Planttype: Tweejarige, Kruiden - Eenjarig, vaste plant
Standplaats: zon, schaduw
G...: Pokon Bio Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Snoeien: Snoei is niet nodig bij deze plant.
Bloem: wit
Bloemvorm: schermvormig
Blad/loof: groen, half wintergroen
Gebruik: salades, soepen, vleesgerechten, visgerechten, groenteschotels
Bloeitijd: juli, september, augustus
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Het licht pittige plantje rucola kun je gemakkelijk, snel en bijna jaarrond kwek...
Planttype: Groente
Bemesten: voorjaar, zomer
Standplaats: zon, halfzon
Groeiwijze: bodembedekkend
Hoogte: 30 cm, 40 cm
Blad/loof: half wintergroen, groen, eetbaar
Gebruik: salades, sauzen, visgerechten, groenteschotels
Zaaitijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Planttijd: maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Oogsttijd: april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november, december
Rucola, ook wel bekend als Zwaardherik of raketsla, is een eenjarige plant uit de kruisbloemenfamilie. De bladeren zijn lang, grof en gekarteld, met een pittige, nootachtige smaak. Rucola wordt al sinds de Middeleeuwen geteeld in het Middellandse Zeegebied en is tegenwoordig niet meer weg te denken uit de moderne keuken.
Je kunt rucola zaaien van maart tot en met oktober, zowel in de volle grond als in potten of bakken. Voor de beste smaak zaai je bij voorkeur in het voor- of najaar, wanneer de temperaturen koeler zijn.
@pokon_nl Rucola kweken in juni? Zeker! ? Zaai met de hand ? 10 cm tussen de zaadjes ? Meteen water geven ⳠBinnen 4 à 5 weken oogsten ? En ja: de bloemen kun je óók eten! Ook leuk: radijs, pluksla en wortels zaaien ? #Rucola #MoestuinTips #Moestuinieren #Tuinieren #JuniTips #Kweken #Zaaien #Pokon ♬ original sound - Pokon
Rucola is een makkelijke plant, maar vraagt wel om voldoende water. Vooral tijdens warme zomerdagen is het belangrijk dat de grond vochtig blijft. Te weinig water kan leiden tot een te scherpe smaak en slappe bladeren.
Rucola groeit snel: binnen enkele weken kun je al beginnen met oogsten. Pluk de blaadjes jong voor een milde smaak, of wacht iets langer voor een pittigere bite. Laat het hart van de plant intact zodat je meerdere keren kunt oogsten.
Zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig blijft. In droge periodes kan dit betekenen dat je dagelijks water moet geven.
Ja, rucola doet het ook goed op een zonnige vensterbank of in een kas. Zorg wel voor voldoende licht en luchtcirculatie.
Zaai bij voorkeur in het voor- of najaar en houd de grond vochtig. Bij hoge temperaturen schiet rucola sneller door.
Ja! De bladeren zijn pittiger van smaak en ook de bloemen zijn eetbaar en decoratief.
Een biologische lichte bemesting in het groeiseizoen is voldoende. Overbemesting kan de smaak beïnvloeden.
Salie zorgt voor een feestje in iedere tuin. Bij een zuchtje wind dansen de paar...
Planttype: Kruiden, Vaste plant
Grondsoort: Kruiden Mest
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: zon, schaduw
Wind: beschut tegen oosten wind in de winter, zeewind bestendig
Snoeien: De plant bloeit op éénjarig hout. Om een goede groei en bloei te krijgen is het raadzaam de plant elk voorjaar (begin maart) sterk terug te knippen tot op 10-20 cm boven de grond.
Hoogte: 30-50cm
Bloem: geurend, roze, paars
Bloemvorm: trosvormig
Bloeitijd: juni, juli, augustus
Blad/loof: groenblijvend, grijsgroen
Gebruik: salades, gevogelte, visgerechten, vleesgerechten, groenteschotels, bijenplant
Winterhardheid: redelijk (-17,7 tot -12,3°C), USDA zone 7
Salie behoort tot de plantenfamilie Salvia die wel 900 soorten kent. Dit sierlijke tuinplantje wordt, afhankelijk van de soort, zo’n 40 tot 100 cm hoog. De prachtige paarse pluimen laten zich van mei tot en met in augustus zien. Met hoge soorten achter in een border (en lagere vooraan) geef je de tuin direct meer diepte. Salie is in de border ook altijd perfect om met andere planten te combineren. Behalve in borders is Salie ook zeer geschikt om in bakken te zetten op jouw balkon of terras.
Als je Salie wilt zaaien doe je dat bij voorkeur in het vroege voorjaar. Salie is namelijk een lichtkiemer. Leg de zaden op een ondergrond van een mengsel van potgrond dat je luchtiger hebt gemaakt door er ongeveer 1/5e deel brekerzand door te mengen. Dek de zaden daarna af met een dun laagje Pokon Vermiculiet. Hierbij is het belangrijk dat je de zaadjes goed in de gaten houdt. Het dunne laagje moet je per dag een keertje licht besproeien met een plantenspuit. Zo drogen de zaden niet uit.
Salie komt van oorsprong uit het zuiden van Europa en houdt daarom van een plekje in de zon met een beetje beschutting. Salie is ook zeer geschikt om te kweken in potten op het terras.
Om optimaal te kunnen blijven genieten van Salie voed je de planten 2 keer per jaar. De beste tijd om te voeden is vroeg in de lente en in de zomer. Gebruik daarvoor speciale Pokon Kruiden Mest. Deze voeding zorgt voor meer weerstand tegen plagen en ziektes en geeft jouw Salie ook nog eens die heerlijke geur. De voeding werkt tot wel 120 dagen.
Om wildgroei te voorkomen is het in het voorjaar tijd om Salie te snoeien. Snoei de plant wat terug, zodat deze sfeermaker mooi vol blijft. Na de bloei in de nazomer mag je nog een keer snoeien, maar doe dit niet te laat. Als de dagen en nachten kouder worden kan de pasgesnoeide Salie last krijgen van de kou. Zijn de paarse pluimen van de Salie uitgebloeid? Knip de stelen dan meteen terug en de kans is groot dat de plant voor een tweede keer gaat bloeien!
Om te kunnen blijven genieten van Salie heeft ook deze tuinplant regelmatig water nodig. Zeker wanneer het een lange tijd droog is geweest, is het aan te raden even te sproeien. Sproei bij voorkeur dichtbij de grond rondom de kluit, zodat de wortels het water snel op kunnen drinken. Wanneer je Salie in een pot op het terras zet, moet je misschien iets vaker water geven. Let er dan wel op dat in de bodem van de pot een gat zit of gebruik Pokon hydrokorrels. Overtollig gietwater kan dan makkelijker wegvloeien en er blijft geen water onderin de pot staan.
Salie kent geen rustperiode, omdat het een groenblijvende plant is. Een ideale periode in het jaar om Salie uit te planten is er dan ook niet. Waar moet je dan wel rekening mee houden? De nachttemperatuur. Wanneer je jouw Salie pas hebt geplant, dan kan hij nog niet goed tegen de kou. Het wortelstelsel moet zich namelijk nog ontwikkelen. Wanneer de nachttemperatuur boven de 10℃ komt is het tijd om Salie uit te planten.
Je kunt de blaadjes plukken wanneer je wilt. Doe dit wel zo kort mogelijk voor je het gaat gebruiken. Een takje met blaadjes kun je nog wel een paar dagen fris houden, door ze losjes in wat papier te rollen en ze in de koelkast te leggen. Omdat je Salie bijna het hele jaar door kunt oogsten is invriezen niet nodig.
De plant zelf moet wel kunnen herstellen van het oogsten van de bladeren. Wanneer je af en toe een paar blaadjes oogst, kan je gerust het hele jaar blijven oogsten. Alleen als je alle blaadjes in één keer oogst, heeft de plant tijd nodig om te herstellen. In dat geval kan je Salie twee keer per jaar oogsten.
Om de blaadjes van Salie langer goed te houden kun je ze laten drogen. Op welke manier je de blaadjes droogt hangt af van je eigen voorkeuren. Uiteindelijk is het een kwestie van veel proberen wat de beste smaak oplevert.
Sedum is een vetplant en ideaal als bodembedekker in de tuin. De plant wordt ong...
Planttype: Vaste plant
Grondsoort: algemene tuingrond
Bemesten: 1 a 2 keer per jaar
Vochtigheid: droog
Standplaats: zon, halfzon
Wind: beschut tegen oosten wind in de winter, zeewind bestendig
Gebruik: bijenplant, rotsplant
Hoogte: 20 cm
Bloem: geel
Bloeitijd: juni, juli
Blad/loof: groenblijvend, groen
Groeiwijze: bodembedekkend
Gebruik bij het planten van Sedum een goede vocht doorlatende aanplant grond. Het gecomposteerde beukenblad, wat in deze grond zit, zorgt voor extra bodemleven en TerraCottem houdt vocht en voeding beter vast. Het zorgt er bovendien voor dat de wortels goed kunnen ontwikkelen. Om de bloei te stimuleren kun je deze tuinplant voeding geven van maart tot en met augustus. Geef Sedum in de zomer zeker 2 keer per week water. In de winter hoef je geen extra water te geven.
De Sering is familie van de olijf en groeit oorspronkelijk in Zuidoost-Europa. D...
Planttype: Heester
Grondsoort: basis tuinplanten grond
Bemesten: twee keer per jaar
Vochtigheid: normaal
Standplaats: halfzon, zon
Wind: windbestendig
Groeiwijze: opgaand
Bloem: geurend, wit
Bloeitijd: mei, juni
Blad/loof: bladverliezend
Bloemvorm: pluimvormig
Winterhardheid: extreem winterhard (< -45,5°C tot -28,9°C)
De Sering bloeit met name in mei en is een mooie heester met geurende bloemen. Deze tuinplant kan erg hoog en breed worden, maar er zijn ook veel kleine varianten voor in de tuin te koop. De bladeren van de Sering zijn vaak lang, smal en hartvormig. De prachtige bloemen zijn er in verschillende kleuren: wit, lila, violet, paars of bijvoorbeeld met een blauwe gloed. Wanneer de bloemen zich ontwikkelen, tijdens de bloei, veranderen de tinten binnen de kleuren ook langzaam.
Seringen zijn erg sterk en zullen goed groeien in een goede en waterdoorlatende tuinplantengrond. Alhoewel ze van vocht houden, mag het grondwater nooit tot aan de wortels reiken want dan kunnen ze gaan rotten.
De Sering staat het liefst op een plek waar je minimaal 6 uur per dag zonlicht hebt. De tuinplant houdt niet van te veel wind, dus probeer de Sering iets af te schermen door deze bijvoorbeeld dicht bij de muur of heg te zetten. Zorg er verder voor dat je voldoende ruimte tussen de planten houdt, zodat ze niet worden belemmerd in de groei.
Je wilt natuurlijk dat je Sering heerlijk geurt en uitbundig bloeit. Wist je dat je dit kan stimuleren? Door je Sering in het voorjaar te voeden met tuinmest bevorder je de groei van bloemknoppen. De organische mest voedt de plant en bevordert de grond.
Voor een compacte groei en veel bloemen is het nodig om de Sering na de bloei terug te snoeien. Knip uitgebloeide takken in het late voorjaar (mei/juni) of het najaar terug, maar laat jonge scheuten die vorig jaar zijn gevormd zitten. Op deze jonge scheuten gaat de sering volgend jaar weer bloeien. Je kunt het beste tot ongeveer 25 procent van de takken van de sering terugsnoeien tot op ongeveer 20 centimeter van de grond.
Als je de verwelkte bloemtros wegknipt, zullen de slapende knoppen eronder uitlopen. Die groeien vaak haaks naar links en rechts, wat de vorm niet ten goede komt. Toch bloeit een Sering het rijkst op de bovenste scheuten. Om de vorm te verbeteren kun je elk jaar een of twee takken terugknippen tot op een lagere uitloper op de stengel, die naar de buitenkant van de struik groeit (anders krijg je kruisende takken). Als je dit elk jaar bij een paar takken doet, blijft de struik in model zonder dat de bloei er erg onder lijdt. Forsythia, boerenjasmijn, weigelia, Deutzia en Kolkwitzia maken tijdens hun bloei ook scheuten lager op de takken aan, zodat je ze op deze manier goed in model kunt snoeien.
Met name in een warme en droge zomer, maak je de Sering blij met wat extra water.
De Sansevieria wordt in Nederland ook wel ‘vrouwentong’ genoemd. Deze kamerp...
De Sansevieria (Vrouwentong) kan goed tegen een warme omgeving, want hij komt oorspronkelijk uit de woestijn. In 1794 ontdekte natuuronderzoeker Carl Peter Thunberg de woestijnplant en nam hem mee. Hij vernoemde de Sansevieria naar de prins Raimondo di Sangro uit San Severo. Pas sinds 2004 zijn er verschillende soorten van deze plant onze kant opgekomen.
Die geboortegrond verklaart waarom de plant zo ijzersterk is en stevig overeind blijft in droge warmte. Met als resultaat een robuuste woonplant die zich gedraagt als een makkelijke gast. Niet zo gek dus dat de Vrouwentong de afgelopen jaren een indrukwekkende comeback maakte.
Leuke weetjes:
De Sansevieria herken je aan zijn stevige, puntige bladeren die rechtop uit de aarde komen. Ze zijn (grijs)groen, gestreept, gevlekt of hebben een gele rand. Tegenwoordig bestaan er ongeveer 70 soorten Vrouwentong.
De Sansevieria Trifasciata, ook wel bekend als de "Vrouwentongen" of "Snake Plant", is een populaire en robuuste soort. Het heeft lange, rechtopstaande bladeren met donkergroene strepen en wordt vaak gekozen vanwege zijn lage onderhoudsbehoefte.
De Sansevieria Cylindrica staat bekend om zijn cilindervormige bladeren die recht omhoog groeien. Deze variant heeft een uniek uiterlijk en is ook gemakkelijk te verzorgen.
Deze variëteit van de Sansevieria Trifasciata staat bekend als "Golden Hahnii". Het heeft compacte bladrozetten met een aantrekkelijke gele kleur, waardoor het een decoratieve toevoeging is aan binnenruimtes.
Sansevieria Laurentii, ook wel bekend als de "Bonte Vrouwentong", heeft brede bladeren met een opvallend gele rand. Het is een aantrekkelijke keuze voor liefhebbers van decoratieve planten.
Sansevieria Moonshine heeft zilvergrijze bladeren die een maanachtige gloed hebben. Het is een minder voorkomende variant, maar geliefd vanwege zijn moderne uitstraling.
De Sansevieria doet niet heel moeilijk over zijn standplaats, maar het kan zijn dat de plant mooier blijft als deze niet direct in de volle zon staat. Wanneer er veel zonlicht op de Sansevieria komt kleuren de bladeren namelijk lichter. De plant heeft ook minder water nodig en groeit minder hard, wanneer deze verder weg van jouw raam staat.
Sansevieria is een zeer makkelijke kamerplant die weinig verzorging vraagt. De plant groeit het beste als hij niet in direct zonlicht staat, omdat de bladeren dan minder snel verkleuren. Geef de Sansevieria weinig water en zorg dat de grond tussen gietbeurten door goed kan opdrogen. Voeding is alleen nodig in het groeiseizoen van april tot juli, waarbij je de plant eens per twee weken kunt bijvoeden met Pokon Bio Cactus & Vetplant Voeding.
De meeste Sansevieria's worden niet groter dan één meter. Snoeien is daarom niet nodig. Bruine bladeren kun je natuurlijk altijd verwijderen.
Het kan heel soms voorkomen dat de Sansevieria in bloei staat. Dit is wel uitzonderlijk en wanneer het gebeurt, kun je de bloemen het best verwijderen. Het kost de plant namelijk veel energie, die hij beter kan gebruiken om sterk en gezond te blijven. Besluit je de bloemen toch te laten zitten? Zorg dan extra goed voor de Sansevieria en je zult een zoete geur opmerken.
De Sansevieria is geen lastige kamerplant en heeft niet veel voeding nodig. In het groeiseizoen van april tot juli kun je de plant eens per twee weken wat bijvoeden met Pokon Bio Cactus & Vetplant Voeding. Deze voeding bevat essentiële voedingselementen en sporenelementen die jouw Sansevieria helpen gezond en mooi groen te blijven. Je voegt de voeding gemakkelijk toe aan het water.
Geef de Sansevieria weinig water. Deze plant is namelijk alleen stuk te krijgen door hem teveel water te geven. Vooral in de winter heeft hij maar matig water nodig. Eens in de 8 weken een half glas is voldoende. In de lente en zomer is het aan te raden de grond eens in de 2 weken vochtig te maken.
Gele bladeren bij de Sansevieria kunnen ontstaan door te veel water geven, wat wortelrot kan veroorzaken. Ook te veel direct zonlicht kan de bladeren lichter of geel doen kleuren. Verwijder gele of bruine bladeren om de plant gezond te houden. De Sansevieria bloeit zelden; als er bloemen verschijnen, kun je deze het beste verwijderen omdat ze veel energie kosten, tenzij je de zoete geur wilt ervaren.
De Sansevieria lijkt wel bijna op elk gebied een ontzettend makkelijke kamerplant. Ook verpotten is niet veel werk bij deze plant. Je kunt de Sansevieria het beste meteen na de aanschaf een keer verpotten. Drie jaar later, wanneer de plant uit zijn huidige pot groeit, kun je dit weer doen. Probeer dit zo voorzichtig mogelijk te doen, maar een paar beschadigde wortels kan de Sansevieria wel aan. Deze zullen vanzelf weer snel herstellen. Je kunt het beste een Kamerplanten Potgrond gebruiken. Door de perfecte waterhuishouding van deze grond zullen planten minder snel last hebben van droogte.
Tip: De Sansevieria kan ook heel goed in een pot samen met ZZ plant. Dit heet companion planting.
De Schefflera, of Vingerboom, is familie van de Araliaceae. De Nederlandse bijna...
Schefflera's hebben herkenbaar blad. Daaraan dankt deze kamerplant zijn Nederlandse naam, namelijk de Vingersboom. In het Engels wordt de plant ook wel de Umbrella tree genoemd. De Schefflera hoort bij de plantenfamilie Araliaceae en komt voor op veel plekken over de hele wereld. Veel soorten die we als kamerplanten kennen, komen uit de regio rondom Australië en Nieuw-Zeeland. In de natuur komt de plant voor in verschillende vormen en soorten, zoals lianen, bomen en struiken.
De Schefflera behoort tot de klimopfamilie en heeft honderden soorten.
De Schefflera Amate is een populaire kamerplant met grote, glanzende bladeren. Het is een sterke plant die goed gedijt in kamers met voldoende licht, maar indirect zonlicht is het beste.
De Schefflera Arboricola, ook wel bekend als de Dwergscheflera, heeft fijn vertakte bladeren en een compacte groeivorm.
De Schefflera Gold Capella onderscheidt zich door zijn bonte bladeren met een mix van groen en geel.
De Schefflera staat het liefst op een plek met halfzon of schaduw. Deze plant verdraagt goed indirect licht en kan ook in wat donkerdere hoeken van het huis staan. Direct zonlicht wordt afgeraden omdat dit de bladeren kan beschadigen. De Schefflera komt oorspronkelijk uit tropische en gematigde klimaten, wat verklaart waarom hij het goed doet in een warme, lichte omgeving zonder felle zon.
Schefflera is een sterke en makkelijk te verzorgen kamerplant. Geef de plant regelmatig kleine beetjes water, afhankelijk van de grootte van de pot en de plant, en controleer altijd of de grond nog vochtig is voordat je water geeft. Te veel water is schadelijk. Voed de Schefflera in het groeiseizoen (april tot september) één keer per maand met Pokon Bio Groene Planten Voeding. Om de groei te stimuleren kun je in het najaar wat bladeren snoeien.
Schefflera heeft baat bij voeding één keer per maand tijdens het groeiseizoen, van april tot september. Gebruik hiervoor Pokon Bio Groene Planten Voeding, die de plant voorziet van essentiële voedingsstoffen voor een gezonde, groene groei. In de winter is voeding niet nodig.
Schefflera heeft regelmatig water nodig, maar liever kleine hoeveelheden per keer. Controleer altijd of de grond nog vochtig is voordat je water geeft om wortelrot te voorkomen. De waterbehoefte hangt af van de pot- en plantgrootte, maar te veel water is schadelijk.
Gele bladeren bij de Schefflera kunnen ontstaan door te veel water of te weinig licht. Controleer de vochtigheid van de grond en pas de watergift aan. Ook kan een tekort aan voeding of een te lichte standplaats de oorzaak zijn. Verwijder gele bladeren om de plant gezond te houden.
Een Schefflera maak je blij met verse grond, zowel bij het oppotten als bij het verpotten. Een basis kamerplantengrond is voor de Schefflera voldoende. Heb je de Vingerboom al een aantal jaar, dan is het tijd om hem een grotere pot te geven en de bovenste laag van de grond te vervangen met verse potgrond. Je geeft de kamerplant zo de ruimte om te groeien.
Uien behoren tot de basis van vele gerechten. Kweek zelf je eigen smaakmakers in...
Planttype: Groente
Hoogte: 30 cm, 50 cm
Blad/loof: bladverliezend, groen, geurend
Vruchtkleur: geel, rood, eetbaar
Gebruik: sauzen, visgerechten, groenteschotels, medicinaal
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Standplaats: zon
Zaaitijd: februari, maart, april, mei
Planttijd: maart, april, mei
Oogsttijd: mei, juni, juli, augustus, september, oktober
Winterhardheid: zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Vanaf februari t/m mei kun je uien uit zaaigoed direct in de volle grond zaaien. Zaai bij voorkeur in rijen met een rijafstand van 20 cm en op 10 cm diepte.
Het uitdunnen van zaailingen is erg belangrijk bij ui. Ook voorkom je op deze manier beter ziekte- en plagen zoals de uienvlieg. Laat de sterkste zaailingen staan en dun de ui uit op 2 tot 3 cm. Twee maanden later herhaal je dit proces nogmaals, alleen nu dun je de planten nu uit op 10 cm. De kleine uitjes die je tijdens het uitdunnen ‘oogst’ kun je gebruiken in gerechten.
Wanneer je op een snelle manier dikke en grote uien wilt kweken kun je een grote voorsprong behalen bij het kopen van plantuitjes. Deze poot je in de maand maart in de grond op 10 cm afstand van elkaar.
Uien stellen niet veel eisen aan de grond zolang deze vooral maar goed waterdoorlatend is, zoals biologische moestuingrond. Uien staan namelijk niet graag in plassen water. Ook geven uitjes een voorkeur aan een niet al te zure bodem. Je kunt de grond meer basisch maken door de grond met wat kalk te mengen. Qua bemesting kun je het beste kiezen voor een biologische meststof of plantenvoeding zonder al te veel stikstof. Hoge stikstofwaarden zorgen namelijk wel voor veel loof maar zijn niet bevorderlijk voor de groei van de bol.
Uien zijn hele makkelijke kweekplanten, je hoeft af en toe alleen wat onkruid te wieden en de grond licht te schoffelen. Verder is het wel belangrijk om, zeker bij droogte, voldoende water te geven. Zo oogst je later de gewenste grote uienbollen.
Van mei t/m oktober kun je uien oogsten. De juiste periode is afhankelijk van de gewenste grootte en of je dat jaar al grote uien uit plantgoed of nog eerstejaars uitjes aan het kweken bent. Zo haal je eind juni tot augustus al grote bollen uit de grond wanneer je plantuien hebt gepoot.
De gezaaide uien oogst je rond augustus t/m oktober zodra al het loof is afgestorven. De uitjes kun je gebruiken in gerechten of je kiest ervoor om de uitjes, op een droge en donkere plek, als plantgoed te laten overwinteren. Deze kun je het voorjaar erop poten voor grotere uien.
Varens zijn zeer gemakkelijke tuinplanten die je kunt planten op plaatsen waar w...
Planttype: Waterplant, vaste plant
Grondsoort: Alle grondsoorten, zandgrond, kalkrijke grond
Bemesten: Twee keer per jaar
Vochtigheid: Droog, normaal
Standplaats: Schaduw, halfzon
Gebruik: Solitair, rotsplant
Hoogte: 30 cm
Blad/loof: Groenblijvend, groen
Hoogte: 40 cm
Winterhardheid: Zeer goed (-28,8 tot -23,4°C), USDA zone 5
Voor een goede start is het belangrijk om Varens te planten in speciale aanplantgrond die luchtig is en goed water kan vasthouden zonder drassig te worden. Deze grond ondersteunt de wortelontwikkeling en zorgt voor een gezonde groei. Varens stellen geen strenge eisen aan de grondsoort en kunnen in vrijwel alle grondsoorten groeien, mits de grond voldoende vochtig blijft.
Varens geven de voorkeur aan een schaduwrijke, beschutte plek met weinig wind. Ideale plaatsen zijn bijvoorbeeld de noordkant van het huis of onder grote bomen. Direct zonlicht kan de bladeren snel doen verbranden of uitdrogen, waardoor de plant minder mooi wordt. Halfschaduw of volledige schaduw is daarom het beste voor een gezonde Varen.
Varens zijn relatief onderhoudsarm, maar hebben wel behoefte aan voldoende vocht en af en toe voeding om mooi groen te blijven. Zorg ervoor dat de grond altijd licht vochtig is, vooral in warmere maanden. Vermijd natte voeten om wortelrot te voorkomen. Twee keer per jaar voeding geven, bijvoorbeeld met Pokon Bio Tuinmest, helpt de plant sterk en gezond te blijven. Oude bladeren hoeven niet per se verwijderd te worden, maar je kunt ze in het voorjaar afknippen om ruimte te maken voor nieuw blad.
Varens profiteren van bemesting twee keer per jaar, bij voorkeur in het voorjaar en begin zomer (april tot juni). Dit zorgt ervoor dat de bladeren mooi groen blijven en de plant sterker wordt, waardoor hij beter bestand is tegen plagen. Pokon Bio Tuinmest is een geschikte meststof om Varens te voeden.
Varens hebben een hoge vochtbehoefte, vooral in de zomermaanden. Geef ze ruim water om uitdroging te voorkomen, maar zorg dat de grond niet te nat wordt om wortelrot te vermijden. Het is belangrijk om de grond vochtig te houden, maar niet drassig.
Gele bladeren bij Varens kunnen wijzen op verschillende problemen, zoals te weinig water, te veel zonlicht, of een tekort aan voedingsstoffen. Controleer eerst de vochtigheid van de grond; zowel uitdroging als wortelrot door te natte grond kunnen vergeling veroorzaken. Varens houden van schaduw, dus te veel direct zonlicht kan de bladeren verbranden en geel maken. Regelmatige voeding helpt om tekorten te voorkomen en de bladeren mooi groen te houden.
Varens hoeven niet echt gesnoeid te worden. In het voorjaar kun je eventueel oude en dode bladeren afknippen om ruimte te maken voor nieuwe scheuten. Deze oude bladeren kunnen ook blijven liggen, omdat ze vrij snel verteren en zo de bodem verrijken. Snoeien is vooral een kwestie van het netjes houden van de plant en het stimuleren van frisse groei .
De vlinderstruik, ook wel Buddleja genoemd, is geliefd vanwege zijn overvloedige...
Planttype: Heester
Bloem: blauw, geurend
Bloeitijd: augustus, september, oktober
Bloemvorm: trosvormig
Hoogte: 75 cm
Groeiwijze: bossig
Blad/loof: bladverliezend, groen, blauw
Vrucht: onopvallend
Gebruik: bijenplant, solitair, parken
Grondsoort: kalkrijke grond, alle grondsoorten
Vochtigheid: droog, normaal
Standplaats: zon, halfzon
Wind: beschut tegen harde wind
Winterhardheid: goed (-23,3 tot -17,8°C), USDA zone 6
Ook de prachtige vlinderstuik moet gesnoeid worden. In deze video geven wij 4 tips hoe je dit het beste doet:
De vlinderstruik houdt van een voedingsrijke, humusrijke, goed doorlatende grond. Daarnaast is het belangrijk dat de grond niet te zuur is, dus kalk strooien is belangrijk. Een geschikte grond is Bio Aanplantgrond Tuinplanten, deze houdt goed water vast en bevat bovendien plant-eigen schimmels. Je kunt de Buddleja het beste in het voorjaar of najaar planten.
Deze heestersoort zal het rijkst bloeien op een zonnige plek of half schaduw, afhankelijk van het type vlinderstruik.
Geef jaarlijks een hoogwaardige meststof, zoals Bio Tuinmest, in de periode april t/m juni. Ook kalk strooien in maart zal de plant goed doen.
De vlinderstruik met zijn mooie pluimen wordt vaak aangeplant omdat hij veel vlinders en bijen lokt. De meest gebruikte soort, Buddleja davidii, bloeit in de zomer op de eenjarige takken van datzelfde seizoen. Daarom mag je hem in het voorjaar sterk terugknippen. Er is één uitzondering: Buddleja alternifolia, die al in juni op het oude hout bloeit en na de bloei eventueel licht teruggesnoeid kan worden. Maar de gewone vlinderstruik is juist gebaat bij een stevige snoeibeurt in de lente, omdat de struik anders erg hoog wordt en alleen bovenin bloeit. Wacht met snoeien tot de nieuwe scheuten beginnen uit te lopen; meestal is dat eind februari of begin maart, maar na een lange winter kan dit ook pas half april zijn. Een vlinderstruik is aan de basis vaak sterk verhout. Snoei hem terug tot op dat houtige gestel, zo’n 30 à 40 cm boven de grond: verwijder eerst beschadigde of kruisende takken en knip de overige takken af boven een jonge scheut aan de buitenkant van de struik.
Geef vooral in de zomermaanden geregeld water.
Om een volle vlinderstruik te krijgen, is snoeien een belangrijke factor. Snoei je vlinderstruik in het late voorjaar stevig terug tot ongeveer een derde van de hoogte. Dit stimuleert nieuwe groei en zorgt voor een vollere struik. Gebruik daarnaast een goede meststof in het voorjaar en in de zomer om de groei te bevorderen. Dit helpt de plant om sterk en gezond te blijven.
De beste tijd om een vlinderstruik (Buddleja) te planten is in het voorjaar of het najaar. Planten in het voorjaar (maart tot mei) geeft de vlinderstruik de hele groeiperiode om zich te vestigen voordat de winter komt. De grond is meestal warmer en vochtiger, wat gunstig is voor de wortelontwikkeling. Planten in het najaar (september tot november) is ook een goede optie omdat de grond nog warm is van de zomer, maar de temperaturen zijn koeler, wat minder stressvol is voor de plant. Dit geeft de wortels de kans om zich te vestigen voordat de winter begint.
Zorg ervoor dat je de vlinderstruik plant op een zonnige plek met goed doorlatende grond voor de beste groeiresultaten. Gebruik bij de aanplanten een aanplantgrond.
Een vlinderstruik kan niet tegen:
Een vijg is een boom waar je niet per se hele groene vingers voor nodig hebt. He...
Planttype: Heester
Grondsoort: Moestuin Grond
Bemesten: voorjaar, zomer
Vochtigheid: normaal
Standplaats: zon
Wind: beschut tegen harde wind
Hoogte: 200 cm, 300 cm
Snoeien: Vijg hoeft niet echt gesnoeid te worden. Om de vijg in model te houden kan men in de zomer de lange scheuten inkorten om de vorm van de plant te behouden.
Groeiwijze: opgaand
Bloem: wit
Bloeitijd: maart
Vrucht: eetbaar, groen
Blad/loof: bladverliezend
Winterhardheid: matig (-12,2 tot -6,7°C), USDA zone 8
Snoeiperiode: Maart-Juli
Snoeien:: De plant hoeft ni...
Of je nu een beginnende plantenliefhebber bent of al jaren groene vingers hebt: de Pokon Plantengids is jouw betrouwbare bron voor alles wat groeit en bloeit. Van tropische kamerplanten tot kleurrijke tuinbloeiers en van luchtzuiveraars tot vetplanten, je vindt hier alle informatie die je nodig hebt om jouw planten gelukkig te maken.
Bij Pokon geloven we dat een gezonde plant begint bij de juiste verzorging. Daarom delen we niet alleen onze kennis over licht, water en voeding, maar ook over potgrond, verpotten en het herkennen van signalen van je plant. Zo geef jij jouw groene vrienden precies wat ze nodig hebben om te groeien, bloeien en jouw huis of tuin op te fleuren.
Laat je inspireren door ons uitgebreide overzicht van plantensoorten en gebruik de handige filters om snel jouw perfecte match te vinden.