Dwergrozen, ook bekend als miniatuurrozen, zijn een speciale variëteit van roze...
Grondsoort: alle grondsoorten, normale grond, kleigrond (kalkhoudend)
Vochtigheid: normaal
Licht: halfzon, zon
Planttype: Roos
Gebruik: solitair, parken
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Groeiwijze: breed opgaand
Bloem: roze
Bloemvorm: gevuld
Bloeitijd: juni, juli, augustus, september, oktober
Blad/loof: bladverliezend
Takken/bast: doornen
Hoogte: 100 cm, 125 cm
Groeiwijze: bolvormig
Hoogte: 150 cm
winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Wanneer: eind Februari-begin Maart, als er geen strenge vorst meer wordt verwacht.
Wat: Het eerste jaar na planten alle dunne takjes verwijderen en 2,3 of 4 takken die de struik heeft terugknippen zodat u 4-5 "ogen" overhoudt. Als bovenste oog kiest u een oog dat naar buiten is gericht.
Volgende jaren: Allereerst worden alle beschadigde en kruisende takken weggeknipt. Hierna worden de oudste takken teruggeknipt tot vlak boven de grond. Dit bevordert de groei van nieuwe, stevige takken. U houdt nu 3-5 jonge takken aan die regelmatig verdeelt staan. Deze takken worden afgeknipt op 4-5 ogen, waarbij het bovenste aan de buitenzijde van de struik zit.
Als de struiken alleen staan (dus niet in een perk) mogen de gesnoeide takken iets langer blijven (25-40 cm).
Tijdens de zomer worden de oude bloemen regelmatig verwijdert om de herbloei te bevorderen.
Het kruid Rozemarijn is een bekend keukenkruid. Het heeft een heel herkenbare ge...
Planttype: Heester, Kruiden, Vaste plant
Grondsoort: Pokon Bio Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: schaduw/halfzon, zon
Snoeien: De plant hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de plant in model te houden kan men in het voorjaar en/of in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de plant te behouden.
Blad/loof: groenblijvend, geurend
Hoogte: 50 cm, 75 cm
Groeiwijze: opgaand
Bloem: geurend, paars, blauw
Bloeitijd: maart, april, mei
Gebruik: soepen, gevogelte, vleesgerechten, visgerechten, salader
Wind: zeewind bestendig
Winterhardheid: matig (-12,2 tot -6,7°C), USDA zone 8
De basis voor elke plant is een goede potgrond. Dit geldt zeker voor kruiden zoals rozemarijn. Door ze in de juiste potgrond te zetten zorg je letterlijk voor een goede voedingsbodem waarin de wortels zich goed kunnen ontwikkelen en de plant optimaal kan groeien en smaakvollere kruiden zal geven. Pokon Bio Moestuin Grond is een biologische potgrond die is ontwikkeld voor gebruik in kweekbakken, kassen en ook als bodemverbeteraar in de moestuin. De grond heeft een luchtige structuur, waardoor water en voedingsstoffen beter worden vastgehouden. Hierdoor kunnen jouw kruidenplanten zich optimaal ontwikkelen, met als gevolg een smaakvol en geurig eindresultaat.
Plant rozemarijn op een warme, zonnige plek. Zorg bij aanplanten in de volle grond, bijvoorbeeld in een border, dat er voldoende ruimte tussen de rozemarijn plantjes zit. Houd in ieder geval 30-35 cm aan.
Tip: Niet heel veel ruimte in je tuin of balkon? Plant dan je rozemarijn in een Pokon Hangtuintje.
Rozemarijn voed je tussen februari en april en dan nog een keer in juli of augustus. Gebruik hiervoor een biologische plantenvoeding zoals de Bio Kruiden Mest.
Snoei rozemarijn na de bloei rond mei of juni om een mooie volle plant te houden. Je kan beter niet knippen tot de houtige delen.
Geef regelmatig water, vooral bij warm weer.
Bramen zijn heerlijke vruchten die je vers uit je tuin kunt snoepen, maar ook ka...
Planttype: Fruit(boom)
Hoogte: 150 cm, 200 cm
Vochtigheid: normaal
Standplaats: zon, halfzon
Snoeien: Na het planten kun je de bestaande scheut insnoeien tot 30 cm boven de grond. De nieuwe scheuten die uit de grond komen kun je aanbinden. Maximaal 4 scheuten per plant aanhouden, het tweede jaar dragen deze scheuten namelijk vruchten. Ook het tweede jaar weer 4 nieuwe grondscheuten aanbinden. Je hebt dan 4 vruchtdragende en 4 nieuwe scheuten. Na de oogst worden de gedragen scheuten geheel verwijderd. Zo kun je jaren doorgaan!
Wind: beschut tegen harde wind
Grondsoort: Bio Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer met Bio Moestuin Mest
Bloem: wit
Bloeitijd: juli, augustus
Bloemvorm: zelfbestuivend
Vrucht: paars, saprijk, zoet, zacht vruchtvlees
Rijptijd: midden augustus, eind september (Black Satin: eind juli)
Gebruik: handfruit/tafelfruit, jam, gelei
Bramen komen oorspronkelijk uit Azië en Europa, maar zijn nu over de hele wereld te vinden. Ze groeien in het wild langs bosranden en in open velden waar ze genoeg zonlicht kunnen krijgen. De plant is al duizenden jaren in cultuur en wordt zowel voor zijn heerlijke vruchten als voor zijn medicinale eigenschappen gewaardeerd.
Er zijn veel verschillende soorten bramen, elk met hun eigen unieke kenmerken. Enkele van de meest populaire variëteiten zijn:
De 'Evergreen' braam, die bekend staat om zijn grote, sappige vruchten en zijn vermogen om het hele jaar door bladeren te behouden. Het Evergreen soort is tegenwoordig ook doornvrij te krijgen onder de soortnaam Thornless Evergreen.
De 'Loch Ness' braam, die bekend staat om zijn hoge opbrengst aan zoete, donkere bessen.
De 'Oregon Thornless' braam, die geliefd is bij tuiniers omdat hij geen doornen heeft, wat het plukken van de vruchten een stuk gemakkelijker maakt.
De 'Black Satin' braam, die grote, glanzende, bijna zwarte vruchten produceert.
Wil jij een braam planten in je (moes)tuin, volg dan ons stappenplan:
Bramen zijn vrij makkelijk te verzorgen, maar hier zijn enkele tips om ervoor te zorgen dat ze goed groeien:
Planttype: Fruit(boom), Klimplant
Grondsoort: Kleinfruit Grond
Bemesten: voorjaar,...
Planttype: Fruit(boom)
Grondsoort: Moestuin Grond
Vochtigheid: normaal
Standplaats:...
Japanse wijnbessen zijn heerlijk zoet en kunnen vers worden gegeten. Je kunt dez...
Planttype: Fruit(boom), Klimplant
Grondsoort: Bio Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer met Bio Kleinfruit Mest
Vochtigheid: normaal
Standplaats: zonnig
Wind: beschut tegen harde wind
Gebruik: handfruit/tafelfruit
Hoogte: 200 cm
Bloem: wit, roze
Bloemvorm: zelfbestuivend
Bloeitijd: mei, juni
Vruchtkleur: rood
Rijptijd: begin juli, begin september
Vrucht: zeer saprijk, friszuur, zacht vruchtvlees, zeer fijn aroma
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
De Japanse Wijnbes, ook bekend als Rubus phoenicolasius, komt oorspronkelijk uit Oost-Azië, met name uit Japan en Korea. Het is in de 19e eeuw naar het westen gebracht en wordt nu over de hele wereld gekweekt voor zijn heerlijke bessen. Ondanks zijn exotische afkomst, kan de plant heel goed gedijen in verschillende klimaten en is hij behoorlijk winterhard.
Wil je graag een Japanse Wijnbes planten in je tuin? De beste periode om deze plant uit te planten is het najaar voordat het gaat vriezen t/m maart.
Stappenplan voor het planten van een Japanse Wijnbes:
In de maanden mei en juni maakt de struik bloemetjes aan, die heel klein en wit zijn. Het wemelt er dan van de hommels en bijen. De bloemen zijn sterk geurend.
De verzorging van de Japanse Wijnbes is vrij eenvoudig, maar hier zijn enkele tips om ervoor te zorgen dat hij goed groeit:
De beste oogstmaanden zijn de maanden juli en augustus. Let bij het oogsten op voor de stekeltjes aan de stelen, want deze zijn heel erg klein en heel erg vervelend als je ze in je vingers krijgt. Zodra de gehele struik leeg is, is het tijd om te snoeien.
Salie zorgt voor een feestje in iedere tuin. Bij een zuchtje wind dansen de paar...
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Grondsoort: Kruiden Mest
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: zon, schaduw
Wind: beschut tegen oosten wind in de winter, zeewind bestendig
Snoeien: De plant bloeit op éénjarig hout. Om een goede groei en bloei te krijgen is het raadzaam de plant elk voorjaar (begin maart) sterk terug te knippen tot op 10-20 cm boven de grond.
Hoogte: 30-50cm
Bloem: geurend, roze, paars
Bloemvorm: trosvormig
Bloeitijd: juni, juli, augustus
Blad/loof: groenblijvend, grijsgroen
Gebruik: salades, gevogelte, visgerechten, vleesgerechten, groenteschotels, bijenplant
Winterhardheid: redelijk (-17,7 tot -12,3°C), USDA zone 7
Salie behoort tot de plantenfamilie Salvia die wel 900 soorten kent. Dit sierlijke tuinplantje wordt, afhankelijk van de soort, zo’n 40 tot 100 cm hoog. De prachtige paarse pluimen laten zich van mei tot en met in augustus zien. Met hoge soorten achter in een border (en lagere vooraan) geef je de tuin direct meer diepte. Salie is in de border ook altijd perfect om met andere planten te combineren. Behalve in borders is Salie ook zeer geschikt om in bakken te zetten op jouw balkon of terras.
Als je Salie wilt zaaien doe je dat bij voorkeur in het vroege voorjaar. Salie is namelijk een lichtkiemer. Leg de zaden op een ondergrond van een mengsel van potgrond dat je luchtiger hebt gemaakt door er ongeveer 1/5e deel brekerzand door te mengen. Dek de zaden daarna af met een dun laagje Pokon Vermiculiet. Hierbij is het belangrijk dat je de zaadjes goed in de gaten houdt. Het dunne laagje moet je per dag een keertje licht besproeien met een plantenspuit. Zo drogen de zaden niet uit.
Salie komt van oorsprong uit het zuiden van Europa en houdt daarom van een plekje in de zon met een beetje beschutting. Salie is ook zeer geschikt om te kweken in potten op het terras.
Om optimaal te kunnen blijven genieten van Salie voed je de planten 2 keer per jaar. De beste tijd om te voeden is vroeg in de lente en in de zomer. Gebruik daarvoor speciale Pokon Kruiden Mest. Deze voeding zorgt voor meer weerstand tegen plagen en ziektes en geeft jouw Salie ook nog eens die heerlijke geur. De voeding werkt tot wel 120 dagen.
Om wildgroei te voorkomen is het in het voorjaar tijd om Salie te snoeien. Snoei de plant wat terug, zodat deze sfeermaker mooi vol blijft. Na de bloei in de nazomer mag je nog een keer snoeien, maar doe dit niet te laat. Als de dagen en nachten kouder worden kan de pasgesnoeide Salie last krijgen van de kou. Zijn de paarse pluimen van de Salie uitgebloeid? Knip de stelen dan meteen terug en de kans is groot dat de plant voor een tweede keer gaat bloeien!
Om te kunnen blijven genieten van Salie heeft ook deze tuinplant regelmatig water nodig. Zeker wanneer het een lange tijd droog is geweest, is het aan te raden even te sproeien. Sproei bij voorkeur dichtbij de grond rondom de kluit, zodat de wortels het water snel op kunnen drinken. Wanneer je Salie in een pot op het terras zet, moet je misschien iets vaker water geven. Let er dan wel op dat in de bodem van de pot een gat zit of gebruik Pokon hydrokorrels. Overtollig gietwater kan dan makkelijker wegvloeien en er blijft geen water onderin de pot staan.
Salie kent geen rustperiode, omdat het een groenblijvende plant is. Een ideale periode in het jaar om Salie uit te planten is er dan ook niet. Waar moet je dan wel rekening mee houden? De nachttemperatuur. Wanneer je jouw Salie pas hebt geplant, dan kan hij nog niet goed tegen de kou. Het wortelstelsel moet zich namelijk nog ontwikkelen. Wanneer de nachttemperatuur boven de 10℃ komt is het tijd om Salie uit te planten.
Je kunt de blaadjes plukken wanneer je wilt. Doe dit wel zo kort mogelijk voor je het gaat gebruiken. Een takje met blaadjes kun je nog wel een paar dagen fris houden, door ze losjes in wat papier te rollen en ze in de koelkast te leggen. Omdat je Salie bijna het hele jaar door kunt oogsten is invriezen niet nodig.
De plant zelf moet wel kunnen herstellen van het oogsten van de bladeren. Wanneer je af en toe een paar blaadjes oogst, kan je gerust het hele jaar blijven oogsten. Alleen als je alle blaadjes in één keer oogst, heeft de plant tijd nodig om te herstellen. In dat geval kan je Salie twee keer per jaar oogsten.
Om de blaadjes van Salie langer goed te houden kun je ze laten drogen. Op welke manier je de blaadjes droogt hangt af van je eigen voorkeuren. Uiteindelijk is het een kwestie van veel proberen wat de beste smaak oplevert.
Zeepkruid heeft zijn Nederlandse naam niet zomaar gekregen. Deze plant bevat nam...
Zeepkruid is onderdeel van de Caryophyllaceae familie. Met de over het algemeen roze bloemen valt deze plant direct op. Van oorsprong vind je Zeepkruid veelal in de bergen, onder hagen en in wegbermen. Deze plant groeit van nature in het zuiden van Europa tot het westen van Siberië. Je kunt Zeepkruid dan ook goed gebruiken in een rotstuin als ‘voegenvuller’ of in een stapelmuur.
Zeepkruid bloeit in de maanden mei en juni. Doordat veel varianten een maximale hoogte van 20 centimeter hebben is hij perfect als bodembedekker. Hij is winterhard en wintergroen.
Wanneer het aankomt op zeepkruid heb je keuze uit een hoge of een lage variant.
Saponaria Officinalis is de hoge variant van Zeepkruid. Deze variant krijgt wit/roze bloemen en bereikt een hoogte van 40 tot 70 centimeter. In de maanden juli tot september kun je genieten van de prachtige kleur en de zoete geur die de bloemen verspreiden.
Saponaria Ocymoides is de lage variant van Zeepkruid en daardoor goed te gebruiken als bodembedekker. Hij wordt ongeveer 20 centimeter hoog, krijgt prachtige roze bloemen en bloeit in de maanden mei tot en met juni.
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Standplaats: (half)zon
Vochtigheid: droog, normaal
...: 20-40 cm
Snoeien: De plant sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen, rond maart, kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden.
Grondsoort: Moestuingrond
Bemesten: voorjaar, zomer
Gebruik: bijenplant
Bloem: wit, paars
Bloeitijd: juli, augustus, september
Blad/loof: bladverliezend, groen
Groeiwijze: breed spreidend
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Sedum is een vetplant en ideaal als bodembedekker in de tuin. De plant wordt ong...
Planttype: Vaste plant
Grondsoort: algemene tuingrond
Bemesten: 1 a 2 keer per jaar
Vochtigheid: droog
Standplaats: zon, halfzon
Wind: beschut tegen oosten wind in de winter, zeewind bestendig
Gebruik: bijenplant, rotsplant
Hoogte: 20 cm
Bloem: geel
Bloeitijd: juni, juli
Blad/loof: groenblijvend, groen
Groeiwijze: bodembedekkend
Gebruik bij het planten van Sedum een goede vocht doorlatende aanplant grond. Het gecomposteerde beukenblad, wat in deze grond zit, zorgt voor extra bodemleven en TerraCottem houdt vocht en voeding beter vast. Het zorgt er bovendien voor dat de wortels goed kunnen ontwikkelen. Om de bloei te stimuleren kun je deze tuinplant voeding geven van maart tot en met augustus. Geef Sedum in de zomer zeker 2 keer per week water. In de winter hoef je geen extra water te geven.
Solanum melongena, beter bekend als de aubergine of eierplant, is een vruchtgroe...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 75 cm, 100 cm, 125 cm
Snoeien: Knip alle groene delen in oktober/november terug om de plant in model te brengen (voor je ze naar binnen haalt).
Groeiwijze: opgaand
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Bloem: lila
Blad/loof: groen
Vrucht: paars, eetbaar
Gebruik: verse consumptie, stoven
Zaaitijd: januari, februari
Planttijd: april, mei
Oogsttijd: juli, augustus, september
Er bestaan veel auberginesoorten in verschillende vormen, kleuren en maten. Zo heb je naast de bekendere paarse ovale soorten ook goudgele ronde soorten (bijvoorbeeld Golden Eggs), witte ovale soorten (White Egg), geribbelde ovale soorten (Violetta di Firenze) en gestreepte soorten (zoals Tsakoniki). Early Black Egg en Morden Midget zijn vrij tolerant in onze wat koudere klimaten en vormen daarmee de ideale beginnersoorten.
Doordat aubergineplanten van origine uit veel warmere oorden komen is de plant een wat lastiger te kweken groente. Om het zaaigoed te laten ontkiemen start je eind februari al met het voorzaaien in zaaibedden. Dit doe je in een verwarmde omgeving die, zowel dag als nacht, een temperatuur heeft van 25 graden. Afhankelijk van de warmte zullen de zaden dan in ongeveer 2 tot 3 weken ontkiemen.
In de maanden april of mei verplant je de zaailingen naar aparte grotere potjes. Vanaf de maand juni mag je de aubergineplantjes dan uitplanten in de volle grond. Gebruik hiervoor een plantafstand van 50 cm.
Aubergineplanten stellen niet veel eisen aan de grond, zolang deze maar niet te zuur en goed waterdoorlatend is. Maak de grond wat luchtiger door de bovenlaag te vermengen met wat compost, dit is ook meteen voeding voor de plant. Gebruik als bodem altijd biologische potgrond, zo verzeker je jezelf van een lekkere oogst.
Zodra de prachtige paarse of witte bloemen tevoorschijn komen kun je de aubergineplant door de plant lichtjes te schudden, helpen met de zelfbestuiving. Afhankelijk van de vruchtgrootte van het ras is het vaak verstandig om de plant ook te ondersteunen met stokken.
Zodra de aubergines hun uiteindelijke kleur hebben gekregen en je met je vingers licht in de vrucht kunt duwen is het tijd om te oogsten. Snijd met een scherp en schoon mes door het steeltje en verwijder zo de vrucht van de plant. Door regelmatig te oogsten maakt de plant sneller nieuwe vruchten aan.
Aubergines mag je overigens net als aardappels nooit rauw opeten! Pas als de groente is verhit, is de schadelijke hoeveelheid van de stof solanine verdwenen.
De Sering is familie van de olijf en groeit oorspronkelijk in Zuidoost-Europa. D...
Planttype: Heester
Grondsoort: basis tuinplanten grond
Bemesten: twee keer per jaar
Vochtigheid: normaal
Standplaats: halfzon, zon
Wind: windbestendig
Groeiwijze: opgaand
Bloem: geurend, wit
Bloeitijd: mei, juni
Blad/loof: bladverliezend
Bloemvorm: pluimvormig
Winterhardheid: extreem winterhard (< -45,5°C tot -28,9°C)
De Sering bloeit met name in mei en is een mooie heester met geurende bloemen. Deze tuinplant kan erg hoog en breed worden, maar er zijn ook veel kleine varianten voor in de tuin te koop. De bladeren van de Sering zijn vaak lang, smal en hartvormig. De prachtige bloemen zijn er in verschillende kleuren: wit, lila, violet, paars of bijvoorbeeld met een blauwe gloed. Wanneer de bloemen zich ontwikkelen, tijdens de bloei, veranderen de tinten binnen de kleuren ook langzaam.
Seringen zijn erg sterk en zullen goed groeien in een goede en waterdoorlatende tuinplantengrond. Alhoewel ze van vocht houden, mag het grondwater nooit tot aan de wortels reiken want dan kunnen ze gaan rotten.
De Sering staat het liefst op een plek waar je minimaal 6 uur per dag zonlicht hebt. De tuinplant houdt niet van te veel wind, dus probeer de Sering iets af te schermen door deze bijvoorbeeld dicht bij de muur of heg te zetten. Zorg er verder voor dat je voldoende ruimte tussen de planten houdt, zodat ze niet worden belemmerd in de groei.
Je wilt natuurlijk dat je Sering heerlijk geurt en uitbundig bloeit. Wist je dat je dit kan stimuleren? Door je Sering in het voorjaar te voeden met tuinmest bevorder je de groei van bloemknoppen. De organische mest voedt de plant en bevordert de grond.
Voor een compacte groei en veel bloemen is het nodig om de Sering na de bloei terug te snoeien. Knip uitgebloeide takken in het late voorjaar (mei/juni) of het najaar terug, maar laat jonge scheuten die vorig jaar zijn gevormd zitten. Op deze jonge scheuten gaat de sering volgend jaar weer bloeien. Je kunt het beste tot ongeveer 25 procent van de takken van de sering terugsnoeien tot op ongeveer 20 centimeter van de grond.
Als je de verwelkte bloemtros wegknipt, zullen de slapende knoppen eronder uitlopen. Die groeien vaak haaks naar links en rechts, wat de vorm niet ten goede komt. Toch bloeit een Sering het rijkst op de bovenste scheuten. Om de vorm te verbeteren kun je elk jaar een of twee takken terugknippen tot op een lagere uitloper op de stengel, die naar de buitenkant van de struik groeit (anders krijg je kruisende takken). Als je dit elk jaar bij een paar takken doet, blijft de struik in model zonder dat de bloei er erg onder lijdt. Forsythia, boerenjasmijn, weigelia, Deutzia en Kolkwitzia maken tijdens hun bloei ook scheuten lager op de takken aan, zodat je ze op deze manier goed in model kunt snoeien.
Met name in een warme en droge zomer, maak je de Sering blij met wat extra water.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.