Je ziet onder Verkooppunten welke Pokon verkooppunten bij jou in de buurt zitten en waar onze producten o.a. online verkocht worden. Mis je een verkooppunt? Dan horen wij dat graag! Geef het aan ons door via het contactformulier.
Ongewenste beestjes, zoals luizen, rupsen, potgrondvliegjes en tripsen, kunnen je plant verzwakken. Het is eerst zaak om uit te zoeken van welk beestje je plant last heeft. Dit kan gemakkelijk via onze Pokon Probleemherkenner. In deze online tool kun je het beestje opzoeken waar je plant last van heeft. Wanneer het beestje hebt gevonden kun je zien hoe je het beste je plant kunt behandelen.
Planten met een mindere weerstand, zijn vatbaarder voor externe invloeden zoals ongewenste beestjes. Door je planten goed te verzorgen maak je ze vitaal en gezond. Geef je planten voldoende water en voeding.
Om steeds lekkere groenten en fruit te blijven oogsten, is het belangrijk dat de bodem gezond en vruchtbaar is.
Over het algemeen kan onderstaand voedingsschema aangehouden worden voor een vruchtbare grond in de moestuin:
> Voorjaar: Gebruik net na de vorst Kalk en Gedroogde mestkorrels, ook kan Siertuincompost gebruikt worden.
> Zomer: Bemest de groenten en fruit planten met Moestuinmest.
> Najaar: Strooi weer Gedroogde mest en eventueel Kalk.
> Winter: Meststoffen hoeven nu niet gebruikt te worden, wat de bodem kan verbeteren is het spitten van de grond. Door het omspitten kan regen, sneeuw en vorst beter de grond in en wordt de bodemstructuur verbeterd.
Om de bodem in de moestuin gezond te houden is het van belang om wisselteelt toe te passen, de meeste planten hebben geen vaste plek in de moestuin, maar schuiven steeds weer een plekje op.
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.
Floors Zaaikalender
Met de zaaikalender zie je gemakkelijk welke gewassen je per maand kunt zaaien. Kies of je in de kas, binnen of direct buiten wilt zaaien en ontdek wat er op dat moment het beste groeit!
Het sierlijke kruid bieslook mag met zijn heerlijke smaak, holle bladeren en pra...gemakkelijk zelf kweken.
Planttype: Kruiden, vaste plant
Standplaats: zon, schaduw
Hoogte: 20-30 cm
Snoeien: Bieslook sterft elke winter af en loopt in het voorjaar weet uit. Net voor het uitlopen kan het oude loof afgeknipt of weggehaald worden.
Grondsoort: Biologische potgrond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Bloem: roze, lila
Bloemvorm: bolvormig
Bloeitijd: juni, juli
Blad/loof: bladverliezend, groen
Gebruik: salades, sauzen, soepen, kruidensauzen, groenteschotels
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Bieslook kun je binnen onder glas of op een zonnige vensterbank al vanaf maart zaaien. Wanneer je liever direct in de volle grond zaait kun je vanaf mei starten met kweken. Zaai de zaden in rijen met een rijafstand van 15 tot 20 cm en op 0,5 cm diepte. Bieslook gedijt zowel op een plek in de volle zon als in de schaduw en leent zich daarnaast ook heel goed om te kweken in bakken en potten op het balkon of terras. Na ongeveer twee weken ontkiemen de zaadjes en verschijnen de eerste sprietjes boven de grond.
Bieslook houdt van goed bemestte en niet te zure bodem. Om zo lang mogelijk van de smaakvolle blaadjes van de plant te oogsten geef je tijdens de groei zo nu en dan ook wat extra biologische mest.
Het verzorgen van bieslook is geen lastig of tijdrovend klusje. Bieslook vraagt wel om een vochtige grond, geef daarom regelmatig water aan de voet van de plant.
6 tot 8 weken na het zaaien kun je de smaakvolle bladeren van bieslook oogsten. Ook de bloemen zijn eetbaar en kun je gelijktijdig meeoogsten. Door de bloemen regelmatig weg te knippen stimuleer je de kruidenplant ook nog eens om meer groen aan te maken. Zo hoeft de bieslookplant minder energie te steken in het aanmaken van zaden.
Je kunt bieslook prima in de vriezer bewaren, maar vers afgeknipte bieslook is natuurlijk het lekkerste. Om ook in de winter te genieten van je zelfgekweekte verse bieslook graaf je de plant in de herfst uit en verpot je de kruidenplant naar een pot voor op de vensterbank. Zo kun ook tijdens de koude dagen genieten van verse bieslook in je soepen en gerechten.
Snijbiet staat bekend als een echte topper in de moestuin. De kleurrijke bladgro...
Planttype: Groente
Grondsoort: kleigrond (kalkhoudend), kalkrijke grond, normale grond, goed vochthoudende grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon, halfzon
Hoogte: 30 cm
Blad/loof: groen, rood/bruin, eetbaar
Gebruik: stoven, koken, salades
Zaaitijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september
Planttijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Van maart t/m september mag je de snijbietzaden direct in rijen in de volle grond zaaien. Zaai op 1 cm diepte en houd een afstand van 30 cm tussen het zaaigoed. Hoe meer ruimte de snijbietplanten krijgen, hoe groter en hoger ze worden. Wie de planten 50 cm ruimte geeft, kan zomaar met planten van 1 m hoog en 0.5 m breed komen te staan. Wanneer je vooral jong blad wilt oogsten houd je een zaai- en plantafstand aan van 20 cm. Na ongeveer twee weken ontkiemen de zaden.
In februari kun je snijbiet ook al binnen of onder glas voorzaaien in vermiculiet. Je kunt dan niet alleen eerder oogsten, ook ontkiemen de zaden een stuk sneller. Zodra de voorgezaaide zaailingen twee bladeren hebben kun je de planten een definitieve plaats in de moestuin geven.
Zodra je zaailingen spot die op dezelfde plaats groeien kun de zwakste planten direct wegtrekken. Zo krijgt er per plek één plant de volledige ruimte om uit te groeien tot een grote snijbiet.
Snijbiet groeit op iedere grond, zolang deze maar goed vocht kan vasthouden. In het voorjaar kun je voorafgaand aan het zaaien de grond nog even goed omspitten en bemesten met biologische mest. Dit bevordert de groei van het blad. Zaai je in een moestuinbak, dan kun je deze vullen met een biologische kant en klare mix.
Net als veel andere bladgewassen heeft ook de snijbiet veel vocht nodig om goed te groeien. Zeker in droge perioden is het erg belangrijk om de plant van voldoende vocht te voorzien. Verder is het belangrijk om het onkruid rondom regelmatig te verwijderen.
Zo’n 10 tot 12 weken na het zaaien is het tijd om de snijbiet te oogsten! Hoe vaker je het jonge blad oogst, hoe meer de plant gestimuleerd wordt om nog meer blad aan te maken. Zo kun je vele malen oogsten van dezelfde plant. Snijbiet blijft niet lang vers, je kunt daarom het beste op de dag zelf de bladeren plukken of wegsnijden. Uiteindelijk kun je soms wel tot in december blijven oogsten.
Koolrabi is een knolgewas met een zachte smaak en wordt graag gebruikt in bijvoo...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zonnig
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Blad/loof: groen, blauw, rood/bruin
Gebruik: stoven, koken
Zaaitijd: februari, maart, april, mei
Planttijd: april, mei, juni, juli
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september, oktober, november
Het zaaien van koolrabi kan zowel binnen op een zonnige vensterbank als direct in de volle grond. In februari kun je starten met binnen zaaien. Vanaf de maand april tot augustus kun je de zaden direct in de volle grond zaaien. Zaai de koolrabizaden in rijen op een zonnige standplaats met een afstand van 30 cm uit elkaar op 1 cm diepte.
Ongeveer een maand nadat je de koolrabi binnen hebt gezaaid mag je de planten buiten op een vorstvrije dag uitplanten. Plant de zaailingen niet te diep en houd een afstand van ongeveer 30 tot 40 cm aan. Ook zaden die buiten op dezelfde plek zijn opgekomen kun je het beste uitdunnen. De voorzichtig weggetrokken zaailingen kun je daarna weer uitplanten op een nieuwe plaats. Doordat de kwetsbare wortels snel beschadigen lukt verspenen echter niet altijd.
Koolrabi houdt van een goed bemeste, waterdoorlatende en luchtige bodem. Verwen de bodem daarom voor het zaaien nog even met compost of meng de grond aan met biologisch bemestte (moestuin)grond. Tijdens de groei van de knollen kun je de bodem eventueel nog wat bijvoeden met extra mest.
Koolrabiplanten vragen om veel vocht. Door de planten van voldoende water te voorzien voorkom je een vezelige knol. De wortels van koolrabi zijn niet lang, geef daarom dagelijks wat water aan de voet van de plant.
Oogsten kan van de maand juni tot en met begin december, afhankelijk van wanneer je de knolletjes hebt gezaaid. Hoe eerder je de knollen oogst, hoe lekkerder de groente trouwens smaakt. Koolrabi heeft namelijk de neiging erg taai en vezelig te worden wanneer je de planten te laat oogst. Doordat de knol boven de grond groeit kun je goed zien wanneer de groot genoeg, zo’n 7 tot 10 cm, is om te oogsten. Je oogst de plant door deze met een schoon en scherp mes net boven de grond af te snijden. Zonder blad kun je de knollen tot enkele dagen bewaren in de koelkast.
Lees ook de blog van onze moestuin expert Diana, waarbij ze haar oogst van onder andere koolrabi inmaakt tot Atjar!
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats...
Broccoli, (latijns: Brassica oleracea convar. botrytis var. Cymosa) is één van...
Planttype: Groente
Hoogte: 40 cm, 50 cm
Blad/loof: groen, blauw
Gebruik: stoven, koken
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: februari tot en met augustus
Standplaats: zon
Zaaitijd: februari, maart
Planttijd: april, mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september, oktober
Van februari t/m juli kun je broccoli zaaien. Let daarbij goed op welk ras je kiest, er bestaan zowel zomer- als wintersoorten. Vroege broccolirassen zaai je binnen onder glas of in een kweekbak van februari t/m half maart. De zaailingen plant je later in de maand april uit in de volle grond. Voor zomerbroccoli mag je vanaf half maart al zaaien in de volle grond. Het zaaien van winterbroccoli kan vanaf mei. Zaai de zaden op 1 cm diepte en met een afstand van 50 cm op een plek in de halfschaduw.
Wanneer de ontkieming zeer goed is verlopen en er meerdere zaailingen op dezelfde plaats zijn ontstaan is het van belang om de planten uit te dunnen. Zo krijgt iedere zaailing voldoende ruimte om uit te groeien tot een mooie en stevige broccoliplant. De planten bestaan straks immers voor een groot deel uit de schutbladeren en nemen hierdoor veel ruimte in. Sterke zaailingen die je uit de grond hebt getrokken kun je op een nieuwe plaats uitplanten. Dit noemen we verspenen.
Eén van de belangrijkste ingrediënten om de teelt van broccoli goed te laten slagen is een goede, vochtige en waterdoorlatende grond. Net als vrijwel alle andere kolen verlangt broccoli naar goed bemestte bodem. Verwen de grond regelmatig met extra meststoffen of een laagje compost. Wanneer je begint met kweken kun je de bovenste laag van de grond ook voorzien van een dikke laag biologische (moestuin)grond.
Nadat de planten een vaste plek in de moestuin hebben gekregen is het vooral belangrijk om de grond en bodem goed vochtig te houden. Helaas vormen broccoliplanten en andere kolen ook een erg lekker maaltje voor slakken. Om je oogst veilig te stellen kun je de ongewenste tuinbezoekers weren door cacaodoppen rondom de planten te strooien en sterk geurende planten zoals Oost-Indische kers en tijm en lavendel te planten.
Afhankelijk van de soort die je kweekt kun je broccoli oogsten tussen de maanden juni en maart. De eerste oogstperiode vindt meestal na twee tot drie maanden plaats na het zaaien. Broccoli kun je overigens vaak meer dan één keer oogsten. Je oogst daarom altijd eerst de centrale knop. Van de bijgegroeide zijknoppen kun je weken, soms zelfs maanden later blijven oogsten.
Koolraap behoort net als broccoli en bloemkool tot de kruisbloemigenfamilie en i...
Voorzaaien is bij koolraap niet nodig, je kunt de zaden aan het einde van de lente direct in de volle zaaien. Zodra de kans op nachtvorst voorbij is, heb je een maand de tijd om de koolraapzaden te zaaien. Zaai de zaden op ongeveer 3 cm diepte en met een plantafstand van 40 tot 50 cm.
Wanneer er meerdere zaden ontkiemen op dezelfde plaats is het belangrijk om de zaailingen uit te dunnen en uit te planten op een andere plaats. Zo krijgt iedere koolraapzaailing straks voldoende ruimte om uit te groeien tot een dikke wortelknol. De beste periode om koolraap te verplanten is eind juli/begin augustus.
Zo lang de bodem voldoende waterdoorlatend is groeien koolraapplanten op vrijwel iedere bodem erg goed. Spit de grond voor het planten of zaaien nog even goed om en geef de bodem niet te veel mest. Hoewel koolraap hierdoor wel sneller groeit, gaat dit ten koste van de smaak. Daarnaast zorgt overbemesting ervoor dat de bladeren gigantisch gaan groeien, terwijl de groei van de knol zelf achterblijft.
Het verzorgen van de zaailingen en planten vraagt niet om veel aandacht. Wel hebben vogels het vaak gemunt op de jonge zaailingen die net uit de grond tevoorschijn komen. Door een net over de planten te spannen voorkom je dat de plantjes al ver voor de oogstperiode worden opgepeuzeld. Verder is het belangrijk om de grond voldoende vochtig te houden. Om een goede wortelknol te vormen heeft koolraap veel water nodig.
Na lang wachten kun je de rapen tussen oktober en januari dan eindelijk oogsten! Dit doe je door de plant zo laag mogelijk bij de bladstelen uit de grond te trekken. Zonder blad kun je koolrapen met gemak enkele weken op een onverwarmde plaats bewaren. Wanneer je de koolrapen bij een temperatuur van 1℃ oogst kun je de groente zelfs maandenlang bewaren.
Ook het jonge blad van de koolraap kun je trouwens eten. Oogst daar echter tijdens de groei nooit te veel van, de planten hebben hun bladeren nodig om te groeien.
Boerenkool, ook wel Brassica oleracea var. Sabellica, is een populaire wintergro...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 50 cm, 75 cm
Blad/loof: groen, eetbaar
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, najaar
Gebruik: stoven, koken
Zaai- en planttijd: mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: augustus, september, oktober, november, december
Boerenkool doet je misschien snel denken aan oer-Hollandse gerechten; de groente komt waarschijnlijk oorspronkelijk uit Klein Azië. Toen was de boerenkool alleen nog niet helemaal wat het nu is. De boerenkool stamt namelijk af van de wilde kool. De wilde kool is ooit naar Europa gekomen en een tijd later kende de Grieken de bladkool. Nog een periode later aten de Romeinen boerenkool als een delicatesse. Vanaf de 17e eeuw vinden we boerenkool terug in de Nederlandse kookboeken. Deze groente heeft dus een aardige reis gemaakt voordat wij hier echte Hollandse recepten van maakten.
Wanneer je het beste kunt zaaien, hangt af van het moment dat je boerenkool wilt gaan eten. Wil je in de herfst al van een stamppot genieten? Zaai dan een herfstras in mei, zoals Westlandse herfst. Wil je wat later boerenkool oogsten, dan kun je rond juni of juli beginnen met zaaien. Kies dan uit Winterbor F1 Hypbride of Redbor F1 Hybride, dit zijn echte winterboerenkolen. Omdat je na mei pas begint met zaaien, kun je dit direct buiten doen in een zaaibed en hoef je niet binnen voor te kweken. Zodra er 3 tot 4 blaadjes aan de plantjes zitten, kunnen ze naar de volle grond of moestuinbak verplaatst worden.
Boerenkool heeft behoefte aan een goede bemesting. Zorg ervoor dat je grond goed bemest is wanneer je de boerenkoolplantjes plant. Dit kun je doen door biologische voeding door de grond te mengen of direct in biologische grond te planten. Bemest na een aantal maanden opnieuw.
Kweek je boerenkoolplantjes met een tussenruimte van ongeveer 50 centimeter en houd er rekening mee dat ze graag in de zon of halfschaduw staan.
Tip: de jonge zaailingen (de kleine boerenkoolplantjes) zijn geliefd door vogels. Dek je moestuin daarom af, totdat de planten ongeveer 50 centimeter hoog zijn.
Zodra er vorst over je boerenkool is gegaan, smaakt hij lekkerder. Zetmeel wordt door vorst omgezet in suikers, waardoor de plant zoeter wordt. Over het algemeen kun je tot eind februari oogsten, daarna wordt het blad bitter door de vaak zachtere temperaturen buiten.
Een bekend probleem bij het kweken van boerenkool is ‘witte vlieg’. Een klein vliegje dat nogal verzot is op de boerenkool. Als de witte laag enigszins meevalt wanneer je wil gaan oogsten, kun je het er redelijk afboenen. Om witte vlieg te voorkomen zou je een heel fijn net kunnen gebruiken, een biologisch insectenspray toepassen of heel laat een rode boerenkool (zoals Redbor) zaaien.
Met boerenkool kun je allerlei lekkere gerechten maken. Wij hebben een paar tips op een rijtje gezet:
Bloemkool, (latijns: Brassica oleracea convar. var. Botrytis) is een zeer popula...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 40 cm, 50 cm
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Blad/loof: groen, blauw
Gebruik: stoven, koken
Zaai- en planttijd: februari tot en met augustus
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september, oktober
Vanaf de maand februari kun je binnen al starten met het voorzaaien van zomerbloemkool. In mei kun je starten met het zaaien van herfstbloemkool in de volle grond. Winterbloemkool mag vanaf de maand juni buiten gezaaid worden. Zaai de bloemkoolzaden op 1 cm diepte en afhankelijk van het ras 50 tot 70 cm uit elkaar.
Bloemkoolplantjes die je in het voorjaar onder glas hebt gezaaid mag je vanaf half april buiten planten. Houd net als bij direct buiten zaaien voldoende ruimte tussen de planten. Zo zitten de bloemkolen elkaar later niet in de weg. Ook wanneer er buiten meerdere zaden op dezelfde plaats zijn ontkiemd is het belangrijk om iedere zaailing voldoende groeiruimte te geven. Laat de grootste en sterkste zaailingen staan en plant de overige plantjes op een nieuwe plaats. Dit noem je ook wel verspenen.
Bloemkool is geen heel gemakkelijk te kweken gewas en groeit alleen op zeer voedingsrijke bodems. Je kunt daarom het beste enkele maanden voor het zaaien al aan de slag gaan met het bemesten van het toekomstige zaaibed. Een bloemkool heeft namelijk net als vele andere kolen vrij veel mest met stikstof nodig om zowel de grote bladeren als de kool zelf te vormen. Ook tijdens het verplanten kun je de bloemkoolplanten het beste bijmesten met biologische mest of compost.
Zodra je het begin van een kool spot is het belangrijk om deze af te dekken met één of meerdere schutbladeren. Dit is een manier om de witte kool niet te laten verkleuren en daarnaast schiet de plant zo ook niet door. Zorg er verder voor dat de bloemkool goed kan blijven groeien op vochtige grond. Ook het verjagen van ongedierte zoals rupsen en slakken behoort tot de verzorging. Slakken kun je weren door cacaodoppen rondom de planten te strooien. Door bieslook en salie rondom je kolen te planten jaag je ook de rupsen weg.
Afhankelijk van het ras en de zaaiperiode kun je vanaf juni tot april de bloemkolen oogsten. Zodra de bloemkolen groot genoeg zijn kun je de kool oogsten door de steel los te snijden. Bloemkool is het lekkerste wanneer je deze dezelfde dag nog opeet. Mocht je teveel bloemkolen tegelijkertijd moeten oogsten dan kun je de groente wassen en invriezen.
Capsicum annuum, beter bekend als paprika, is een heerlijke vruchtgroente die je...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Bloeitijd: augustus, juli, september
Hoogte: 50 cm, 75 cm, 100 cm
Vruchtkleur: geel, groen, oranje, paars, rood, eetbaar
Zaaitijd: februari, maart
Planttijd: april, mei, juni
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Gebruik: verse consumptie
Winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
De blok- en puntparika vind je in allerlei kleuren en maten en is net als de Spaanse peper één van de meest bekende soorten van de Capsicumfamilie. De zaden zijn te koop in tuincentra, maar je kunt ook de zaden gebruiken van paprika's die op het avondmenu stonden. Even goed afspoelen en laten drogen is voldoende.
Aangezien groenten als pepers en paprika’s een langere opkweekperiode nodig hebben, kun je het beste in februari al starten met voorzaaien in kweekbakken of plastic bekers met vermiculiet. Vul de potjes en zaai de zaden op 1 cm diepte. Besproei daarna de potjes met lauwwarm water.
Dek de potjes af met een plastic zakje of een glasplaat en zet de potjes op een warme plek in de vensterbank of op een radiator. Geef de potjes verder dagelijks wat verse lucht door het plastic of glas even te verwijderen.
Bij de juiste kamertemperatuur komen de eerste sprietjes van de kiemende zaden omhoog. Dit is gelijk het moment dat het plastic of de glasplaat verwijderd mag worden. Vanaf het moment dat de plantjes twee bladeren tot vier bladeren hebben gekregen kun je iedere zaailing verspenen naar eigen potjes. Stop de plantjes tot aan het eerste blaadje diep in de grond en spuit de plantjes elke dag een beetje nat met de plantensproeier.
Draai de bakjes of de kleine kweekkas ook regelmatig een kwart- of halve slag om. Zo kunnen alle jonge planten van voldoende zonlicht om te groeien worden voorzien. Wanneer de potjes vol met wortels zitten, is het tijd om de jonge pepers en paprika’s in een grotere potten te verpotten.
Vanaf half/eind mei, wanneer het lekker warm is, mogen de planten dan eindelijk naar buiten. Zet ze de planten op een zonnige plek in de volle grond of verpot de planten naar een grotere pot. Plant je meerdere planten in één grote pot? Houd dan voldoende afstand tussen de planten en plaats deze zo dicht mogelijk tegen de rand van de pot. Paprika’s zijn rijp zodra deze volledig uit één kleur bestaan en je het vruchtvlees niet meer kunt induwen.
Cichorium endivia, beter bekend als andijvie, is een bladgroente die veel gebrui...
Planttype: Groente
Standplaats: zon
Hoogte: 30 cm
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Blad/loof: groen, eetbaar
Zaai- en planttijd: februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Gebruik: koken
Wie in de lente wil genieten van verse andijvie start in de maand februari met voorzaaien in kweekbakken met vermiculiet. Vanaf maart kun je echter al beginnen met zaaien in de volle grond. Zaai op ongeveer 0,5 cm diepte en geef daarna voldoende water.
Vroege vogels die in februari zijn gestart met voorzaaien mogen vanaf begin april de zaailingen verplanten naar een plekje in de volle grond. Gebruik daarvoor een plantafstand van 30 cm en een rijafstand van 35 cm. Dit geldt ook voor de zaailingen die direct buiten zijn gezaaid. Om de andijvieplanten voldoende groeiruimte te geven dun je de zaailingen uit en plant je ze op een ander plekje. Dit wordt ook wel verspenen genoemd.
Andijvie stelt niet veel eisen aan de bodem, zolang deze maar goed vocht kan vasthouden. Net als veel andere bladgroenten houdt andijvie wel van een bemeste bodem. Voor de beste smaak maak je gebruik van biologische meststoffen of bemeste biologische moestuingrond.
Andijvie vraagt niet om heel veel verzorging, een natte en vochtige grond is het belangrijkste. Geef altijd water aan de voet van de plant en nooit op de plant. Zo komt het water direct bij de wortels en behoud je een vochtige grond. Houd de andijvieplanten verder goed in de gaten, ze schieten immers snel door. Dit betekent dat de plant start met het aanmaken van bloemen waarbij alle energie naar het aanmaken van nieuwe zaden gaat. Dit komt de kwaliteit en smaak van de bladgroente niet ten goede. Soms kunnen andijviebladeren bruin kleuren, dit kun je gewoon wegsnijden.
De tijd van zaaien tot oogsten duurt bij andijvie vaak 8 tot 10 weken. Afhankelijk van wanneer je de andijvie hebt gezaaid kun je van mei t/m eind oktober oogsten. Dit kun je op twee manieren doen; door de plant met krop, wortel en al te oogsten, of door de bladeren af te snijden. Bij de eerste methode blijft de groente langer fris. Na het oogsten kun je de andijvie het beste dezelfde dag nog bereiden en consumeren, andijvie blijft immers niet lang vers.
Een groente die je vast en zeker kent is de Cucumis Sativus, beter bekend als de...
Planttype: Groente
Grondsoort: Moestuin Grond
Vochtigheid: normaal, vochtig
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon
Snoeien: Snoei is niet nodig bij deze plant.
Bloem: geel
Bloeitijd: juni, juli, augustus
Hoogte: 100 cm, 150 cm, 200 cm
Groeiwijze: klimmend
Blad/loof: groen
Vrucht: geel, groen, eetbaar, grote vrucht, friszuur
Gebruik: salades, verse consumptie
Zaaitijd: februari, maart, april
Planttijd: april, mei, juni
Oogsttijd: juli, augustus, september
winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
Wanneer je besluit komkommers te gaan kweken kun je kiezen uit ontzettend veel verschillende soorten en maten. Naast de bekende groene variant bestaan er snoepkomkommers, gele bittere komkommers, witte komkommers, ronde komkommers en zelfs komkommers die net als courgette in struikvorm groeien. De komkommers die je zelf kweekt wijken vaak wel wat af van de soorten die je in de winkel terugvindt. De zelf gekweekte vruchten zijn vaak minder glad en recht, maar wel vele malen smaakvoller!
Vanaf half april kun je komkommers op één centimeter diepte en een plantafstand van 0,5 tot 1 meter in de volle grond zaaien. Komkommerzaden hebben echter veel warmte nodig om te ontkiemen. Je kunt de plantjes daarom het beste een al vanaf februari voorzaaien in een warme kas of op een zonnige vensterbank.
Vanaf eind mei kunnen de komkommerzaailingen naar buiten zodra ze minimaal 6 bladeren hebben gevormd. Verplant de komkommerplantjes naar een zonnige en beschutte plaats in de tuin, op minimaal 50 cm afstand van elkaar.
Of ga voor gemak en schaf voorgekweekte komkommerplantjes aan in het tuincentrum. Deze kun je dan vanaf half april direct in de volle grond planten.
Na ongeveer 6 weken kun je vaak al de eerste komkommers oogsten. Zorg ervoor dat je de komkommers altijd met schoon en scherp gereedschap oogst. Daarnaast geldt: hoe kleiner geoogst, des te smaakvoller de vrucht. Wacht daarom niet te lang met het oogsten en laat de komkommers niet te lang en zwaar worden. Bewaar de geoogste komkommers ten slotte op een koele en droge plaats.
Curcurbita pepo, beter bekend onder de naam courgette, is een echte topper voor ...
Planttype: Groente
Standplaats: zonnig
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Breedte: 100 cm, 150 cm
Bloem: geel
Groeiwijze: bodembedekkend, kruipend, breed spreidend
Blad/loof: groen
Vrucht: geel, groen, eetbaar
Zaaitijd: april, mei
Planttijd: mei, juni
Oogsttijd: juni, juli, augustus, september
Gebruik: verse consumptie, salades
Winterhardheid: niet (> +4,4°C), USDA zone 11
Courgettes zijn er in heel veel verschillende soorten en maten. Naast de bekende groene langwerpige variant kun je ook ronde soorten (zoals Ronde de Nice), gele soorten (Golden Zucchini), witte soorten (Blanco Medio Largo) en gestreepte soorten (Safari) kweken.
In de maanden mei en juni kun je courgette zaaien op een zonnige plaats in de volle grond op 2 cm diepte. Courgetteplanten worden erg groot, houd daarom een zaaiafstand van minimaal 75 Ã 100 cm per zaadje. Wanneer je al eerder wilt starten kun je courgettes ook voorzaaien in potten vanaf half april. Rond half mei is de kans op vorst geweken en kunnen de courgettes uitgeplant worden in de volle grond.
Courgetteplanten stellen niet veel eisen aan de grond en groeien op vrijwel iedere bodem. Voor het beste resultaat kun je de courgette bij voorkeur zaaien in biologische moestuingrond met een hoog kaliumgehalte. Door de grote bladeren kunnen courgetteplanten bij warm weer erg veel water verdampen. Geef de plant dan iedere avond water aan de voet van de plant.
Rond juli begint de plant vruchten te produceren en kun je starten met het oogsten van de eerste courgettes. Knip of snijd met schoon en scherp gereedschap de vruchten af bij het steeltje. Kijk daarnaast ook goed onder de grote bladeren van de plant of er nog vruchten verstopt liggen. Door elke dag even te kijken en regelmatig te oogsten worden de courgettes niet te groot. Ook blijft de plant zo nieuwe vruchten aanmaken.