De Christusdoorn (Euphorbia Milii) heeft mooie gekleurde bloemetjes aan takken die je doen denk aan een kruising tussen een cactus en een vetplant. Christusdoorn geeft lekker veel bloemetjes, waardoor het een vrolijke aanwinst is in je huiskamer!
Kenmerken Christusdoorn
Planttype: Kuipplant/Orangerieplant, Bloeiende kamerplant
Grondsoort: Cactus Grond
Bemesten: 1 keer in de 2 weken
Bloem: Roze, rood, wit
Hoogte: 20 cm, 30 cm, 40 cm
Groeiwijze: Bossig
Blad/loof: Groen
Takken/bast: Doornen
Vochtigheid: Weinig water geven
Standplaats: Zon, lichte standplaats
Christusdoorn standplaats
De Christusdoorn (Euphorbia Milii) groeit het beste op een lichte, zonnige plek in huis. Zorg dat de temperatuur niet onder de 15°C komt, want dan voelt de plant zich het prettigst.
Christusdoorn verzorgingstips
De Christusdoorn is een makkelijke plant die weinig water nodig heeft. Zet de plant op een vaste plek en voorkom temperatuurdalingen onder 15°C. Snoeien is meestal niet nodig. Let op dat de plant niet te nat wordt, want dat kan bladval veroorzaken.
Voeden van Christusdoorn
Tijdens het groeiseizoen kun je de Christusdoorn elke twee weken bemesten met Pokon Bio Cactus & Vetplant Voeding. Dit stimuleert een gezonde groei en zorgt voor veel bloemetjes.
Christusdoorn water geven
Geef de Christusdoorn matig water, ongeveer eens per week in de zomer en minder in de winter. Gebruik een goed doorlatende cactuspotgrond en voorkom dat de wortels in natte grond staan.
Christusdoorn gele bladeren
Gele of vallende bladeren bij de Christusdoorn ontstaan vaak door te veel water geven. Zorg daarom voor een goed doorlatende potgrond en geef niet te vaak water. Droge of bruine bladeren kunnen ook wijzen op te veel direct zonlicht of te weinig luchtvochtigheid.
Planten en bemesten
Je kunt de Christusdoorn planten in een grond die de behoeften nabootst van cactussen. In Pokon Cactus Grond zit extra zand, wat de Euphorbia Milii prettig vindt. Bemesten kun je het beste doen met een meststof uit dezelfde lijn, namelijk Pokon Bio Cactus & Vetplant Voeding.
