De woonplant van de maand juni is de lepelplant!
De Lepelplant is afkomstig uit de tropische regenwouden van Colombia en Venezuela, een echte schaduwplant die van een warme, vochtige omgeving houdt. In 1870 werd de plant in Europa geïntroduceerd en maakte sindsdien een stormachtige ontwikkeling mee. Waren er in de jaren '80 van de vorige eeuw nog enkele soorten afkomstig uit de soort walisii, nu bestaat er een grote hoeveelheid cultivars.
De lepelplant is een easy care product. De plant vraagt een lichte standplaats, uit de felle zon bij zo'n 18-22 °C. Geef de plant regelmatig lauw water. Wanneer het blad slap hangt, is de potkluit uitgedroogd. Regelmatig sproeien met lauw water vindt de plant lekker, net als plantenvoeding (vergelijkbaar met de verzorging van een anthurium). Ook uitgebloeide bloemen verwijderen is raadzaam. Om de plant meerdere jaren in bloei te brengen is een winterse rustperiode nodig. Zet de plant bij een temperatuur van 15 °C ongeveer zes tot acht weken op een lichte plek en hij zal daarna weer rijk bloeien. In de zomer kan de plant ook in de tuin of op het terras, maar pas op voor felle zon.
De officiële naam van de lepelplant, spathiphyllum, is afgeleid van de Griekse woorden voor kolfschede en blad. De plant krijgt sinds een paar jaar extra aandacht door de NASA Clean Air Study. Deze had als doel schone lucht in ruimtestations te onderzoeken en de Lepelplant kwam naar voren als bovengemiddeld luchtzuiverend.
Alle planten absorberen koolstofdioxide en laten zuurstof vrij; NASA beveelt daarom aan om 15 tot 18 grote planten in een huis van 160 vierkante meter te hebben. De hoeveelheid grond is ook belangrijk, omdat micro-organismen in de grond ook kleine hoeveelheden luchtverontreinigingen absorberen.
Lees meer overde verzorging van Spathiphyllum.