Curcurbita pepo, beter bekend onder de naam courgette, is een echte topper voor ...
Planttype: Groente
Standplaats: zonnig
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Breedte: 100 cm, 150 cm
Bloem: geel
Groeiwijze: bodembedekkend, kruipend, breed spreidend
Blad/loof: groen
Vrucht: geel, groen, eetbaar
Zaaitijd: april, mei
Planttijd: mei, juni
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september
Gebruik: verse consumptie, salades
Winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
Courgettes zijn er in heel veel verschillende soorten en maten. Naast de bekende groene langwerpige variant kun je ook ronde soorten (zoals Ronde de Nice), gele soorten (Golden Zucchini), witte soorten (Blanco Medio Largo) en gestreepte soorten (Safari) kweken.
In de maanden mei en juni kun je courgette zaaien op een zonnige plaats in de volle grond op 2 cm diepte. Courgetteplanten worden erg groot, houd daarom een zaaiafstand van minimaal 75 Ã 100 cm per zaadje. Wanneer je al eerder wilt starten kun je courgettes ook voorzaaien in potten vanaf half april. Rond half mei is de kans op vorst geweken en kunnen de courgettes uitgeplant worden in de volle grond.
Courgetteplanten stellen niet veel eisen aan de grond en groeien op vrijwel iedere bodem. Voor het beste resultaat kun je de courgette bij voorkeur zaaien in biologische moestuingrond met een hoog kaliumgehalte. Door de grote bladeren kunnen courgetteplanten bij warm weer erg veel water verdampen. Geef de plant dan iedere avond water aan de voet van de plant.
Rond juli begint de plant vruchten te produceren en kun je starten met het oogsten van de eerste courgettes. Knip of snijd met schoon en scherp gereedschap de vruchten af bij het steeltje. Kijk daarnaast ook goed onder de grote bladeren van de plant of er nog vruchten verstopt liggen. Door elke dag even te kijken en regelmatig te oogsten worden de courgettes niet te groot. Ook blijft de plant zo nieuwe vruchten aanmaken.
Kwee, ook wel kweepeer of kweeappel genoemd, is een boompje die nauw verwant is ...
De Kwee is een struikachtige boomsoort die deel uitmaakt van de rozenfamilie. Van oorsprong komt Kwee uit de omgeving rondom de Kaspische zee. Je vindt hem in onder andere Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. In Europa komt Kwee voor in de zuidelijke landen. Ook vind je dit fruitboompje in Japan.
Er zijn twee soorten kwee, namelijk appelvormig en peervormig. Het grootste verschil tussen de verschillende rassen zit hem in de smaak.
De C. oblonga Agvambari, C. oblonga Bourgeault, C. oblonga Ekmek en de C. oblonga Rea’s Mammoth zijn een greep uit de peervormige Kwee varianten.
De Agvambari staat er om bekend snel te groeien. De Bourgeault daar en tegen kan wat minder snel groeien, maar staat bekend om zijn zeer rijke oogst.
De C. oblonga Leskocacka, C. oblonga Ludovic, C. oblonga Aromatnaya en de C. oblonga Maliformis zijn voorbeelden van de appelvormige Kwee.
Leskocacka is een winterharde variant. De Aromatnaya geeft veel vruchten. Ook zijn de vruchten van deze variant rouw te eten. De Maliformis blijft wat kleiner maar geeft een prima oogst. Ook bij lagere temperaturen rijpen de vruchten goed.
Je kunt de Kwee het beste verplaatsen in de periode van november tot en met maart. In deze periode is het boompje namelijk niet actief. Verplaats de Kwee vooral niet in de zomerperiode.
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Standplaats: zon
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemeste...: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Hoogte: 50 cm
Snoeien:
De plant sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weer uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden, dus snoei zo rond maart.
Wind: beschut tegen harde wind
Bloem: roze, paars
Bloeitijd: juli, augustus, september
Blad/loof: grijsgroen
Gebruik: soepen, groenteschotels
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Wortel, Daucus carota, is een leuke en makkelijke beginnersgroente in de moestui...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Gebruik: waardplant voor vlinders
Bloem: wit
Hoogte: 20 cm, 30 cm
Blad/loof: groen, fijnbladig
Vrucht: oranje, eetbaar
Gebruik: sap, koken, salades, verse consumptie
Zaai- en planttijd: maart, april, mei, juni, juli
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september
Wortels kun je binnen en onder glas vrijwel het gehele jaar door kweken in vermiculiet. Maar vanaf eind maart t/m juli mogen de zaden ook direct de volle grond in. Uit hetzelfde zaad kun je vaak zowel zomerwortels als winterpenen kweken. Het verschil in kweken zit ‘m in het oogstperiode, winterpenen vragen uiteraard om meer geduld en hebben een langere groeiperiode nodig. Zaai op 1 cm diepte en houd een rijafstand van 20 tot 30 cm aan. Wortels kun je trouwens ook heel goed in potten kweken.
Een van de belangrijkste taken bij het kweken van wortels is het uitdunnen van de zaailingen. Wanneer je deze stap overslaat zullen de wortels door ruimtegebrek minder goed groeien en kunnen zelfs om elkaar heen gaan groeien. Dit geldt uiteraard vooral voor de winterpenen, hierbij houd je een afstand van 6 tot 10 cm aan. Voor zomerwortels is een afstand van 3 tot 5 cm al voldoende.
Wortels hebben niet veel bemesting nodig. Een teveel aan mest zorgt er vaak vooral voor dat het loof hard groeit maar de groei van de wortels zelf achterblijft. Enkele maanden voor het zaaien kun je de grond nog wel van wat mest voorzien. Verder groeien wortels het liefst op een luchtige en losse bodem. Spit daarom de bodem flink om voor je start met kweken.
Het wieden van onkruid en het geven van voldoende water zijn de meest belangrijke taken bij de verzorging van de wortelteelt. Wieden gaat overigens een stuk makkelijk wanneer je de wortels netjes in rijen hebt gezaaid.
Je kunt de wortels bij elk gewenst formaat oogsten. De grootte kun je vaak al goed inschatten door de dikte die de bovenkant van de wortel laat zien. Voor zomerwortels oogst je de wortels vanaf juli. Wanneer je graag dikke winterpenen wilt kweken moet je wel wat meer geduld hebben en kun je vanaf oktober de eerste peentjes oogsten. Hoe langer je wacht, hoe groter en dikker de wortel. Je oogst door met een spitvork de wortels voorzichtig omhoog uit de grond te halen. Voor het verlengen van de versheid van de wortels verwijder je na het oogsten direct het loof.
Zonnehoed is een kleurrijke, bloeiende plant voor in de border. De eerste bloeme...
Zonnehoed, ook wel Echinacea, komt oorspronkelijk uit de centrale en oostelijke delen van Noord-Amerika. De plant is er in de meest uiteenlopende kleuren. Er zijn ongeveer 10 verschillende soorten Zonnehoed bekend.
Dit zijn een aantal populaire soorten op een rij:
De purpurea is misschien wel de bekendste soort Zonnehoed. Ondanks dat de naam misschien de indruk werkt dat het een variant is met onder andere paarse bloemen, zijn de bloemen lila/roze.
De Echinacea Sundown heeft een wat subtielere kleur dan de purpurea, namelijk rood tot perzikkleurig.
De Echinacea Pallida valt op door de apart gevormde bladeren. In tegenstelling tot de andere soorten heeft de Pallida namelijk smalle, langwerpige bladeren in een lichtpaarse kleur. Deze variant bereikt een hoogte van 45 tot 75 centimeter.
De Art’s Pride heeft dunne, oranje gekleurde blaadjes. De kleur trekt direct te aandacht. Ook geven deze bloemen een heerlijke geur af. Gemiddeld wordt deze variant 60 centimeter hoog.
De Echinacea Sombrero Salsa Red is een compacte variant zonnehoed met bijzonder gevormde bladeren. De bloemen zijn groot en rood van kleur. Het hart van de bloemen is donkerbruin.
Ook in de winter ziet zonnehoed er sierlijk uit. Ondanks dat je dan niet kunt genieten van de kleurrijke bloemen vormen de stekelbolletjes een mooi winters beeld. Wanneer het niet meer vriest kun je de afgestorven delen afknippen tot aan de grond. Zonnehoed is winterhard en groeit dus gewoon weer terug.
Het licht pittige plantje rucola kun je gemakkelijk, snel en bijna jaarrond kwek...
Planttype: Groente
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon, halfzon
Groeiwijze: bodembedekkend
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Blad/loof: half wintergroen, groen, eetbaar
Gebruik: salades, sauzen, visgerechten, groenteschotels
Zaaitijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Planttijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Oogsttijd: april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december
Rucola, ook wel bekend als Zwaardherik of raketsla, is een eenjarige plant uit de kruisbloemenfamilie. De bladeren zijn lang, grof en gekarteld, met een pittige, nootachtige smaak. Rucola wordt al sinds de Middeleeuwen geteeld in het Middellandse Zeegebied en is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de moderne keuken.
Je kunt rucola zaaien van maart tot en met oktober, zowel in de volle grond als in potten of bakken. Voor de beste smaak zaai je bij voorkeur in het voor- of najaar, wanneer de temperaturen koeler zijn.
@pokon_nl Rucola kweken in juni? Zeker! ? Zaai met de hand ? 10 cm tussen de zaadjes ? Meteen water geven ⳠBinnen 4 à 5 weken oogsten ? En ja: de bloemen kun je óók eten! Ook leuk: radijs, pluksla en wortels zaaien ? #Rucola #MoestuinTips #Moestuinieren #Tuinieren #JuniTips #Kweken #Zaaien #Pokon ♬ original sound - Pokon
Rucola is een makkelijke plant, maar vraagt wel om voldoende water. Vooral tijdens warme zomerdagen is het belangrijk dat de grond vochtig blijft. Te weinig water kan leiden tot een te scherpe smaak en slappe bladeren.
Rucola groeit snel: binnen enkele weken kun je al beginnen met oogsten. Pluk de blaadjes jong voor een milde smaak, of wacht iets langer voor een pittigere bite. Laat het hart van de plant intact zodat je meerdere keren kunt oogsten.
Zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig blijft. In droge periodes kan dit betekenen dat je dagelijks water moet geven.
Ja, rucola doet het ook goed op een zonnige vensterbank of in een kas. Zorg wel voor voldoende licht en luchtcirculatie.
Zaai bij voorkeur in het voor- of najaar en houd de grond vochtig. Bij hoge temperaturen schiet rucola sneller door.
Ja! De bladeren zijn pittiger van smaak en ook de bloemen zijn eetbaar en decoratief.
Een biologische lichte bemesting in het groeiseizoen is voldoende. Overbemesting kan de smaak beïnvloeden.
Rabarber (Rheum rhabarbarum) wordt sinds 1900 geteeld in Nederland en behoort to...
Vanaf maart of april kun je rabarber zaaien onder glas. Zodra er een klein stekje is ontstaan kun je ze rond mei of juni verplaatsen naar buiten. Het eerste jaar oogst je niets, de plant moet groot en sterk worden en hiervoor heeft hij zeker een jaar nodig.
Houd rekening met ongeveer een tussenruimte van 75 centimeter tussen de planten. Het worden vrij grote stengels en bladeren.
Als je ervoor hebt gekozen om een rabarberplantje te planten, doe dit dan in het najaar. De grond is dan nog warm van de najaarszon en bovendien is rabarber winterhard. Je kunt dan het voorjaar erop waarschijnlijk al oogsten.
Rabarber staat graag in grond die zowel water goed vasthoudt als afvoert, want de plant wil geen natte voeten maar zeker ook niet te droog worden.
Het kost de rabarber veel energie om te groeien, dus extra bemesting hebben ze wel nodig. Verwen je rabarberplanten met biologische mest in het voorjaar en rond de zomer.
Als je rabarber voldoende is gegroeid, kun je in de maanden april, mei en juni oogsten. Snijd de stelen dan niet af, maar ‘trek’ ze. Maak een draaiende beweging onderaan de stengel en trek hem voorzichtig van de plant af.
Tip: oogst niet alle stelen van een rabarberplant. Laat een stuk of drie stelen aan de plant zitten en oogst alleen de dikke stelen. Zo voorkom je dat de plant te zwak de winter ingaat en jij eet enkel de lekkerste stengels!
Rabarber blijft een paar dagen goed in de koelkast. Je kunt de stengels het beste direct verwerken in een recept (en dan bewaren) of weggeven. Vaak oogst je meer dan je werkelijk verbruikt, dus begin niet met al te veel planten tegelijk.
Knoflook (Allium Sativum) is een bolgewas uit de lookfamilie en een echte smaakm...
Het kweken van knoflook vraagt niet om expertise of groene vingers. De planten hebben namelijk amper verzorging nodig. Het enige wat je hoeft te doen is planten en wachten. Koop een bol biologische knoflook bij de winkel of supermarkt. Het is belangrijk dat het om biologische knoflook gaat, behandelde knoflook zal namelijk niet uitlopen. Hoe groter de teen, hoe groter de geoogste bol. Kies daarom de grootste tenen van de bol uit.
Knoflook kun je het beste vanaf september tot en met half november planten. Je krijgt namelijk de beste en grootste knoflookbollen als de kou er goed overheen is geweest. In het voorjaar kunnen de tenen ook geplant worden naast andere gewassen zoals aardbeien, wortels, tomaten en aardappelen planten, dit worden gezien als goede buren die elkaars groei versterken. Toch zal de uiteindelijke opbrengst aan knoflook een stuk lager uitvallen. Plant de tenen met het puntje omhoog zo’n 5 cm diep en 15 cm van elkaar.
Knoflookplanten stellen maar weinig eisen aan de grond, zolang deze maar goed doorlatende grond en niet pas bemest is. Knoflookplanten houden namelijk niet van natte voeten en verse mest. Enkel bijwateren tijdens zeer droge perioden en wachten maar.
Tussen juni en augustus kun je de in de herfst geplante bollen oogsten wanneer 2/3 van het loof dor en geel is geworden. Om de bollen lang goed te houden kun je het beste de bollen eerst laten drogen. Dit kun je het beste doen door de bollen met loof en al op te hangen, bijvoorbeeld aan een waslijn in de kas of in de schuur. Knip na het drogen de wortels en het verdorde blad af en bewaar de bollen op een droge en luchtige plaats.
De leuke Ananasplant groeit oorspronkelijk in het oerwoud, maar is tegenwoordig ...
De Ananasplant, ook wel de Bromelia Corona, behoort tot de Bromelia familie en groeit oorspronkelijk in de oerwouden van Uruguay. Inmiddels is de plant in Nederland erg populair geworden als kamerplant. Naast dat deze Bromelia er erg leuk en speels uitziet, staat de plant ook bekend als de anti-snurk plant. De Ananasplant heeft namelijk een luchtzuiverende werking en produceert meer zuurstof dan andere kamerplanten. De verse zuurstof kan het snurken verminderen of stoppen. Dit heeft mede te maken met het enzym bromelaïne, dat een ontstekingsremmende werking en gunstig effect op de luchtwegen heeft. Dit enzym bevindt zich voornamelijk in de steel van de plant.
Zet de Ananasplant op een lichte plek in huis, maar niet in het directe zonlicht. Eén of twee meter van het raam is goed. Direct zonlicht kan namelijk uitdroging veroorzaken. Probeer de Ananasplant daarnaast ook niet te dicht bij de verwarming te zetten.
Zorg dat de grond licht vochtig blijft, maar voorkom dat de wortels van de Ananasplant in stilstaand water staan. Zet de plant op een lichte plek, maar niet in direct zonlicht, want dat kan de plant uitdrogen.
De Ananasplant is geen lastige plant, maar zal het goed doen als hij af en toe wat voeding krijgt. Probeer dit vooral in de zomer één keer in de twee weken te doen. Je kunt de basis kamerplantenvoeding gebruiken voor de Ananasplant. Deze voeding voeg je gemakkelijk aan het water toe, dat je vervolgens aan de plant geeft. In de wintermaanden is de Ananasplant in rust en hoef je geen extra voeding te geven.
De Ananasplant heeft niet heel veel onderhoud nodig. Water hoef je maar één keer per week te geven. Zorg er wel voor dat je het water in het hart van de plant giet, op de plek waar de hij zijn voeding vandaan haalt. Het is belangrijk dat de grond altijd een beetje vochtig is, maar ook dat de wortels niet in een laagje water staan. Dit kan rottende wortels veroorzaken.
De Ananasplant kan gele bladeren krijgen. Dit kan verschillende oorzaken hebben, zoals te veel water waardoor de wortels kunnen rotten en de bladeren geel worden. Ook kan een verkeerde standplaats de oorzaak zijn; te veel direct zonlicht kan de bladeren uitdrogen en geel maken. Daarnaast kan een tekort aan voeding of een te koude plek leiden tot vergeling van de bladeren. Let dus goed op de watergift, standplaats en voeding om je Ananasplant gezond te houden.
De Ananasplant zal het extra goed doen als hij in de juiste, voedingrijke bodem staat. Kamerplanten potgrond is geschikt voor de Ananasplant en zorgt voor een mooie, gezonde plant. Je hoeft de ananasplant tussendoor niet te verpotten, aangezien deze plant maar één keer bloeit en daarna (helaas) verwelkt.
De kleine ananas is een vrucht en zal van de Ananasplant vallen wanneer de tijd rijp is. Wanneer dit gebeurt, zal de hele plant sterven. De levensduur van de Ananasplant is vaak slechts drie tot vier maanden. Je kunt hier weinig aan doen, behalve de plant erg goed verzorgen. Dit verlengt de levensduur misschien iets. Het is natuurlijk jammer als je maar zo kort van de Ananasplant kunt genieten. Gelukkig kun je de plant zelf wel weer stekken! Soms groeien er naast de plant al kleine nieuwe plantjes, welke je voorzichtig los kunt maken en in nieuwe aarde kunt planten. Deze zullen vanzelf weer gaan groeien. Nog geen kleine plantjes? Dan kun je de bovenkant van je huidige Ananasplant afsnijden, wanneer de plant begint te verdorren. Stop deze in nieuwe potgrond en geef ongeveer één keer per week water. In een mum van tijd heb je weer een nieuwe, mooie Ananasplant!
Het Chinees Lantaarnplantje blijkt altijd weer een populaire hangplant onder vee...
De officiële naam van het Chinees Lantaarnplantje is Ceropegia Woodii. Deze moderne hangplant behoort tot de plantensoort ‘Ceropegia’. Dit plantengeslacht telt meer dan 200 verschillende soorten die worden gesierd door opvallende bloemen. De String of hearts is te herkennen aan de kleine lantaarnvormige bloemen.
Het Chinees Lantaarnplantje komt van oorsprong uit het oosten van Zuid-Afrika en Zimbabwe. Hier groeit de plant tussen de rotsen en naar beneden. Maar ook in jouw huis voelt het Chinees Lantaarplantje zich prima thuis. Omdat de stelen van dit plantje erg lang kunnen worden, kun je deze het beste op een hoge plek zetten of ophangen.
Het Chinees Lantaarnplantje zal het goed doen in Cactus Potgrond. Deze grond is luchtig en waterdoorlatend. De plant heeft namelijk niet veel water nodig; langdurig natte grond is voor het Chinees Lantaarnplantje dan ook erg slecht. De wortels kunnen dan gaan rotten, waardoor de plant doodgaat.
Het Chinees Lantaarnplantje groeit het best in de volle zon of halfschaduw. Wanneer de plant te weinig licht krijgt, kunnen de bladeren verkleuren naar lichtgroen. Daarnaast neemt het plantje weinig ruimte in je kamer in, omdat deze overal (en dus ook heel hoog) op kan worden gehangen. De hangende bladeren zorgen voor een leuk speels effect.
Het Chinees lantaarnplantje groeit het beste op een lichte plek met volle zon of halfschaduw. Gebruik luchtige, waterdoorlatende cactuspotgrond om te voorkomen dat de wortels te nat blijven en rotten. Geef in de zomer ongeveer één keer per week een klein scheutje water en in de winter minder vaak. Bemest de plant maandelijks in het groeiseizoen (maart tot oktober) met Pokon Bio Cactus en Vetplant Voeding. Omdat de stengels lang kunnen worden, is het verstandig om af en toe te snoeien zodat de plant mooi vol blijft en niet te dun wordt. Vermeerderen kan eenvoudig via stengels, blaadjes of knolletjes.
Het Chinees Lantaarplantje is een hele makkelijke hangplant voor binnen. De plant heeft niet veel water nodig. In de zomer is het voldoende om de plant eens per week van water te voorzien. In de winter mag dit nog minder vaak. Geef de plant maar een klein scheutje water, zo vergroot je de kans dat het Chinees Lantaarnplantje het grootste deel van het jaar kan bloeien.
Het Chinees Lantaarnplantje heeft over het algemeen niet veel verzorging nodig. Wel kan het goed zijn om de plant in het groeiseizoen, van maart tot en met oktober, iedere maand te bemesten. Dit kun je doen met Pokon Bio Cactus en Vetplant Voeding.
Gele bladeren bij het Chinees Lantaarnplantje ontstaan vaak door te veel water geven, waardoor de wortels kunnen gaan rotten. Ook te weinig licht kan ervoor zorgen dat de bladeren geel of lichtgroen verkleuren. Voedingsgebrek kan daarnaast ook een rol spelen. Controleer daarom altijd de vochtigheid van de grond en zorg voor voldoende licht. Verwijder gele bladeren tijdig om de plant gezond te houden.
Omdat het Chinees Lantaarnplantje tot wel twee meter lang kan worden is het handig om hier af en toe de snoeischaar bij te pakken. Wanneer de plant te lang wordt, kunnen de stengels dun en kaler worden. Knip de stengels gerust korter tot je de gewenste lengte hebt bereikt. Zo houd je het Chinees Lantaarnplantje mooi vol en blijft het een leuke toevoeging aan je interieur.
Mooi aan het Chinees Lantaarnplantje is dat je deze zelf makkelijk kunt vermeerderen. Haal een stengel, blaadje of knolletje (deze groeien aan de stengels) van de plant af en leg deze op redelijk droge aarde. Het groeiproces zal vanzelf beginnen. Zo kun je nóg meer van deze bijzondere plant genieten!
Hoe meer soorten en unieke kamerplanten, hoe beter! Eén van die unieke kamerplan...
Planttype: Groene kamerplant
Grondsoort: Kamerplanten potgrond
Water geven: Weinig
Standplaats: Zon
Blad/loof: Groenblijvend
Hoogte: 10-15 cm
Groeiwijze: Omhoog
Dit plantje heeft zijn naam te danken aan de augurkvormige bladeren van 2,5 cm, bedekt met kleine witte haartjes. Echte augurken groeien er dan weer niet aan, maar dit plantje is wel een hele leuk toevoeging aan jouw (groene) interieur.
De oorsprong van dit bijzondere plantje ligt in het mooie Zuid-Afrika. In de zomer geeft dit plantje met zijn gele of witte bloemetjes dan ook perfect de tropische vibe van dit land weer. De Delosperma is een geslachtenfamilie met vaste planten, waar bijvoorbeeld ook de Pannenkoekplant (Pilea Peperomiodes) toebehoort. Het plantje is niet erg kieskeurig en kan rechtop, liggend, kruipend of zelfs op rotsen groeien.
Wil je zo lang mogelijk genieten van het augurkenplantje in jouw interieur? Dan is het belangrijk dat je deze op de goede plek neerzet. Zet het plantje daarom neer in een kamer met een temperatuur variërend tussen de 12 en 25 ℃. Bij voorkeur staat het augurkenplantje op een plek in het directe zonlicht. De vensterbank of op een tafel bij het raam is dus een geschikte plek.
Ben je iemand die nog weleens vergeet om planten water te geven? Geen zorgen! Het augurkenplantje heeft slechts één keer per week water nodig, wanneer de grond droog aanvoelt. Dit komt doordat het plantje zelf vocht opslaat in zijn bladeren en op die manier goed tegen barre omstandigheden kan, zoals weinig water.
Voeding heeft de Delosperma echinatum ook slechts één keer per maand nodig. Gebruik hiervoor Pokon Bio Groene Planten Voeding. Deze voeding beschikt over de nodige voedingsstoffen die jouw augurkenplantje mooi en gezond houden. Deze voeding dien je gemakkelijk toe door het te mengen met water.
Ook Pokon Kamerplanten Potgrond is onmisbaar voor goede verzorging van je augurkenplantje. Zo geef je jouw plantje een goede start. Zorg er wel voor dat je de juiste pot kiest. De augurkenplant plant je in een pot met een minimale potmaat 12 of stop je bijvoorbeeld in een leuke glazen fles of hangende pot.
Spinazie is niet alleen een heel gezond, de sterk makende groente is ook nog een...
Spinazie zaai je altijd direct in de volle grond. Vanaf eind februari tot september zaai je de spinazie op 1 cm diepte in vochtige grond. In de zomer schiet spinazie echter erg snel door, wat betekent dat alle energie van de plant zich zicht op het aanmaken van zaad. Hierdoor is de meest ideale zaaiperiode van maart t/m juni en rond augustus.
Je kunt zowel breedwerpig als in rijen zaaien. Vaak is het zaaien in rijen, met een rijafstand van zo’n 30 cm, makkelijker voor de verdere verzorging van de teelt. Zo kun je onder andere onkruid veel makkelijker wieden.
Om iedere spinazieplant voldoende ruimte te geven dun je de zaailingen uit op 5 tot 15 cm van elkaar. Je kunt bij het zaaien van spinazie ook beter meerdere keren in het seizoen zaaien dan in één keer heel dicht op elkaar.
Spinazie kun je het beste kweken op luchtige en goed bemeste grond. Voorafgaand aan het zaaien kun je daarom het beste de grond nog even goed omspitten en verwennen met biologische en bemeste moestuingrond. Verder groeit spinazie graag op vochthoudende grond en dan het liefst op een plek in de zon of halfschaduw.
Bij het verzorgen van spinazie hoort ook het wieden van onkruid. Trek of schoffel deze regelmatig en voorzichtig weg tussen de planten. Pas wel op dat je daarbij de kwetsbare planten zelf niet beschadigd. Verder is het belangrijk om vooral de jonge zaailingen en ook later bij veel droogte voldoende water te geven.
Dit doe je door de bladeren van de stelen af te snijden. Zo kun je later nogmaals van dezelfde plant oogsten. Spinazie kun je beter niet te lang laten staan wanneer het blad groot genoeg is om te oogsten. Hoe groter het blad, hoe bitterder de smaak. Spinazie kun je het beste vroeg in de ochtend of laat op de avond oogsten. Na het oogsten kun je de bladeren maximaal één à twee dagen in de koelkast bewaren.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.