Je kan het gewoon bewaren, als het uitdroogt weer water toevoegen en het is weer klaar voor gebruik. Als het uitdroogt wordt het overigens niet opnieuw een blok, de samengeperste toestand verdwijnt.
Je kan het gewoon bewaren, als het uitdroogt weer water toevoegen en het is weer klaar voor gebruik. Als het uitdroogt wordt het overigens niet opnieuw een blok, de samengeperste toestand verdwijnt.
Snoeien stimuleert het uitlopen van slapende knoppen. En hoe sterker je snoeit, hoe sterker een boom of heester zal reageren! Als je een tak dus een flink stuk inkort, ontstaan er op het resterende deel veel steil opgaande scheuten, die waterlot genoemd worden. Selecteer een paar scheuten die in de goede richting groeien, zodat de tak volgens zijn natuurlijke vorm kan uitgroeien. De overige scheuten dun je dan ’s winters uit door ze bij de aanzet glad weg te knippen.
Bij bloeiende heesters kun je uitgaan van het principe dat je de struik snoeit na de bloei.
• BLOEI VÓÓR 21 JUNI Deze struiken leggen hun bloemknoppen aan op het oude hout. Bij voorjaarssnoei zou je die wegknippen, daarom snoei je ze pas na de bloei. Tot deze groep horen bijvoorbeeld de geleforsythia, witbloeiende Spiraea x vanhouttei, witte of roze Deutzia, Kolkwitzia, boerenjasmijn en sering. Voor veel soorten is verjongingssnoei een goede tactiek, waarbij je direct na de bloei een of enkele takken laag wegsnoeit.
• BLOEI NA 21 JUNI Zomer- en herfstbloeiers bloeien op het nieuwe hout van dit groeiseizoen. Je kunt ze dus probleemloos in het voorjaar snoeien, als ze net uit beginnen te lopen. Tot deze groep behoren bijvoorbeeld de vlinderstruik, Lavatera (struikmalva), Hypericum (hertshooi), Hibiscus syriacus en Caryopteris.
Je kunt je plant ook opspeuren in de Pokon Plantengids.
Enkele jaren geleden is men overgestapt van watermaat (1 liter is 1m3) naar CEN maat. Een internationaal vastgelegde norm waarbij potgrond in rulle (niet samengeperste) vorm wordt gemeten. Dat gebeurt bij ons ook gedurende de productie. Grond wordt door een zeef gegooid in een 20 of 40 liter vat en moet dan (in niet samengeperste staat) een bepaald niveau halen in het zgn. “CEN tonnetje”. Per mengsel heb je te maken met een CEN/Watermaat verhouding. In veel gevallen is een CEN liter ongeveer 80 % van een m3 (=waterliter). 40 liter zal dus in werkelijkheid (en in de beleving van iemand die denkt in liters als dm3) ‘slechts’ ca 32 liter zijn. En als je het dan extra samenperst wordt het nog minder. Onder RHP produceren betekent automatisch dat je je aan de CEN normering conformeert. De RHP norm is gebaseerd op een volume op moment van afvullen. Zo wordt het ook op de verpakkingen vermeld. Wij gaan echter aan de ruime kant zitten, zodat onze producten ook na enkele maanden nog voldoen aan de norm. Zie ook onderstaande info met een nadere uitleg.
Voorbeeld vermelding op de verpakking:
Per 1 juli 2000 is de watermaat vervangen door volumebepaling op basis van soortelijke gewicht bij levering van potgrond. Dit geldt zowel voor bulkleveringen als voor levering van verpakte potgrond. Met deze nieuwe Europese Norm -EN 12580- wordt voor het eerst eenzelfde volumenorm gehanteerd in alle landen van de Europese Gemeenschap. Het Nederlandse Normalisatie Instituut (NNI) neemt de nieuwe norm ook als standaard over.
Het volume van een veerkrachtig product als potgrond is zoals gemeld altijd al lastig te bepalen geweest. De vroegere watermaat was tot 2000 de minst slechte norm, immers iedereen kent de watermaat. Toch was deze norm onnauwkeurig. In de praktijk is bekend dat vele factoren van invloed zijn op het volume van een m³ potgrond op basis van watermaat. Is de afstand van leverancier tot kweker een paar kilometer of een paar honderd kilometer, het is van invloed op de afgeleverde hoeveelheid volgens de watermaat. Zo zijn er meer factoren die hierop van invloed zijn, het vochtgehalte van de potgrond bijvoorbeeld.
Bij de ‘nieuwe’ methode wordt van een kleine hoeveelheid potgrond (± 20 liter) het volume en het gewicht onder gestandaardiseerde omstandigheden bepaald. Daaruit wordt het soortelijk gewicht van deze potgrond herleid. Na weging van een grote hoeveelheid (een vrachtwagen vol) van deze potgrond wordt het volume (CEN) berekend.
Potgrond is een mooi, maar in zekere zin ook een moeilijk product. En dat laatste heeft alles te maken met de volumebepaling. Potgrond is nu eenmaal samendrukbaar, het bevat lucht en water, het verdicht door het eigen gewicht (door de hoeveelheid water en de hoeveelheid potgrond). Allemaal oorzaken, waardoor het niet eenvoudig is om u een constant volume per eenheid product te garanderen. Toch zijn we daar tot nu toe min of meer prima in geslaagd. Zowel kwekers als consumenten werken al jaren met gestandaardiseerde hoeveelheden en ze nemen de geringe volume-afwijkingen die nu eenmaal aan de bestaande normen gekoppeld zijn, voor lief. Onder invloed van de Europese harmonisatiedrang zijn we echter wettelijk verplicht afscheid te nemen van de oude, maar vertrouwde normen. Ervoor in de plaats komt de EN 12580-norm. We besparen u de technische details van de nieuwe volumemeting. Vast staat echter wel dat de nieuwe norm veel beter reproduceerbaar is dan de oude methoden. Wat zoveel wil zeggen als dat u als onze afnemer voortaan een constanter volume potgrond van ons ontvangt. En uiteindelijk moeten we daar allemaal gelukkig mee zijn.
Al het voorgaande wil echter niet zeggen dat er incidenteel geen afwijkingen voor zouden kunnen komen. Die zullen in de praktijk echter zeer sporadisch voorkomen, aangezien wij in onze controlesystemen uitgaan van een vulgraad waarbij we een minimale kans hebben op een te lage vulgraad. Zelfs als na een aantal maanden door natuurlijke processen het volume in de verpakking af gaat nemen. Mocht er twijfel zijn, dan kunnen we in dit soort gevallen altijd een check doen op de batch, waarvan het nummer op elke zak potgrond wordt geprint. Hierdoor kunnen we achteraf een link leggen tussen de productierun en de uitslagen van de steekproeven die in die controles van desbetreffende batch bij ons zijn vastgelegd.