BLOG
Diana foto 4 Sla Hivert de Tremont.JPG
3 mei 2018

Sla in allerlei soorten

Sla is altijd lekker, en gelukkig kun je sla uit je eigen tuin bijna jaarrond eten, zeker als je in de winter ook nog de beschikking hebt over een kas, platte bak of een folietunneltje. Zaai haar vooral elke 2 of 3 weken, liever regelmatig een kleine oogst dan 1 keer een grote oogst. Zaai uiteraard de juiste soorten en rassen voor de juiste periode.

Het voorjaar en najaar zijn extra geschikt voor sla, want sla groeit goed in koele en vochtige omstandigheden. Midden in de warme en droge zomer schiet sla wat sneller door, om die reden telen we ze in die periode in de halfschaduw in grond die we wat vochtiger houden. We telen dan ook rassen die erom bekend staan dat ze wat minder snel doorschieten. En we oogsten ze wat kleiner, of wanneer ze door gaan schieten (want de blaadjes van doorgeschoten sla kun je ook nog gewoon eten). En tenslotte kun je in de winter, mits je de juiste soorten en rassen zaait, nog lang genieten van de sla die je in de herfst zaait.

Nog een reden om sla te zaaien: sla heeft weinig last van ziekten en plagen in de tuin (op slakken na dan), heeft geen bijzonderheden qua vruchtwisseling, neemt weinig ruimte in, kiemt en groeit snel en is al gemiddeld 9 weken na het zaaien oogstbaar. Oftewel; komt er ergens een plekje in je tuin vrij (bijvoorbeeld omdat je net worteltjes hebt geoogst, of bietjes, of uien, of is er een eenjarige uitgebloeid, of is er een plant geknakt of omgewaaid); zorg dat je altijd een klein bakje voorgezaaide sla hebt staan zodat je direct wat slazaailingen uit kunt planten op lege plekjes.

Op deze foto zie je de mooie diep donkerpaarse bladeren van het ras Red Triangle.

En naast heel lekker en makkelijk in de tuin is sla ook nog erg mooi. Er bestaan heel veel soorten/rassen sla, waarbij de groene kropsla wellicht de bekendste is. Maar voor de hobbytuinder is er zoveel meer te ontdekken; groot en klein, met een krop of losbladig, met blaadjes die rond of ovaal zijn, glad of gefranjerd, gekruld of gebobbeld, zacht en boterig of juist stevig en knapperig. En dat allemaal in groen, rood, geelgroen, donkerpaars, gespikkeld, gevlamd, etc..

Soorten sla op een rij

Kropsla; de bekendste sla. De meeste rassen hebben een bijna boterachtige zachtheid in de krop. Veel kropslarassen zijn groen, maar er is bijvoorbeeld ook de groen-met-rode Wonder der Vier Jaargetijden. En mooi en heerlijk zacht van smaak en structuur zijn ook de rassen Edox en Jacobine. Zeer geschikt voor de teelt in de late herfst en winter zijn Arctic King, Parella Red en Winter Density.

Losbladige sla; wordt in het Engels Looseleaf genoemd. Het gaat om kropsla-achtige slarassen waarbij de krop niet sluit maar waarbij de blaadjes losjes en bijna als in een waaier in het hart van de slaplant liggen. Erg lekker en mals, maar meestal wat minder boterig dan kropsla (simpelweg omdat bij kropsla de blaadjes beschermd opeengepakt zitten en bij de losbladige rassen zon, regen en wind wat meer invloed hebben). Erg lekker is bijvoorbeeld de geelgroene Australische Gele, extra mooi zijn de gevlekte Forellenschluss en de nog meer gespikkeldeMottistone. De donkerste slarassen zitten in deze groep zoals de Merlot, Red Sails, en de Red Triangle.

Ook de Lollo Biondo en Lollo Rosso zijn rassen waarbij er geen krop wordt gevormd maar de blaadjes los liggen, ze zijn zeer gekruld. Eikenbladsla is een groep rassen waarbij de blaadjes diep ingesneden zijn (als die van de boom). Het zijn ook weer planten die geen krop maken maar losse blaadjes hebben. Goede rassen zijn onder andere Radichetta (lichtgroen), Cocarde (groen), Red Salad Bowl (groen met rood) en Bronze Arrow (bruinrood).

Sla Forellenschluss

IJsbergsla: deze sla maakt weer wel een krop, maar is veel knapperiger dan kropsla. Voor de hobbytuinder is deze slasoort iets lastiger te telen omdat de krop zich soms wat minder goed ontwikkelt. Voorbeelden zijn Great Lakes (groen), Rouge de Grenoble (rood met groen), Webb’s Wonderful (groen), en Hivert de Tremont (groen met rood en die is dan weer zeer geschikt voor de late herfst- en winterteelt).

IJsbergsla Hivert de Tremont

Bindsla: wordt ook wel Romeinse sla of Romaine genoemd, en in het Engels Cos. Bij bindsla ligt de krop niet laag bij de grond maar komt wat meer verticaal omhoog. Soms zitten de bladeren dicht opeengepakt, soms zitten ze wat losser (hangt af van het ras maar ook vocht, voeding, etc. hebben hier invloed op). Amish Deer Tongue (groen) en Amish Red Deer Tongue (rood) zijn voorbeelden, maar ook Bubbles (groen met kleine verdikkingen op het blad), en erg mooi is Dixter (donkerrood met groene nerf, naar het hart toe steeds groener). Deze slarassen hebben allemaal wat dikker blad en zijn meer knapperig dan boterig.

Sla Dixter

Pluksla en snijsla is een verzamelnaam voor rassen die geen krop vormen. Je zaait ze in rijtjes en je knipt de blaadjes die je wilt eten af, vanuit het hart van de plant worden er meerdere keren weer nieuwe blaadjes gemaakt. Je kunt er dus over een langere periode van oogsten. De 2 bekendste voorbeelden zijn Australische gele en Amerikaanse Roodrand.

En tot slot nog even iets over Minisla: deze groep rassen is de laatste jaren sterk in opmars, mede door de opmars van het tuinieren in potten, verhoogde bakken, etc.. Het zijn rassen waarbij de eenpersoons kropjes klein blijven en weinig ruimte innemen. Voorbeelden van rassen zijn Klein Duimpje, Kaboutersla, Little Gem, etc..

Verschillende soorten sla in een verhoogde bak

Tot zover iets over sla, de volgende keer wil ik iets vertellen over alles wat in een salade past maar officieel geen sla is, want er zijn heel veel soorten blaadjes die je als sla kunt eten.

Een bakje met slazaailingen

Groetjes,

Diana

Lees ook: Pokon Moestuin Magazine 2018

Tips
externalId=pokon-detail-news-1.2.1.1.1&filter[active]=1&filter[type]=Tips&filter[category]=/Moestuin
Pokon Powerplanten
Planten die appen, als ze verzorging nodig hebben
Producten
externalId=pokon-detail-news-1.2.4.1.2&filter[active]=1&filter[not brand.name]=plantago.nl&filter[category]=/Moestuin