Vogels kunnen een vogelhuisje in de lente gebruiken om te broeden, maar wist je ook dat ze het heel fijn vinden om hier s ’winters in te schuilen tegen de kou? Je kunt een vogelhuisje kopen, maar het is ook heel makkelijk en leuk om er zelf een te maken!
Dit heb je nodig:
- 4 houten plankjes van 23 x 15 cm, en ongeveer 2 cm dik (voor de wandjes);
- 2 dunne balkjes van 15 × 0,5 × 0,5 cm;
- 1 plankje van 16 x 16 cm, en ongeveer 2 cm dik (voor het dak);
- 1 plankje voor de bodem van 15 x 15 cm, en ongeveer 2 cm dik (voor de bodem);
- Dun latje van 26 cm hoog om het vogelhuisje op te hangen;
- Hamer;
- Spijkers (klein);
- Houtlijm;
- Zaag of cirkelzaag;
- Gatenzaag;
- Vijl;
- Potlood of pen.
Het maken van een vogelhuisje
- Teken de afmetingen af op het hout met een balpen of potlood. Vervolgens zaag je alle plankjes op maat.
- De zijkanten moet je schuin afzagen. Houd er rekening mee dat hoe schuiner je de zijkant zaagt, hoe kleiner het voorste plankje moet worden. De twee zijkanten moeten allebei precies hetzelfde zijn.
- Hierna plak je de plankjes aan elkaar en voor de stevigheid spijker je alles voorzichtig in elkaar. De twee kleine balkjes gebruik je tussen de zijwandjes en de bodem om ervoor te zorgen dat het vogelhuisje extra stevig wordt. Er mogen geen spijkers naar binnen steken!
- Boor een gat in de voorkant met een gatenzaag.
- Met een vijl kun je alle scherpe randjes goed gladmaken. Je wilt niet dat de vogeltjes zichzelf verwonden.
- Aan de achterkant kun je een latje bevestigen om het huisje op te hangen.
- En nu kun je het zelfgemaakte vogelhuisje ophangen!
