Stap binnen in de wereld van de Aglaonema, een kamerplant die niet alleen de luc...
De Aglaonema, ook wel bekend als de "Chinese Evergreen," vindt zijn oorsprong in de tropische regio's van Zuidoost-Azië. Deze plant behoort tot de familie van de Araceae (bekend als de Aronskelk) en groeit in de schaduwrijke, dichte bossen van landen zoals de Filippijnen, Thailand, Maleisië, Indonesië en Bangladesh.
In zijn natuurlijke habitat groeit de Aglaonema op de bosbodem, waar het bladerdak van de bomen bescherming biedt. De plant heeft zich aangepast aan een licht schaduwrijke omgeving en groeit hierdoor goed in de beschutting van grotere planten.
De Aglaonema kent een diversiteit aan soorten met verschillende kleuren en patronen op hun grote bladeren. Enkele opvallende varianten zijn:
Een van de meest bekende ondersoorten, de Aglaonema Silver Bay, heeft grote bladeren met een tweekleurig karakter. Het binnenste deel van het blad heeft een lichte kleur, terwijl de rand donkergroen is.
Voor liefhebbers van planten met mooie bladpatronen is de Aglaonema Maria een uitstekende keuze. Met langwerpige bladeren die variëren in licht- tot donkergroen, is deze plant zeer geschikt als kamer- of kantoorplant en gedijt het best in halfschaduw.
Met prachtige bladeren en een licht motief is de Aglaonema Freedman een groene en volle plant die gemakkelijk te onderhouden is. Deze opvallende verschijning voelt zich het beste thuis op een schaduwrijke plek en is een echte blikvanger.
De Aglaonema Silver Moon onderscheidt zich door opvallend gekleurde bladeren met een lichte streep in het midden. Deze onderhoudsvriendelijke plant is geschikt als kamer- of kantoorplant en biedt jarenlang plezier met zijn sierlijke karakter.
De ideale standplaats voor een Aglaonema is een locatie met helder, indirect licht. Hoewel de Aglaonema wel houdt van licht, groeit hij ook goed in schaduwrijke gebieden waar andere kamerplanten moeite hebben om te groeien. Dit maakt de Aglaonema ideaal voor kamers met minder natuurlijk licht, zoals op kantoren of in huizen met kleine ramen. Vermijd direct zonlicht, omdat te veel zon kan leiden tot bladverbranding.
Het voeden van een Aglaonema is naast water geven essentieel voor een gezonde groei. Tijdens het groeiseizoen (lente en zomer) geef je de Aglaonema wekelijks bio kamerplanten voeding volgens de instructies op de verpakking. De voeding zorgt ervoor dat de bladgroei gestimuleerd wordt. In de herfst en winter, wanneer de plant minder actief groeit, stop je helemaal met het geven van voeding.
Het verzorgen van een Aglaonema is simpel. Hierbij enkele verzorgingstips voor de Aglaonema:
Een Aglaonema water geven is vrij gemakkelijk. Laat de bovenste centimeters van de potgrond tussen gietbeurten door licht opdrogen. In de lente en zomer, het groeiseizoen van de Aglaonema, geef je vaker water. Zorg ervoor dat de grond tussen de gietbeurten niet volledig uitdroogt. Tijdens de herfst en winter verminder je de watergift en zorg je ervoor dat de bovenlaag van de grond tussen de gietbeurten opdroogt. De Aglaonema is erg gevoelig voor wortelrot. Bij twijfel kun je daarom beter iets minder vaak water geven.
De Aglaonema is geen bijzonder snelle groeier, daarom is verpotten van Aglaonema niet vaak nodig. Over het algemeen moet Aglaonema om de 1-2 jaar worden verpot. Doe dit bij voorkeur in het voorjaar of vroege zomer, wanneer de plant in zijn groeifase zit. Kies een pot die 20% groter is in diameter dan de huidige pot. Zorg ervoor dat de nieuwe pot drainagegaten heeft om overtollig water af te voeren. Heeft de pot geen gaten? Vul de bodem dan met een laagje Pokon Hydrokorrels. Pot de Aglaonema vervolgens op met Pokon Kamerplanten Potgrond.
Gele bladeren bij je Aglaonema? Geen paniek! Dit gebeurt vaak als de plant te veel water krijgt of op een te donkere plek staat. Voel even aan de aarde: is die steeds nat? Dan geef je waarschijnlijk te vaak water. Zet je plant op een lichte plek zonder direct zonlicht en geef pas water als de bovenkant van de grond droog aanvoelt.
Ken jij de Alocasia al? Deze prachtige kamerplant met grote, groene bladeren is ...
De Alocasia behoort tot de Aronskelkfamilie en komt van oorsprong uit de tropische regenwouden van Zuidoost-Azië. Vooral op Borneo komt hij veel voor en kan hij tot wel vier meter hoog worden. Er zijn 79 soorten van de Alocasia bekend. Rond de evenaar wordt de plant al duizenden jaren gekweekt als voedsel. Uit de oerversies zijn decoratieve planten veredeld die niet eetbaar zijn, maar ze zijn wel erg mooi. De Alocasia veroverde in de jaren vijftig dan ook de huiskamer en heeft een mooie vintage vibe.
De Alocasia is een musthave voor iedereen die zijn of haar interieur wil omtoveren tot een heuse urban jungle. Met maar liefst 79 verschillende soorten Alocasia’s is er altijd wel een soort die past bij jouw interieur. We hebben een aantal populaire soorten van de Olifantsoor voor je op een rijtje gezet:
De Alocasia Portadora is een echte eyecatcher in jouw huiskamer. Met zijn lange bladstelen en grote, groene, grove bladeren heeft deze plant een zeer trendy uitstraling. Kenmerkend aan deze plant zijn, naast de bladeren, de opvallende bruinrode stipjes die je op de stam kunt vinden.
Kenmerkend voor de Alocasia Calidora zijn de grote, glimmende bladeren en dikke bladstelen. Deze plant past ideaal binnen een modern interieur, maar is ook erg geschikt voor andere plekken, zoals het kantoor.
Deze Alocasia is met zijn donkergroene en glanzende bladeren met lichtgekleurde nerven net iets anders dan de andere Alocasia’s. De Alocasia Polly staat met name prachtig in strakke interieurs. Het decoratieve blad maakt van de plant bijna een kunstwerk.
De Alocasia Zebrina geeft misschien wel de meest jungleachtige sfeer aan jouw interieur. De bladstelen van deze Olifantsoor hebben een zebraprint: de stelen vallen erg op dankzij de witte en zwarte strepen. Ook kenmerkend aan deze Alocasia zijn de lange, pijlvormige bladeren.
De juiste standplaats voor een Alocasia is een plek met veel indirect licht, bijvoorbeeld bij een raam waar geen direct zonlicht op valt. Te veel zon kan de bladeren verbranden, terwijl te weinig licht de groei vertraagt. Zorg ook voor een warme en vochtige omgeving, want de Alocasia houdt van tropische omstandigheden. Vermijd tocht en koude plekken, daar kan de plant niet goed tegen.
Het voeden van Alocasia helpt de plant gezond en sterk te blijven. Tijdens het groeiseizoen, in de lente en zomer, geef je twee keer per maand plantenvoeding. Dit ondersteunt de bladgroei en gezondheid van de plant. In de winter, wanneer de Alocasia in rust is, is voeding geven niet nodig. Volg altijd de instructies op de verpakking van de voeding voor het beste resultaat.
Alocasia water geven vraagt wat aandacht, maar is goed te doen. Houd de grond licht vochtig, vooral in de lente en zomer wanneer de plant actief groeit. Laat de bovenste laag van de potgrond tussen gietbeurten licht opdrogen. In de winter mag de grond wat droger zijn, omdat de plant dan in rust is. Geef liever iets te weinig dan te veel water, want de Alocasia is gevoelig voor wortelrot.
In Kamerplanten Potgrond zit goede voeding en jouw Alocasia maakt hier maar al te graag gebruik van. De potgrond voedt de Alocasia voor enkele maanden lang. Ook andere voedingsstoffen in de potgrond worden door jouw Alocasia opgenomen. Na een tijd is de grond dan ook helemaal verbruikt en doe je er goed aan om je Alocasia te voorzien van verse potgrond. Verpot daarom je Alocasia elke twee jaar. Verwijder hierbij zoveel mogelijk van de oude potgrond. Wanneer de plant te groot wordt voor de bleompot mag je de Alocasia ook verpotten. Lees meer over kamerplanten verpotten.
Alocasia gele bladeren komen vaak voor als de plant niet helemaal blij is. Dit kan gebeuren door te veel water, te weinig licht of een snelle verandering in temperatuur. Voel aan de grond: is die steeds nat? Dan geef je waarschijnlijk te veel water. Zet de plant op een lichte plek zonder direct zonlicht en haal gele bladeren weg zodat de plant weer gezond kan groeien. Lees hier meer over gele bladeren bij kamerplanten.
Hippeastrum, Latijns voor Amaryllis, is een moderne bloeiende kamerplant die van...
Planttype: Bol-/knolgewas, Bloeiende kamerplant
Grondsoort: Kamerplanten Potgrond
Bemesten: doorgaans niet noodzakelijk
Bloem: rood, wit
Bloemvorm: enkelbloemig, klokvormig, groot
Hoogte: 40 cm, 50 cm
Groeiwijze: opgaand
Blad/loof: bladverliezend, groen, lancetvormig
Vochtigheid: matig water geven, voorkom dat de bol te nat wordt.
Standplaats: lichte standplaats. Zet de Amaryllis niet boven de verwarming.
Winterhardheid: slecht (-6,6 tot -1,2°C), USDA zone 9
De Amaryllis is een plant die niet te veel eisen stelt aan de grond. Voor het oppotten en verpotten van de Amaryllis kun je gewoon Pokon Kamerplanten Potgrond gebruiken. Verder heeft deze plant eigenlijk geen voeding nodig.
@pokon_nl ? Vergeet jij je planten water te geven? De Amaryllis heeft dat probleem opgelost: ✅ Geen potgrond nodig ✅ Nooit water geven ✅ En toch prachtige bloemen! Wie geef jij deze plant cadeau? ?? #Amaryllis #GroenInHuis ♬ origineel geluid - Pokon
De Amaryllis houdt niet van een plek boven de verwarming, daar wordt het snel te warm. Ook tocht en felle zon kun je het beste vermijden. Heb je een plekje met deels zon en schaduw? Dan maak je deze kamerplant blij!
De Amaryllis heeft tijdens zijn bloeitijd regelmatig water nodig. Zodra de stengels van de Amaryllis ongeveer 10 tot 15 centimeter zijn, is de plant groot genoeg om water te krijgen. Geef vanaf dat moment voldoende water, maar let wel op dat de bol niet nat komt te staan.
Amaryllis is een sterke bol en kan lange tijd zonder water. Vaak zit hij ook verpakt in bijvoorbeeld mos of wax. Alles wat de plant nodig heeft aan water, zit al in de bol zelf.
Heb je een amaryllis bol met een waxlaagje of ander jasje, dan heeft je amaryllis geen water nodig. Heb je amaryllis los in bijvoorbeeld een kerststuk staan? Besproei ze af en toe met water of leg ze af en toe een poosje in een bak water.
Amaryllis heeft niet veel verzorging nodig. Zo kan hij bijvoorbeeld prima zonder potgrond. Geef de bol regelmatig water en draai de pot regelmatig om ervoor te zorgen dat de bloemstengels recht groeien. Zorg voor een mooi licht plekje in huis.
Cichorium endivia, beter bekend als andijvie, is een bladgroente die veel gebrui...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 30 cm
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Blad/loof: groen, eetbaar
Zaai- en planttijd: februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Gebruik: koken
Wie in de lente wil genieten van verse andijvie start in de maand februari met voorzaaien in kweekbakken met vermiculiet. Vanaf maart kun je echter al beginnen met zaaien in de volle grond. Zaai op ongeveer 0,5 cm diepte en geef daarna voldoende water.
Vroege vogels die in februari zijn gestart met voorzaaien mogen vanaf begin april de zaailingen verplanten naar een plekje in de volle grond. Gebruik daarvoor een plantafstand van 30 cm en een rijafstand van 35 cm. Dit geldt ook voor de zaailingen die direct buiten zijn gezaaid. Om de andijvieplanten voldoende groeiruimte te geven dun je de zaailingen uit en plant je ze op een ander plekje. Dit wordt ook wel verspenen genoemd.
Andijvie stelt niet veel eisen aan de bodem, zolang deze maar goed vocht kan vasthouden. Net als veel andere bladgroenten houdt andijvie wel van een bemeste bodem. Voor de beste smaak maak je gebruik van biologische meststoffen of bemeste biologische moestuingrond.
Andijvie vraagt niet om heel veel verzorging, een natte en vochtige grond is het belangrijkste. Geef altijd water aan de voet van de plant en nooit op de plant. Zo komt het water direct bij de wortels en behoud je een vochtige grond. Houd de andijvieplanten verder goed in de gaten, ze schieten immers snel door. Dit betekent dat de plant start met het aanmaken van bloemen waarbij alle energie naar het aanmaken van nieuwe zaden gaat. Dit komt de kwaliteit en smaak van de bladgroente niet ten goede. Soms kunnen andijviebladeren bruin kleuren, dit kun je gewoon wegsnijden.
De tijd van zaaien tot oogsten duurt bij andijvie vaak 8 tot 10 weken. Afhankelijk van wanneer je de andijvie hebt gezaaid kun je van mei t/m eind oktober oogsten. Dit kun je op twee manieren doen; door de plant met krop, wortel en al te oogsten, of door de bladeren af te snijden. Bij de eerste methode blijft de groente langer fris. Na het oogsten kun je de andijvie het beste dezelfde dag nog bereiden en consumeren, andijvie blijft immers niet lang vers.
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Standplaats: zon
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemeste...: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Hoogte: 50 cm
Snoeien:
De plant sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden, dus snoei zo rond maart.
Wind: beschut tegen harde wind
Bloem: roze, paars
Bloeitijd: juli, augustus, september
Blad/loof: grijsgroen
Gebruik: soepen, groenteschotels
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Een appelboom is altijd een goed idee. Naast dat appels heel smaakvol zijn als t...
Planttype: Fruit(boom)
Standplaats: zon
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer met Bio Fruitbomen Mest
Vochtigheid: normaal
Hoogte: 200 cm, 300 cm
Bloem: wit, roze
Bloemvorm: redelijk zelfbestuivend
Bloeitijd: laat
Rijptijd: eind september, midden oktober
Vrucht: saprijk, zoet, vast vruchtvlees, aangenaam aroma
Gebruik: handfruit/tafelfruit
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Het eerste jaar, tijdens of direct na het planten, wordt de koptak voor 1/3 teruggesnoeid en meestal ook de drie zijtakken (gesteltakken). Dit gebeurt omdat de boom nog moet groeien en zich moet vormen. Het volgende jaar worden de takken die gegroeid zijn op de insnoeiplaatsen weer voor 1/3 ingesnoeid. Dit blijf je herhalen totdat de boom de gewenste grootte heeft bereikt. Daarna snoei je de koptak en de gesteltakken niet meer en stopt de hoogte- en breedtegroei vanzelf. Door het insnoeien van de koptak en de gesteltakken komen er kleine takjes aan de ingesnoeide takken. Deze kleine takjes zijn belangrijk, dit worden namelijk de takjes waar vruchtknoppen en later de vruchten aan komen. Deze kleine takjes mag je nooit insnoeien! Hoe ouder deze takjes worden, hoe meer vruchtknoppen, hoe meer vruchten.
Bij oudere bomen kunnen op de gesteltakken weleens lange eenjarige loten ontstaan, dit zijn de zogenaamde waterloten. Als de boom van binnen te vol is moet je deze loten in z'n geheel verwijderen (nooit half doorknippen want dan ontstaan er weer zijtakken aan en krijg je een boom in een boom). Als er ruimte genoeg is mag je deze loten laten staan (niet inknippen) en het tweede jaar ook niets aan doen, zo ontstaat er een nieuwe vruchttak. Let op: het eerste jaar groeit een loot, het tweede jaar gaat hij vruchtknoppen zetten en het derde jaar kan hij vruchten geven. Je krijgt een boom nooit 'klein' door zwaar te snoeien, want: snoeien doet groeien.
Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen 'staan' op de tak en bladknoppen 'liggen' op de tak. Bij twijfel wachten met snoeien tot het voorjaar. De eerste knoppen in de boom die groen worden zijn altijd bloemknoppen en bladknoppen worden pas zo'n veertien dagen later 'wakker'. Bij het 'wakker' worden van de bloemknoppen kun je nog rustig snoeien.
Lees hier meer over fruitbomen en struiken snoeien.
Solanum melongena, beter bekend als de aubergine of eierplant, is een vruchtgroe...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 75 cm, 100 cm, 125 cm
Snoeien: Knip alle groene delen in oktober/november terug om de plant in model te brengen (voor je ze naar binnen haalt).
Groeiwijze: opgaand
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Bloem: lila
Blad/loof: groen
Vrucht: paars, eetbaar
Gebruik: verse consumptie, stoven
Zaaitijd: januari, februari
Planttijd: april, mei
Oogsttijd: juli, augustus, september
Er bestaan veel auberginesoorten in verschillende vormen, kleuren en maten. Zo heb je naast de bekendere paarse ovale soorten ook goudgele ronde soorten (bijvoorbeeld Golden Eggs), witte ovale soorten (White Egg), geribbelde ovale soorten (Violetta di Firenze) en gestreepte soorten (zoals Tsakoniki). Early Black Egg en Morden Midget zijn vrij tolerant in onze wat koudere klimaten en vormen daarmee de ideale beginnersoorten.
Doordat aubergineplanten van origine uit veel warmere oorden komen is de plant een wat lastiger te kweken groente. Om het zaaigoed te laten ontkiemen start je eind februari al met het voorzaaien in zaaibedden. Dit doe je in een verwarmde omgeving die, zowel dag als nacht, een temperatuur heeft van 25 graden. Afhankelijk van de warmte zullen de zaden dan in ongeveer 2 tot 3 weken ontkiemen.
In de maanden april of mei verplant je de zaailingen naar aparte grotere potjes. Vanaf de maand juni mag je de aubergineplantjes dan uitplanten in de volle grond. Gebruik hiervoor een plantafstand van 50 cm.
Aubergineplanten stellen niet veel eisen aan de grond, zolang deze maar niet te zuur en goed waterdoorlatend is. Maak de grond wat luchtiger door de bovenlaag te vermengen met wat compost, dit is ook meteen voeding voor de plant. Gebruik als bodem altijd biologische potgrond, zo verzeker je jezelf van een lekkere oogst.
Zodra de prachtige paarse of witte bloemen tevoorschijn komen kun je de aubergineplant door de plant lichtjes te schudden, helpen met de zelfbestuiving. Afhankelijk van de vruchtgrootte van het ras is het vaak verstandig om de plant ook te ondersteunen met stokken.
Zodra de aubergines hun uiteindelijke kleur hebben gekregen en je met je vingers licht in de vrucht kunt duwen is het tijd om te oogsten. Snijd met een scherp en schoon mes door het steeltje en verwijder zo de vrucht van de plant. Door regelmatig te oogsten maakt de plant sneller nieuwe vruchten aan.
Aubergines mag je overigens net als aardappels nooit rauw opeten! Pas als de groente is verhit, is de schadelijke hoeveelheid van de stof solanine verdwenen.
Planttype: Fruit(boom)
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtig...: normaal, vochtig
Standplaats: halfzon/zonnig
Snoeien: Blauwe bessen moeten niet teveel gesnoeid worden, alleen dode of zieke takken verwijderen. Wordt de struik te groot, dan enige takken geheel verwijderen. Laag hangende takken die op de grond komen mogen afgeknipt worden.
Gebruik: handfruit/tafelfruit, jam, gelei, gebak
Hoogte: 200 cm, 250 cm
Bloem: wit, roze
Bloemvorm: zelfbestuivend
Bloeitijd: laat
Vrucht: blauw, saprijk, zacht vruchtvlees, aangenaam aroma, zachtzuur
Rijptijd: begin juli, midden augustus
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
De Anthurium komt uit het regenwoud en groeit daar in een vochtige omgeving op n...
De Anthurium is familie van de Aracea en is bekend vanwege zijn mooie bloemen. In Nederland staat de plant bekend als de Flamingoplant. Hij komt van oorsprong uit Zuid-Amerika, waar hij in het regenwoud groeit. Bijzonder aan de Anthurium is dat hij het hele jaar door bloeit en in veel verschillende kleuren voorkomt.
Leuk feitjes:
De twee meest bekende soorten zijn de flamingoplant (Anthurium scherzerianum) en de lakanthurium (Anthurium andreanum). Deze plant is uniek omdat het een van de weinige bloeiende kamerplanten is die het hele jaar door bloemen produceert.
De flamingoplant is de eerste ontdekte anthuriumsoort en tevens de meest bekende. De bloem bestaat uit een rond of eivormig schutblad met een dunne, gekrulde bloeikolf. De naam verraadt het al een beetje: de flamingoplant is verkrijgbaar in felroze. Daarnaast kun je hem ook vinden in andere levendige kleuren, zoals oranje en paars.
De lakanthurium lijkt sterk op de flamingoplant, maar heeft een plastic-achtige glans. Bovendien verschillen de twee soorten in hun bloeiwijze. De lakanthurium heeft geen dunne, gekrulde bloeikolf, maar juist een dikke, rechte bloeikolf. Ook kun je de lakanthurium herkennen aan het schutblad, dat de vorm van een hart heeft.
Deze soort van de Anthurium lijkt niet op de bovenstaande twee, aangezien de crystallinum geen bloemkelken heeft, maar wel grote, fluweelzachte bladeren. Voor de ultimate urban jungle vibes in huis.
De Anthurium bloeit het best op een lichte plek, op een warme standplaats zonder direct zonlicht. Als je de Anthurium op een te donkere plek zet, zal de plant minder bloemen geven. Als de bloemen en bladeren een bruine of gele gloed krijgen, is dat een teken dat de Anthurium op een plek staat met teveel zonlicht. Verplaats de plant dan naar een donkerdere standplaats. Zie je juist groene bloemen? Dit betekent dat de Anthurium te weinig zonlicht krijgt. Zorg in ieder geval voor een minimale temperatuur in je huiskamer van 15 tot 16 graden.
De Anthurium komt van origine uit een vochtige omgeving en heeft daarom veel water nodig. Zeker in de zomer is het belangrijk om de Anthurium twee keer per week water te geven. Spray ook een beetje water op de bladeren. In de winter is de Anthurium in ruststand en is het voldoende om de kamerplant één keer in de twee weken water te geven. Voel aan de bodem of deze nog vochtig genoeg is om te bepalen of je opnieuw water moet geven. Zorg er in ieder geval voor dat de Anthurium nooit in droge grond staat. In de winter is de luchtvochtigheid binnenshuis vaak laag door de verwarming, dus besproei de bladeren van de Anthurium in deze periode met een plantenspuit om stof te verwijderen en de plant gezond te houden. Oude bladeren en bloemen die verkleuren kun je gemakkelijk met de hand verwijderen.
De Anthurium heeft alleen voeding nodig in de zomer. Gebruik hiervoor Pokon Bio Groene Planten Voeding en geef de plant één keer per week voeding. In het najaar en de winter is de Anthurium in ruststand en hoef je deze niet extra te voeden. Vanaf november geef je 6 weken lang geen voeding om de knopvorming te stimuleren.
De Anthurium heeft veel water nodig, vooral in de zomer: geef twee keer per week water en spray de bladeren. In de winter is het voldoende om één keer in de twee weken water te geven. Voorkom dat de grond uitdroogt, want de Anthurium houdt niet van droge grond.
Gele bladeren bij de Anthurium ontstaan vaak door te veel direct zonlicht of onjuiste verzorging. Dit kan ook komen door een tekort aan voedingsstoffen. Om je Anthurium weer gezond en sterk te maken, kun je het beste zorgen voor een lichte plek zonder direct zonlicht en de juiste voeding geven.
Je kunt de Anthurium bij voorkeur eens in de twee jaar in de lente verpotten als je merkt dat de plant te groot wordt. Door je Anthurium in een nieuwe pot te zetten, geef je de wortels weer alle ruimte om te groeien. Zorg goed voor je Flamingoplant, door te kiezen voor de beste potgrond. Gebruik voor je Anthurium de Pokon Anthurium Grond. Deze speciale potgrond heeft een luchtige basis en houdt water goed vast.
De Aronskelk begint als Callaknol en groeit vervolgens uit tot een prachtige pla...
Planttype: Eenjarige, Perkplant, Bloeiende kamerplant
Grondsoort: luchtige grond met een goede buffering van water en voedingsstoffen, zoals Pokon Anthurium Grond.
Bemesten: 1 keer in de 2 weken
Bloem: zalm, geel, roze, wit, zwart
Bloeitijd: april, mei
Hoogte: 75 cm, 100 cm
Groeiwijze: opgaand
Blad/loof: bladverliezend, groen, witbont
Gebruik: solitair
Vochtigheid: normaal, vochtig, regelmatig water geven
Standplaats: halfzon
De aronskelk Calla komt uit de familie van de Araceae, net als de Anthurium en de Spathiphyllum. Opvallend is het trechtervormige schutblad (spatha) en de eigenlijke bloem, de aar. Van oorsprong is de Calla afkomstig uit zuidelijk Afrika en groeit daar vaak in moerassen en langs oevers. Ze bloeien over het algemeen 2 tot 12 weken. Buitenshuis overleeft de plant het erg goed, hij is alleen wel vorstgevoelig. Binnenshuis is het belangrijk dat de Aronskelk op de goede plek staat en de juiste hoeveelheid water krijgt. Een volgroeide Aronskelk kan buiten tot wel drie meter hoog worden! Geen zorgen, in jouw huiskamer zal deze plant een maximale hoogte van een meter kunnen bereiken.
De Aronskelk wordt blij van voldoende zonlicht, maar heeft af en toe wat schaduw nodig. Zet hem daarom niet direct in de zon, maar op een lichte plek vlakbij het raam.
De Aronskelk mag regelmatig een scheutje water krijgen. Voel of de grond nog vochtig is. Is dit niet meer het geval en is de grond juist erg droog, dan is het tijd om weer water te geven. Probeer te voorkomen dat de Aronskelk een voetenbad krijgt. De wortels van de plant kunnen gaan rotten als hij is teveel water krijgt.
Om er zeker van te zijn dat jouw Aronskelk lang meegaat en een mooi, gezond uiterlijk behoudt, kun je de plant af en toe extra voeding geven. Als je eens in de twee weken Pokon Bio Groene Planten Voeding geeft, blijven de aronskelken mooi van kleur. De bladeren zullen een diepgroene kleur houden, waardoor de prachtige bloemen van de Aronskelk nog beter tot hun recht komen. De bloemen van Aronskelk kunnen verschillende kleuren hebben, waaronder geel, roze, wit of zwart. Je kiest de plant die past bij jouw interieur! De Aronskelk bloeit in de maanden april en mei. Tijdens de bloeiperiode kan de plant vaak wat extra voeding gebruiken. Oude bladeren kunnen gerust worden afgesneden.
Het sierlijke kruid bieslook mag met zijn heerlijke smaak, holle bladeren en pra...gemakkelijk zelf kweken.
Planttype: Kruiden, vaste plant
Standplaats: zon, schaduw
Hoogte: 20-30 cm
Snoeien: Bieslook sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weet uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden.
Grondsoort: Biologische potgrond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Bloem: roze, lila
Bloemvorm: bolvormig
Bloeitijd: juni, juli
Blad/loof: bladverliezend, groen
Gebruik: salades, sauzen, soepen, kruidensauzen, groenteschotels
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Bieslook kun je binnen onder glas of op een zonnige vensterbank al vanaf maart zaaien. Wanneer je liever direct in de volle grond zaait kun je vanaf mei starten met kweken. Zaai de zaden in rijen met een rijafstand van 15 tot 20 cm en op 0,5 cm diepte. Bieslook gedijt zowel op een plek in de volle zon als in de schaduw en leent zich daarnaast ook heel goed om te kweken in bakken en potten op het balkon of terras. Na ongeveer twee weken ontkiemen de zaadjes en verschijnen de eerste sprietjes boven de grond.
Bieslook houdt van goed bemestte en niet te zure bodem. Om zo lang mogelijk van de smaakvolle blaadjes van de plant te oogsten geef je tijdens de groei zo nu en dan ook wat extra biologische mest.
Het verzorgen van bieslook is geen lastig of tijdrovend klusje. Bieslook vraagt wel om een vochtige grond, geef daarom regelmatig water aan de voet van de plant.
6 tot 8 weken na het zaaien kun je de smaakvolle bladeren van bieslook oogsten. Ook de bloemen zijn eetbaar en kun je gelijktijdig meeoogsten. Door de bloemen regelmatig weg te knippen stimuleer je de kruidenplant ook nog eens om meer groen aan te maken. Zo hoeft de bieslookplant minder energie te steken in het aanmaken van zaden.
Je kunt bieslook prima in de vriezer bewaren, maar vers afgeknipte bieslook is natuurlijk het lekkerste. Om ook in de winter te genieten van je zelfgekweekte verse bieslook graaf je de plant in de herfst uit en verpot je de kruidenplant naar een pot voor op de vensterbank. Zo kun ook tijdens de koude dagen genieten van verse bieslook in je soepen en gerechten.
De groene en rode beukenhaag (Fagus Sylvatica) en haagbeuk (Carpinus Betulus) zi...
Planttype: Boom, Heester
Grondsoort: speciale aanplantgrond
Vochtigheid: normaal
Standplaats: schaduw, halfzon, zon
Gebruik: haagplant
Bloem: groen
Bloemvorm: katjes
Bloeitijd: april, mei
Blad/loof: herfstkleur, bladverliezend
Takken/bast: gekleurd
Wind: windbestendig
Hoogte: 12 meter
Groeiwijze: bolvormig, opgaand
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Al bij het aanplanten van je haag kun je het verschil maken met grond. Je voorkomt uitval als je tijdens het aanplanten met een aantal zaken rekening houdt. Om te beginnen mag het niet te warm zijn. De beste periode om aan te planten is dan ook het najaar. Ga je op een zonnige voorjaarsdag aanplanten doe dat dan ’s avonds.
Begin met het graven van een geul. Vóór het graven is het handig om de lengte van je haag aan te duiden met touw van begin tot eind. Op die manier graaf je recht. Graaf ruim 2x zo breed en diep als de wortelkluit. Meng vervolgens aanplantgrond door de afgegraven grond. Houd rekening met een verhouding van 1/3 aanplantgrond en 2/3 afgegraven grond. Plaats de beuken erin, zo’n 5 per meter, gooi de grond terug in de geul en stamp de grond goed aan rond de wortelhals. Geef daarna ruim water en blijf dat, zeker als het weinig regent, de eerste weken regelmatig doen.
De haag kan veel schaduw verdragen, maar ook in de zon staan. Zorg er dan wel voor dat je voldoende water geeft.
Na een aantal maanden is de voeding in de grond voor de hagen uitgewerkt. Voor een sterke en gezonde haag is het belangrijk om regelmatig te bemesten met een speciale beuken en hagen voeding. Naast de basisvoedingsstoffen, kun je je haag namelijk extra verwennen met een voeding die magnesium en ijzer bevat. Hierdoor zal de groene kleur nog intenser zijn. Je kan het beste ’s avonds voeding geven, dan is de zon niet meer zo fel.
Door te snoeien bevorder je het blad van je haag. Hoe meer je snoeit hoe dikker de haag zal worden. Daarnaast kun je de grootte van de plant in toom houden. Hagen groeien gemiddeld zo’n 40-50 cm per jaar. Zorg bij het snoeien van je planten altijd voor een goede scherpe snoeischaar. Net als bij het aanplanten en voeden kun je het beste snoeien als het niet te zonnig is. Snoei je beukenhaag en haagbeuk altijd voor de langste dag (medio juni) van het jaar.
Hagen hebben vooral direct ná het planten veel water nodig. Daarna, afhankelijk van de regenval, eens per week. Let op dat je goed op de bodem water geeft.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.