hiervoor een voeding met voldoende stikstof en magnesium waardoor de naalden een mooie groene en gezonde uitstraling hebben. Na verloop van tijd kunnen de naalden toch bruin gaan worden. Dat duidt meestal op een magnesiumgebrek. Dit kun je oplossen met Pokon Bitterzout Groenmaker.
Voor een gezonde haag is goed snoeien een voorwaarde. Snoei of knip in ieder geval niet tot achter het groen. Coniferen kun je 1 of 2 keer per jaar snoeien. De 1e keer na IJsheiligen, eind mei of begin juni, en eventueel nog een tweede keer in augustus of september. Let wel op dat je niet te ver terug snoeit bij felle zon, dan voorkom je verbranding van het blad.
In de zomer kun je coniferen met gemak twee keer per week water geven. Let wel op dat je water geeft op de grond en niet op het blad, dit water is verdampt voordat het bij de wortels komt.
Cichorium endivia, beter bekend als andijvie, is een bladgroente die veel gebrui...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 30 cm
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Blad/loof: groen, eetbaar
Zaai- en planttijd: februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Gebruik: koken
Wie in de lente wil genieten van verse andijvie start in de maand februari met voorzaaien in kweekbakken met vermiculiet. Vanaf maart kun je echter al beginnen met zaaien in de volle grond. Zaai op ongeveer 0,5 cm diepte en geef daarna voldoende water.
Vroege vogels die in februari zijn gestart met voorzaaien mogen vanaf begin april de zaailingen verplanten naar een plekje in de volle grond. Gebruik daarvoor een plantafstand van 30 cm en een rijafstand van 35 cm. Dit geldt ook voor de zaailingen die direct buiten zijn gezaaid. Om de andijvieplanten voldoende groeiruimte te geven dun je de zaailingen uit en plant je ze op een ander plekje. Dit wordt ook wel verspenen genoemd.
Andijvie stelt niet veel eisen aan de bodem, zolang deze maar goed vocht kan vasthouden. Net als veel andere bladgroenten houdt andijvie wel van een bemeste bodem. Voor de beste smaak maak je gebruik van biologische meststoffen of bemeste biologische moestuingrond.
Andijvie vraagt niet om heel veel verzorging, een natte en vochtige grond is het belangrijkste. Geef altijd water aan de voet van de plant en nooit op de plant. Zo komt het water direct bij de wortels en behoud je een vochtige grond. Houd de andijvieplanten verder goed in de gaten, ze schieten immers snel door. Dit betekent dat de plant start met het aanmaken van bloemen waarbij alle energie naar het aanmaken van nieuwe zaden gaat. Dit komt de kwaliteit en smaak van de bladgroente niet ten goede. Soms kunnen andijviebladeren bruin kleuren, dit kun je gewoon wegsnijden.
De tijd van zaaien tot oogsten duurt bij andijvie vaak 8 tot 10 weken. Afhankelijk van wanneer je de andijvie hebt gezaaid kun je van mei t/m eind oktober oogsten. Dit kun je op twee manieren doen; door de plant met krop, wortel en al te oogsten, of door de bladeren af te snijden. Bij de eerste methode blijft de groente langer fris. Na het oogsten kun je de andijvie het beste dezelfde dag nog bereiden en consumeren, andijvie blijft immers niet lang vers.
De citrus is een populaire plant. Dat is niet verwonderlijk aangezien de plant m...
Grondsoort: normale grond
Vochtigheid: normaal
Licht: zon
Planttype: Kuipplant/Orangerieplant
Gebruik: solitair
Hoogte: 150 cm, 200 cm
Groeiwijze: opgaand
Bloem: geurend, wit
Bloeitijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september
Vrucht: oranje, eetbaar
Blad/loof: groenblijvend, groen
winterhardheid: slecht (-6,6 tot -1,2°C), USDA zone 9
Mediterrane planten zoals de citrusboom, komen uit het Middellandse Zee gebied. De citrusplanten staan daar in een grond die het water goed kan vasthouden, zodat uitdroging wordt voorkomen. Aan Pokon Mediterrane Potgrond is TerraCottem toegevoegd, waardoor water beter wordt vastgehouden en gelijkmatig wordt afgegeven. Door de toevoeging van klei en een lava-achtige stof, wordt de natuurlijke omgeving nog meer nagebootst.
Zet de plant op een lichte zonnige plek, zodat je een mediterrane leefomgeving nabootst.
Citrusplanten kunnen gevoed worden van maart tot en met augustus. Belangrijk is dat er voldoende stiktof (N) en Kali (K) in de voeding zit.
De citrus kun je het beste snoeien in de maanden april en mei. Denk er wel aan dat de takken die worden gesnoeid dat jaar geen fruit zullen dragen. Het is aan te bevelen om de plant uit te dunnen door enkele de langere takken te snoeien aangezien dit de natuurlijke bloeiperiodes niet zal beïnvloeden.
Geef voldoende water, maar let op dat de plant geen natte voeten krijgt.
De clematis is een prachtige bloeiende klimplant uit de ranonkelfamilie en is in...
Planttype: Klimplant
Grondsoort: basis tuinplantengrond
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: schaduw, halfzon, zon
Gebruik: solitair, parken
Hoogte: 3 tot 5 meter
Bloem: wit
Bloeitijd: mei, juni, juli, augustus
Blad/loof: bladverliezend
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
De clematis groeit het beste als hij in een diepe leemgrond of in een goed voorbereid plantgat wordt geplaatst. Hierdoor heeft het wortelstelsel genoeg vocht om te groeien en genoeg schaduw om koel te blijven. De beste planttijd is eind zomer (tenzij het nog erg warm is). Gebruik hierbij een goede aanplantgrond.
Alle clematissen groeien graag op een lichte plaats met wisselend schaduw tot volle zon. Er is vast een mooi plekje in jouw tuin!
De clematis is een klimplant en heeft extra kracht nodig om te groeien. Het is daarom belangrijk dat er voldoende Kali (K) in de meststof zit. Je stimuleert ook de groei van nieuwe bloemknoppen als je voeding geeft.
Het snoeien van clematissen is afhankelijk van de bloeitijd en dus soort clematis. Vroege bloeiers kun je na de bloei terugsnoeien, zomer- en laatbloeiers in het vroege voorjaar (maart). Lees meer over het snoeien van de clematis.
Vooral het eerste jaar na het planten flink water geven, vooral bij warme dagen. Daarna met de reguliere bewatering meenemen.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.